Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
HC week 36
Het recht is een discursieve grootheid: het hangt er maar net van af hoe je er naar kijkt. Je moet de precieze feiten en omstandigheden weten voor een oplossing. En dan nog weet je niet wat een rechter zal doen: deze kan er anders over denken. Soms ken je net een feitje niet: dat maakt een wereld van verschil.
Bronnen van recht
Het recht is niet iets dat absoluut vast staat. Je moet beredeneren wat het recht is.
- Internationale rechtsregels
- Handvest, Verdragen van Geneve
- Wet
- Als je iets wilt weten, kijk in de wet.
- Ongeschreven rechtsregels
- Komt nog steeds voor in onze staatsorganisatie. We streven er wel naar alles op papier te zetten in verband met de rechtszekerheid. In het staatsrecht is het zo dat als een kabinet niet meer het vertrouwen van de meerderheid van de Tweede Kamer heeft, het kabinet zijn ontslag moet indienen bij de koning. Dit staat nergens in, ook niet in de Grondwet. In het staatsrecht is het ongeschreven recht het meest opvallend.
- Beleidsregels
- Rechtsbeginselen
- Rechtspraak
Wet
Grondwet
Wat staat er in de Grondwet? De staatsinrichting. De Grondwet opent met een hoofdstuk over grondrechten: individuele rechten die aan ieder individu toekomen. Bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting, godsdienst, demonstreren, etc. Dit bepaalt voor een groot deel de verhouding overheid – burger en overheidsorganen onderling. Er staat ook in wie de wetten mag maken: regering en Staten-Generaal samen. De regering bestaat uit het kabinet en de koning en de S-G bestaan uit de Eerste en Tweede Kamer.
Wetten
Wet Studiefinanciering is een wet die is gemaakt door de formele wetgever.
We hebben ook lagere wetgeving, zoals verordeningen van gemeenten en milieuverordeningen: je mag je vuilniszakken niet zomaar op elk moment aan de kant van de weg zetten. Doe je dit niet volgens de regels, bega je een strafbaar feit.
Ongeschreven recht
In het privaatrecht hebben we ongeschreven rechtsregels. Wat is het verschil tussen staatsrecht en privaatrecht? We hebben 2 takken aan de boom: publiekrecht (overheid: verhouding met burger) en privaatrecht. Met privaatrecht heeft de overheid in beginsel niets te maken.
Alle wetten waarin het woordje ‘wet’ in de titel zit, is een wet afkomstig van regering en S-G! Het Burgerlijk Wetboek is zo’n wet.
Er zijn altijd nog meer rechtsbronnen. Er zijn altijd nog gaatjes: een jongen die zijn opa vermoordde om zo de erfenis binnen te halen. Zijn tante zei echter: hij kan toch geen erfgenaam zijn, hij heeft zijn opa vermoord! Maar er staat nergens in onze wet een dergelijke verbodsbepaling. De rechter moest maar bepalen dat dit opgelost moest worden. De Hoge Raad heeft een beroep gedaan op een beginsel: het Estoppel beginsel: niemand kan beter worden van zijn eigen strafbare feiten. Als je onrecht pleegt, mag je er niet beter van worden. Ook hier is dat toegepast.
Of: met regels van moraal en fatsoen. Goudse bouwmeesterarrest: steekgelden die terug werden gestort door degene die ze aangenomen had. Alsnog werd hij ontslagen, maar hij wilde het geld wel terug. Hij deed een beroep op onverschuldigde betaling: als je per ongeluk aan iemand anders geld overmaakt, moet de ander dit teruggeven. De Hoge Raad zei: ook al is de wet niet compleet, het moet toch tot een goed einde gebracht worden.
HC week 37
Staatrecht van het Koninkrijk
Het Koninkrijk bestaat naast Nederland uit 3 landen: Aruba, Curaçao en Bonaire en 3 kleine eilandjes die de status van een gemeente hebben. Als er Rijkswet in een wet staat, is het van toepassing op het gehele koninkrijk. De Rijkswet Nederlanderschap is een wet in formele zin (want tot stand gekomen dankzij samenwerking tussen regering en S-G) en het is een wet in materiele zin omdat hij algemeen verbindende voorschriften bevat.
Wanneer ben je een staat?
Moet in het internationale recht bepaald worden. Is Palestina een staat of niet? Monaco is wel een staat, wordt wel helemaal beheerst door Frankrijk maar wel een staat. Het Vaticaan ook. Waarom Palestina niet? Wat hanteren we voor criteria?
- Je moet grondgebied hebben
- Je moet staatsburgers hebben
- De overheid moet een stabiel en effectief overheidsgezag uitoefenen
- Daar schort het aan zegt men, in de Palestijnse staat.
Waar is het staatsrecht te vinden?
- Het Statuut der Nederlanden
- Harmonisatiewetarrest: student wil stufi hebben voor tweede studie. Minister heeft hier wel een stokje voor gestoken in de wet, maar het is in strijd met het statuut. De Hoge Raad zegt: nee, kan niet.
