Hoda International/Mondi Foods - Arrest

HR 11 april 2003 (Hoda International/Mondi Foodss), Ars Aequi 2003, 773-778

Casus

Tussen partijen geldt een overeenkomst. Echter ontstaan er problemen over de leverantie. Uiteindelijk stelt Mondi Hoda aansprakelijk voor de geleden schade doordat Hoda het koopcontract slechts gedeeltelijk zou hebben uitgevoerd.

Mondi legt conservatoir beslag en conservatoir derdenbeslag na hiertoe verlof te hebben verkregen. Vervolgens vordert Mondi gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst en betaling van schadevergoeding.

Hoda voert verweer en vordert in reconventie betaling van enige facturen, schadevergoeding op grond van onrechtmatig handelen.

In cassatie gaat het om de laatstgenoemde vordering.

Hoda stelt beroep in cassatie in tegen de uitspraak van het hof.

Mondi voert tegen het beroep in dat Hoda zou hebben berust in de uitspraak van het gerechtshof.

Rechtsvraag

Is een redelijke verhouding noodzakelijk tussen het bedrag waarvoor beslag gelegd werd en het uiteindelijk toegewezen bedrag? En als er geen redelijke verhouding is, zorgt dit dan voor een onrechtmatige daad? 
 

Rechtbank

In conventie is de overeenkomst gedeeltelijk ontbonden en de door mondi gevorderde schadevergoeding toegewezen tot DM DM 5.385,18.

In reconventie is Mondi veroordeeld tot de vergoeding van de schade

Hof

In conventie is aan Mondi een bedrag van DM 58.178,84 toegewezen.

In reconventie is de vordering van Hoda tot schadevergoeding afgewezen.

Hoge raad

Er kan pas sprake zijn van berusting als ‘de in het ongelijk gestelde partij na de uitspraak jegens de wederpartij heeft verklaard dat zij zich bij de uitspraak neerlegt of een houding heeft aangenomen waaruit dit in het licht van de omstandigheden van het geval ondubbelzinnig blijkt’.

In casu heeft Hoda niet verklaard in de uitspraak te berusten. Bepaalde gebruikte woorden in de brief van Mondi en de reactie van Hoda zouden kunnen wijzen op een berusting in de uitspraak aan de zijde van Hoda. Echter gelet op de overige inhoud van de brief, zou het tegenovergestelde ook weer waar kunnen zijn.

De vordering van Hoda tot schadevergoeding is gegrond afgewezen. De Hoge Raad veroordeelt Hoda in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Mondi begroot op € 838,22 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.