- Internationale recht staat boven het Statuut. Met name de mensenrechtenverdragen. Daarin staan ook allerlei grondrechten. We spreken in internationaal verband van mensenrechten in plaats van grondrechten.
- Grondwet. Staat onder het Statuut, maar geeft inrichting van de staat weer en de grondrechten.
- Ongeschreven staatsrecht. Een ander woord voor staatsrecht is constitutioneel recht. Bijvoorbeeld de vertrouwensregel van de meerderheid van de Tweede Kamer.
EVRM
Bevat min of meer dezelfde grondrechten als in hoofdstuk 1 van de Grondewet, maar de verdragen staan hoger. De wetgever moet deze rechten dus heel strikt respecteren. Het Europese Hof ziet namelijk toe op de naleving van het EVRM. Heb je een probleem met de overheid, dan kun je nadat je bij de Hoge Raad bent geweest, nog naar het EHRM: is de wetgeving in overeenstemming met het EVRM? Die vraag kun je stellen aan het EHRM.
Grondwet
Dominant thema is de machtenscheiding: we scheiden functies, niet bij een orgaan meerdere functies.
Onderscheiden functies:
- Wetgeven
- Algemeen verbindende regels: voor alle Nederlanders.
- Besturen
- Je past een wet toe op een individu. Als een ambtenaar van de DUO de wet toepast, is hij bezig met een bestuurstaak, een beschikking.
- Rechtspreken
- Arresten/vonnissen.
Wetgever
Formele wetgever: art. 81 Gw: regering en S-G
Bestuur
Regering: koning en kabinet: art. 42 Gw.
Rechter
Civiele, straf- en bestuursrechter: art. 112 en 113 Gw
Piramide wettelijke regels
- Verdrag
- Grondwet
- Formele wet
- Wie heeft hem gemaakt? Herken je altijd aan ‘wet’ in de titel! Dan is het dus afkomstig van regering en S-G
- Algemene maatregel van bestuur
- Door regering
- Ministeriele regeling
- Door minister
- Provinciale verordening
- Gemeentelijke verordening
- Openbaar lichaam: verordening
- Vestig je je bijv. als advocaat, dan val je onder een algemeen lichaam, de NOVA.
Hoe noem je de organen die dit soort regels maken?
- Verdragsluitende organen door verdrag
- Grondwet door grondwetgever (formele wetgever onder specifieke voorschriften)
- Wet door wetgever
- AMvB door regering
- Kun je herkennen aan het woordje ‘besluit’.
- Regeling door minister
- De term regeling is hiervoor gereserveerd.
Er zijn ook nog organen op decentraal niveau die algemeen verbindende voorschriften maken.
- Provincie
- Verordening: bijv. de Waddenverordening: zowel van o.a. Friesland
- Gemeente
- Verordening: bijv. de afvalstoffenverordening
- Waterschap
- Verordening: als deze niet worden nageleefd houden de boeren hun sloten niet schoon en kan het water niet goed afgevoerd worden. Dan hebben we wateroverlast
- Openbaar lichaam
- Verordening door NOVA: stageverordening.
Piramide wettelijke regels en rechterlijke toetsing
Mag de rechter altijd toetsen of de lagere regel in strijd is met een hogere regeling? Stel je voor: op gemeentelijk niveau wordt een regeling gemaakt over boerka’s, er zijn 3 vrouwen in Groningen die allen op 1 en dezelfde ov-jaarkaart te reizen. De gemeente wil de boerka verbieden. Hiertoe stellen ze een verordening op. De boerkadraagster zal dit niet leuk vinden: in strijd met de vrijheid van godsdienst, art. 6 Gw of art. 9 EVRM. Ik draag een boerka uit godsdienstige overwegingen en de verordening mag niet in strijd zijn met hogere regelingen. De rechter mag toetsen aan de Gw en het EVRM.
Toetsingsverbod art. 120 Gw
Je mag niet toetsen of de wetten in overeenstemming zijn met de Grondwet. Harmonisatiewetarrest: wet toetsen aan Statuut mag ook niet. Maar: als iemand zegt: wet is in strijd met art. 6 Gw, maar: in strijd met art. 9 van het EVRM wel! De rechter mag alleen aan ieder verbindende verdragsbepalingen toetsen. Dit is dus vreemd! Dit mag de gewone rechter doen, we hebben geen constitutionele rechtspraak. Zie ook het beruste toetsingsarrest van de HR.
Grondwetswijziging
In 2 lezingen, zie art. 137 Gw. De Eerste en Tweede Kamer moeten het wetsvoorstel goedkeuren. Als je een nieuw parlement hebt, moet het in een tweede lezing met 2/3 meerderheid er door komen.
Rechtspositie
Moet het recht ook innerlijk rechtvaardig zijn? Of is recht recht als het op de juiste manier tot stand is gekomen? Katastrophenbefehl: Himmler kondigde dit af en het hield in dat als Duitsers deserteerden, je ze dood mocht schieten. Je hoefde niet naar de rechter toe te stappen. Dr. V. schoot een gedeserteerde soldaat dood. Maar het was wel een bevel dat overeenkomstig de procedure tot stand is gekomen. Wanneer is recht recht? Cicero zei: je moet alleen rechtvaardig recht toepassen. Wat is dat? Recht om de menselijke samenleving in stand te houden. Als er in de wet zou staan: je hoeft contracten niet na te leven, dan voldoet die wet niet aan de criteria van Cicero.
Tegenwoordig hebben we een mengvorm. In beginsel geldt dat een wet een wet is als het krachtens de juiste procedure tot stand is gekomen. Maar: we hebben een aantal natuurbeginselen vastgelegd in de EVRM. Het recht kan daarom nooit meer zo ontaarden als in WOII. Als wij een wet maken die haaks staat op mensenrechten, kan je je vraag voorleggen aan het Hof in Straatsburg. Bijv: de anti homo wet in Rusland. Deze is door het parlement goedgekeurd, maar zal vroeg of laat getoetst worden in Straatsburg bij het EHRM. De homo’s zullen zeggen: het is wel via de juiste procedure tot stand gekomen, maar niet rechtvaardig. Ook op grond van het zijn van homo mag je niet discrimineren, die heeft ook recht op alle rechten, geen enkele reden tot discriminatie. Rusland heeft het verbod op openbaar praten over homofilie omdat zij denken dat dit samenhangt met een culturele opvatting, hetgeen onzin is.
HC week 38
Tentamen: op het tentamen moet je motiveren waarom het antwoord juist of onjuist is.
De 2 vragen die het slechtst zijn gemaakt:
- Een algemene maatregel van bestuur ex art. 89 lid 1 Gw kan geen zelfstandige strafbepaling bevatten.
- Juist. Zie lid 2 art. 89: ‘Voorschriften, door straffen te handhaven, worden daarin alleen gegeven krachtens de wet. Op grond van delegatie wel toegestaan.
- In 1886 is gezegd: de regering mag niet hetzelfde als de formele wetgever, alleen wetten maken zonder dat daar strafbepalingen instaan.
- De bevoegdheid tot het uitvaardigen van een algemeen verbindend voorschrift door de regering bestaat alleen op grond van delegatie.
- Onjuist, ook op grond van attributie, p. 64.
Machtenscheiding
Gebaseerd op het feit dat je functies in een staat hebt. Voorkomen moet worden dat alle macht bij een orgaan komt te liggen. Rechtspreken is de derde functie in ons staatsbestel. Dat gaat over conflictbeslechting. Bijvoorbeeld: ik woon niet meer thuis en de DUO geeft mij geen beurs voor uitwonende studenten. Machtenscheiding is niet heel strikt doorgevoerd: soms mag een bestuursorgaan ook AVV’s maken. Je ziet het ook bij de rechters: zij houden zich niet alleen bezig met conflictbeslechting maar ook met bestuurlijke taken. Bijvoorbeeld: toen ik mijn kinderen kreeg, was ik niet getrouwd. In die tijd was het zo dat je dan niet automatisch ouderschapsrechten had. Uiteindelijk heeft het Europese Hof gezegd: iedereen heeft recht op gezinsleven, of je nu getrouwd bent of niet (art. 8 EVRM). De wet is toen veranderd: als de vader ouderschapsrechten wil hebben, kan hij hierom vragen bij de rechter. Hier is dus sprake van besturen in plaats van toetsing aan de wet. Dit is ook het geval bij het instellen van een voogd, instellen curatele, etc. Veel gevraagd op tentamen! Is de rechter in een casus bezig met wetgeving, conflictbeslechting of besturen?
Als het gaat om conflictbeslechting zit je in een procedure. Kan zijn een strafprocedure, bestuurlijke procedure of civiele procedure. Deze procedures moeten voldoen aan art. 6 EVRM. De 3 belangrijkste eisen die we stellen zijn:
- De rechter moet onafhankelijk zijn
- Art. 116 en 177 Gw.
- Los van wie dan ook een uitspraak geven.
- Benoeming en ontslag en met name ontslag, moet zodanig geregeld zijn dat een ander bestuursorgaan daar geen zeggenschap meer over heeft. Je kunt alleen maar ontslagen worden door de Hoge Raad, als je er echt een potje van maakt.
- De rechter moet onpartijdig zijn
- Je moet volkomen blanco in een zaak staan: je mag niet belangen in een zaak hebben of mensen kennen, als dit wel het geval is zal er gewraakt worden. Komt veel voor.
- Als de rechter zelf denkt: ik ben niet onpartijdig, kan hij zich verschonen, en dus afzien van de zaak.
- Er moet sprake zijn van een redelijke termijn
- Art. 20 Rv
- Peremtoir instellen
- Art. 20 Rv
Rechtspraak in 3 instanties
Je komt allereerst bij de rechtbank terecht: er zijn 4 sectoren: sector kanton, straf, civiel en bestuur. Kantongerecht hebben we opgeheven, en nu is dat onderdeel van de rechtbank.
Hoger beroep in civiele- en strafzaken
Ga je in hoger beroep, dan is het bij straf en civiel dus zo dat je naar het Hof gaat. Hier wordt de zaak geheel opnieuw gedaan, dus de feiten en de rechtspraak. Ben je het niet eens met het Hof, dan kun je in cassatie gaan bij de Hoge Raad. Daar wordt niet meer geprocedeerd over de feiten. De Hoge Raad heeft alleen maar een rechtseenheidsfunctie.
Hoger beroep in bestuurszaken
Belastingrechtspraak ga je naar het Hof als je in hoger beroep gaat. Andere bestuursrechtelijke zaken, bijvoorbeeld bij de DUO: je gaat in beroep, daarna moet je naar de Centrale Raad van Beroep. CBB is met name economisch bestuursrecht. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is een restcategorie: verreweg de meeste hogerberoepszaken komen hier terecht.
In het bestuursrecht heb je geen rechtspraak in 3 instanties: je hebt sector bestuursrecht en dan de hoogste rechters. Aan de gerechtelijke procedure gaat echter bij bestuurszaken een bezwaarprocedure aan vooraf. Als je met DUO in de slag gaat, kun je niet direct naar de rechter: je moet eerst bij DUO zelf bezwaar maken.
Sectoren rechtbank
Sector kanton
De sector kanton is erbij getrokken, bij de rechtbank. De kantonrechters waren heel goed verdienende, alleensprekende rechters die veel zaken afdeden. Nu zijn ze dus onderdeel van de rechtbank, maar van ouds af aan heeft de sector kanton nog steeds de driedeling: civiel (opzegging huur of ontslag arbeidsgeschil), straf (overtreding milieuverordening) en bestuur (snelheidsovertreding; wet Mulder).
Huur en arbeidsgeschilzaken zijn, hoe hoog het bedrag ook is, kantonzaken. De kantonrechter gaat dus niet alleen om kleine bedragen, kan om miljoenen gaan!
In het strafrecht maken we onderscheid tussen overtredingen en misdrijven, overtredingen komen bij de kantonrechter terecht, er zijn echter uitzonderingen! Bijvoorbeeld de Wegenverkeerswet, zie achterin deze wet voor of het gaat om misdrijven of overtredingen.
Sector straf
Voorbeeld: mishandeling, komt niet bij de kantonrechter terecht.
Sector civiel
Voorbeeld: persoonlijke vorderingen. Kleine vorderingen komen bij de kantonrechter. Taak kantonrechters is wel toegenomen van 5000 euro naar 25.000 euro.
Sector bestuur
De DUO zaak komt bij de rechtbank: als je eerst bezwaar hebt gemaakt en je ongelijk hebt gekregen, kom je bij de rechtbank terecht.
Stel je voor: we hebben in Groningen last van drugsdealers die dag en nacht junks ontvangen. De buurt heeft hier enorm veel last van, niet alleen vanwege lawaaioverlast maar ook vanwege diefstallen en inbraken. De gemeente Groningen heeft een verordening opgesteld waarin is vastgelegd dat mensen een bezoeksverbod afgelegd krijgen. Dit betekent dat men bijvoorbeeld geen bezoekers, junks, mag ontvangen. Stel dat iemand een dergelijk verbod krijgt, dan heeft hij een geschil met de burgemeester. Dit grijpt in op zijn privacy: mag toch zelf beslissen welk bezoek ik ontvang? Bij welke rechtbank moet deze persoon dan zijn? Nu hebben we sinds vorig jaar 11 rechtbanken volgens de Wet gerechtelijke kaart, per 2013. In dit geval heb je een bestuursrechtelijk geschil: het bezoekersverbod.
Bij wie moet hij zijn? Relatieve competentie: burgemeester is van Groningen, zit in arrondissement Rechtbank Noord Nederland dus bij de rechtbank in beroep. Alle bestuursrechtelijke zaken komen in eerste aanleg bij de sector bestuur.
De drugsdealer zegt: de burgemeester grijpt door middel van een plaatselijke verordening in op mijn recht op privacy, dat in de Grondwet en het EVRM is gewaarborgd. Dit zijn de 2 beroepsgronden die hij aanvoert. Zou een burgemeester op basis van een verordening jou mogen verbieden bezoek te ontvangen? Een wetgever mag een grondrecht beperken, maar een gemeenteraad een grondrecht beperken? Dit kan niet! Heel af en toe mag het, als delegatie heeft plaatsgevonden. Als de burgemeester kan aantonen dat hij het verbod kan opleggen op basis van een delegatiebepaling, dan mag het. Kijk dan in art. 10: mag er gedelegeerd worden? ‘De wet kan regels stellen’? Als de drugsdealer naar de rechter gaat, krijgt hij gelijk! Want dit staat niet in art. 10 Gw! Mag het op basis van art. 8 EVRM? Dat mag je alleen doen op grond van de ‘wet’, veel minder streng dan onze Grondwet, die zegt dat je alleen een grondrecht mag beperken door een wet in formele zin. Hier voldoet het dus aan de eis. De tweede eis is dat het voldoet aan het doelcriterium: dus het criterium dat in de wet staat. In dit geval zegt de burgemeester: het is een wet in de zin van de EVRM, het doelcriterium was om inbraken te voorkomen, voldoet ook aan het EVRM. De derde eis is: noodzakelijk in de democratische rechtsorde: we hebben een stukje van het grondrecht afgepakt, vanwege de democratische rechtsorde.
Het moet in een goede verhouding tot elkaar staan: je mag niet een veel te zwaar middel inzetten. In dit geval zal het geaccepteerd worden: in de wijk is het inbraakrisico zo groot dat je je op een gegeven moment ook niet meer kunt verzekeren. Op grond van het EVRM is er dus niets aan de hand, een verordening kan dus. Maar volgens onze Grondwet is er een formele wet nodig! Dan kan het niet.
De wetgever mag grondrechten beperken, net zoveel als hij zelf wil. Stel dat de wetgever zegt:
je mag niet meer over homofilie praten in het openbaar. Dit is een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Mag dit op basis van onze Grondwet? Ja, de wetgever is vrij te doen wat hij wil. Toetsen we dit echter aan het EVRM: is nou zo’n wet noodzakelijk in een democratische rechtsorde? Nee, volstrekte onzin.
Op dit moment hebben we een wetsvoorstel liggen van de vorige kabinetsperiode waarin een boerkaverbod werd geregeld. Zou een inbreuk maken op de vrijheid van godsdienst. Zou dit kunnen? Ja, de wetgever kan dit doen. Maar: toets EVRM over noodzaak in democratische rechtsorde. Is het noodzakelijk daar een wet voor te maken? Er zijn ongeveer 50 a 60 vrouwen in heel Nederland die een boerka dragen.
De omwonenden maken geen deel uit van de procedure over de drugsdealer. Het was alleen de drugsdealer tegen de burgemeester. Bezoekverbod is onverbindend verklaard door de rechter: hij past het niet meer toe. Hij kan een avv niet nietig verklaren, want dat is in strijd met de machtenscheiding, maar hij geeft wel een signaal af over de niet-toepassing van de verordening.
Deze uitspraak komt in hoger beroep niet terecht bij de Centrale Raad (die doet alleen maar o.a. ambtenarenzaken, sociale verzekeringen, volksverzekeringen, WSF-zaken), ook niet bij het CBB (economisch bestuursrecht), ook niet bij de Hoge Raad (heeft van oudsher belastingrechtzaken), maar bij de Afdeling terecht. De Raad van State geeft adviezen over wetgeving, maar heeft ook een Afdeling Bestuursrechtspraak: deze heeft gezegd: je kunt niet een verordening maken om een grondrecht te beperken zonder dat er delegatie tussen zit.
Strafzaken
Wie zijn de partijen? Het OM versus een verdachte. Het OM noemen we wel: de staande magistratuur. De zittende magistratuur zijn de rechters, de staande de officieren van justitie. Tussen de minister en het OM zit het college van procureurs generaal, maar uiteindelijk is Opstelten de baas.
Tegenwoordig mag je 5 wietplantjes telen. Buitenlanders hebben bedacht: als we een akker huren, en iedereen 5 plantjes mag telen en je dus een hele akker wiet hebt, is dat een slim idee! Opstelten heeft gezegd: mag niet. Utrecht zegt: wel doen, criminaliteit haal je de wind dan uit de zeilen.
Een zaak over opium zou zeker bij de rechter komen en het zou gaan om een beleidsregel van het college van procureurs-generaal.
Competentie in strafzaken
Als student in Groningen in brand is gestoken, gaat het om een misdrijf. Je komt dus niet bij de sector kanton maar bij de sector straf van de rechtbank terecht. Het is mishandeling, misschien wel zware mishandeling. Bij zware mishandeling heb je blijvend letsel. Het is gebeurd in Overijssel, moet je dan naar de rechtbank Zwolle of Groningen? Het Wetboek van Strafvordering laat alles toe. Het meest praktische zal het OM doen: omdat de studenten in Groningen woonden, wordt het bij de rechtbank Groningen vervolgd.
Als de studenten het niet eens zijn met de uitspraak van de rechtbank Groningen, kom je in hoger beroep. Waar kom je dan terecht? Het ressort van het Hof is veel groter dan het arrondissement. Je komt in Leeuwarden uit.
Als je met de uitspraak van het Hof het ook niet eens bent, kun je nog in cassatie. Aan de Hoge Raad vraag je dan: Hof heeft me veroordeeld voor zware mishandeling, maar het zijn lichte brandwonden en restloos herstellen! De Hoge Raad is een rechtseenheid instantie: is het recht goed toegepast? Je kunt daar niet meer klagen: ja maar ik heb hem niet in brand gestoken maar Kees heeft dit gedaan!
Je kunt alleen maar klagen over het recht: procesrecht (formeel recht, vormverzuimen) of dat het recht verkeerd is toegepast.
De procureur-generaals adviseren de Hoge Raad voordat er in een zaak wordt beslist.
Soms geeft de Hoge Raad een uitspraak in plaats van het Hof, soms verwijst hij naar een ander Hof en soms verwijst hij terug met inachtneming van aanwijzingen.
Civiele zaken
Wie zijn de partijen? Burgers onderling. Soms kan de overheid ook partij zijn. De Nederlandse ambassadeur in Indonesië heeft excuses aangeboden voor de massamoorden in 1948 die wij daar gepleegd hebben. De nabestaanden van de omgekomen mannen wilden schadevergoeding hebben van de overheid. De Staat kan dus ook een ‘burger’ zijn. In dit geval is het een civiele procedure en wordt de Staat als civiele partij gedagvaard.
Waar moet je terecht? Sector kanton? Nee, het gaat om een hoeveelheid die boven de 25.000 euro uitkomt. Je komt dus bij de rechtbank terecht voor de absolute competentie. Je adieert die rechter waar de gedaagde woont. Waar woont de Staat der Nederlanden? Zie art. 99 Rv jo. 109 Rv: Den Haag, dus dan wordt het de rechtbank Den Haag. De hoofdregel is: woonplaats gedaagde, maar er bestaan uitzonderingen. Deze uitzonderingen komen vaak terug op het tentamen!
- Arbeidszaken: stel je voor je woont in Assen en je werkt in Leeuwarden, daar zit het bedrijf. Waar procederen?
- Onrechtmatige daad: de nabestaanden tegen de Staat
- Onroerende zaken: handig daar waar onroerende zaak gelegen is in verband met decente. Rijdende rechter is geen echte rechter, maar houdt altijd descentes. Bij strafzaken noem je dit een schouw.
Ben je het niet eens met de uitspraak van de rechtbank Den Haag kun je in hoger beroep. Het ligt in het ressort Den Haag dus ook daar ga je naar het Hof.
Je kunt ook in cassatie gaan maar ook hier houdt de rechter zich alleen bezig met de toepassing van het recht. Je zou kunnen zeggen: het is schending van het recht of verzuim van vormen.
Degene die stelt, moet bewijzen, art. 150 Rv. Soms is er echter een omkering van de bewijslast: dat kan bijv. op basis van de wet (voorbeeld: art. 185 Wvw) of als het blijkt uit de strekking van een wettelijke regeling (voorbeeld: werknemer vecht ontslag aan, werkgever heeft de bewijslast).
Wat mag je gebruiken bij bewijslevering? Notoire feiten, feiten van algemene bekendheid. Of feiten die door andere partijen niet worden ontkend. Als je een keer in een civiele procedure niet komt en je telefoonmaatschappij zegt: je hebt voor 1000 euro verbeld, dan neemt de rechter dat aan.
In een civiele procedure is de rechter lijdelijk: wat partijen niet ontkennen, geloof hij, hij is niet op zoek naar de waarheid.
Wat mag de andere partij als bewijs inbrengen? Wettelijk: schuldbekentenis, akten en vonnissen, openlegging van boeken, descente, deskundigen, getuigen: zie art. 152 Rv. Er zijn ook niet wettelijke bewijsmiddelen: foto’s, video’s, diskettes, e-mails, kassabonnen. De wettelijke bewijsmiddelen hebben volledige, dwingende bewijskracht. Ook authentieke akten hebben dwingende bewijskracht, zoals diploma of bul. Bij de niet wettelijke mag de rechter zelf weten wat hij ermee doet, hebben vrije bewijskracht.
Vormvoorschriften vonnis
Art. 121 Grondwet: openbaar uitgesproken en moet gronden bevatten. Bij de bestuursrechter heet een vonnis een uitspraak. De gronden: moet gemotiveerd zijn. In het dictum staat de echte uitspraak: hierin is opgenomen wat er moet gebeuren.
HC week 39
Vragen die slecht waren gemaakt bij de toets van week 38:
Voor de burgerlijke rechter dienen beide partijen zich te allen tijde te laten vertegenwoordigen door een advocaat
Onjuist.
Indien een eiser in het burgerlijk proces onvoldoende belang heeft bij zijn vordering dan leidt dit tot afwijzing van de vordering.
Onjuist.
In dit geval heeft de vordering onvoldoende belang. Betekent dit dat de ontbinding van de huurovereenkomst wordt afgewezen? Heeft niks met inhoud te maken, maar puur met het feit: dit is zo onbelangrijk voor de rechter: hier ga ik mij kostbare tijd niet aan voldoen. Als je voldoende belang hebt, dan heb je toegang tot de rechter.
Het beursgenoteerde bedrijf Vice Versa maakt voor haar ondernemingsactiviteiten gebruik van een tweetal monumentale grachtenpanden aan de Prinsengracht in Amsterdam. Zij huurt de panden van de in Rotterdam woonachtige Cees de Jonge. Door financieel wanbeleid kan Vice Versa de huur van de twee panden niet meer betalen. De achterstallige huur van 4 maanden (7900 euro per maand) doet Cees de Jonge besluiten Vice Versa te dagvaarden. Inmiddels heeft Vice Versa haar ondernemingsactiviteiten in Amsterdam gestaakt en is ‘verhuisd’ naar Groningen. De rechtbank Noord-Nederland, sector kanton is bevoegd.
Onjuist. Het is kennis: de rechter moet zich op de hoogte kunnen stellen van de feitelijke situatie.
In de Wet op de Rechterlijke organisatie is bepaald wat de geografische rechtsgebieden van de verschillende rechtbanken en gerechtshoven zijn.
Onjuist. Zal niet zo gedetailleerd gevraagd worden op het tentamen.
Hans van Beveren heeft een bedrijf in meubels gevestigd te Den Haag. Omdat Hans klantvriendelijkheid en snelle service hoog in het vaandel heeft staan, is zijn bedrijfsslogan ‘Van Beveren kan ter plekke leveren’. Dit betekent dat Hans een meubelstuk direct uit voorraad kan leveren wanneer een klant dat wenst. Vanzelfsprekend moet Hans hiervoor een aanzienlijke hoeveelheid meubels op voorraad hebben. Om deze voorraad kwijt te kunnen, huurt hij een gigantische loods van Klaas de Vries, woonachtig te Amsterdam, voor een bedrag van 3000 euro per maand. Door het barre economische klimaat komt Hans echter in financiële problemen, waardoor hij niet meer in staat is om de huur te voldoen. Klaas heeft begrip voor de situatie van Hans en is bereid enige coulance te betrachten: Hans mag de betaling van de huurpenningen zes maanden uitstellen. Hans maakt hier uiteraard dankbaar gebruik van. Als Klaas na tien maanden en na het versturen van meerdere aanmaningen aan het adres van Hans, nog steeds de huur niet heeft ontvangen, besluit hij naar de rechter te stappen om de achterstallige huurtermijnen ten bedrage van 30.000 euro (10 x 3000 euro) op te eisen.
Aangezien het hier een vordering betreft van boven de 25.000 euro is in dit geval de rechtbank, sector civiel, in Den Haag bevoegd.
Onjuist. Als het gaat om huurgeschillen, dan is de bovengrens onbeperkt! Dit kan om tonnen gaan. Dit zijn wel hoofdzaken, dit moet je weten.
Privaatrecht
Deze week maken we een begin met het privaatrecht, ofwel het civiele of burgerlijke recht. Waar vind je dit? In het Burgerlijk Wetboek. Is dit een wet in formele zin? Ja! Er komt ‘wet’ in voor. Waarom zeggen we ‘wetboek’? Dat doen we omdat het een hele uitgebreide wet is, en die hebben we opgesplitst in boeken. Als je verwijst naar het Burgerlijk Wetboek, moet je eerst zeggen naar welk boek je verwijst. Als je bijvoorbeeld wilt verwijzen naar het eerste artikel van het tweede boek, schrijf je dit zo: art. 2:1 BW.
Is het ook een wet in materiele zin? Ja, er staan allerlei ge- en verboden in voor de burgers. Boek 5 bepaalt zo hoe buren met elkaar om moeten gaan.
Het BW is opgedeeld als een trechter: zoek je algemene dingen, moet je in boek 3 zijn. Wil je iets heel gespecialiseerds hebben, dan zit je in een later boek. Onthoud de trechtervorm.
Boek 1 : gaat over het personen- en familierecht, bijvoorbeeld naam, onderhoud, etc.
Boek 2 : gaat over rechtspersonen. BV’s, NV’s, verenigingen, etc.: die kunnen ook deelnemen aan het rechtsverkeer als ware zij natuurlijke personen. Wie hebben rechtspersoonlijkheid? Zie boek 2.
Boek 3 t/m 8 : gaat over het vermogensrecht: alle rechten die op geld waardeerbaar zijn. De kern van ons economisch bestel staat hierin.
Boek 4 : erfrecht
Boek 5 : goederenrecht. Gaat om eigendom en afgeleide eigendomsrechten. Eigendom is
het grotere geheel, maar die kleinere delen leggen we ook vast in rechten.
Boek 6 t/m 8 : verbintenissenrecht. Ook hierin heb je de opbouw van algemeen naar bijzonder.
Boek 10 : internationaal privaatrecht. Als je als Nederlander in Duitsland een auto koopt heb
je grensoverschrijdend rechtsverkeer. Welk recht is hier van toepassing? Nederlands
of Duits recht? Dit zijn vragen van internationaal privaatrecht.
Van algemeen naar bijzonder
Art. 3:33 BW: hierin is het begrip ‘rechtshandeling’ opgenomen. Dat is de wil van iemand die wordt verklaard.
Art. 6:217 BW: een overeenkomst wordt ook als rechtshandeling aangemerkt. Als de 2 rechtshandelingen op elkaar passen, komt er door aanbod en aanvaarding een overeenkomst tot stand. Maar nu zit je alweer in Boek 6: het overeenkomstenrecht. De kern is aanbod en aanvaarding.
Wat is het gevolg van het sluiten van een overeenkomst? Er vloeien verplichtingen uit voort, dit noem je verbintenissen. Als je het dan hebt over wat dan voortvloeit uit de overeenkomst, kijk je in art. 6:248 BW: er vloeien verbintenissen uit voort, zowel voor de verhuurder en de huurder (bijvoorbeeld).
Objectief recht (law)
Het BW is voor ons de belangrijkste bron van het privaatrecht. Dit is ‘law’: het geheel van alle rechtsregels in de wet, oftewel: het objectieve recht. Hoe kom je in aanraking met het objectieve recht? Dit gebeurt door een rechtsfeit. Je moet je voorstellen: je hebt het geheel van recht, dat staat ergens, maar hoe wordt dit in werking gesteld? Door het rechtsfeit: daaruit vloeit een rechtsgevolg voort.
Het objectieve recht bepaald bijv. in boek 7A huur en verhuur door een rechtshandeling te verrichten, in dit geval: aanvaarding van het aanbod. Er komt een rechtsgevolg tot stand. Er ontstaat vervolgens een subjectief recht: huur voor de huurder en geld in de vorm van huur voor de verhuurder.
Dit wordt ‘right’ in het Engels genoemd: dat ontleen je aan ‘law’. Aan het rechtssubject toekomend recht, bijvoorbeeld een eigendomsrecht. Er ontstaat ook een bevoegdheid, bijvoorbeeld om huur te innen.
Rechtssubjecten
Wie zijn dit? Dragers van rechten en plichten, art. 1:1 BW, natuurlijke personen. Rechtspersonen kunnen dit ook. Een naamloze vennootschap kan ook deelnemen aan het recht als ware het een natuurlijk persoon. Ook de Staat, of een gemeente of universiteit moet privaatrechtelijke rechtshandelingen kunnen verrichten, bijvoorbeeld om deze zaal te huren. Je zit dan gewoon in het privaatrecht en dit kan alleen als de universiteit rechtspersoonlijkheid heeft, en dit staat in de WHW. Een gemeente moet ook computers kunnen aanschaffen, etc., ook deze heeft rechtspersoonlijkheid. De kerk heeft ook rechtspersoonlijkheid.
We hebben natuurlijke personen, privaatrechtelijke rechtspersonen, en de kerk.
Hebben dieren ook rechtspersoonlijkheid? Nee.
Drie soorten rechtspersonen
- Art. 2:1 BW: krachtens privaatrecht opgericht: vereniging, stichting, nv, bv, etc.
Richt je een vereniging op, dan val je onder dit artikel.
- Art 2:1 BW: krachtens publiekrecht ingesteld
Worden gegeven, niet opgericht. Staat, provincie, gemeente, waterschap, universiteit.
De staat heeft ook privaatrechtelijke persoonlijkheid en kan in rechte worden gedaagd.
Geldt ook voor gemeente, waterschap, etc.
- Art. 2:2 BW: erkende kerkgenootschappen
Als je zegt dat je een kerk bent, ben je ook een rechtspersoon.
Kerken hoeven geen belasting te betalen, ze zijn daarvan vrijgesteld. Het is soms wel aantrekkelijk om jezelf ‘kerk’ te noemen. In Amsterdam hebben we de satanskerk gehad: het was gewoon een bordeel. Tot aan de Hoge Raad hebben zij geprocedeerd dat zij onder de noemer kerk vielen. De Hoge Raad heeft toen gezegd: nooit enige vorm van spirituele beleving, dus geen kerk.
Vrouw klaagt olifant aan
In andere landen kan een dier gestraft worden als het bijvoorbeeld een dorp in India heeft platgestampt (olifant). Dan toch is het gebruikelijk om een elementaire gedachte van het strafrecht, vergelding, toe te passen. Olifanten in India worden opgehangen en zo wordt hier invulling aan gegeven. Je houdt de samenleving zo rustig.
Rechtsfeiten
We kennen 2 soorten rechtsfeiten:
- Blote rechtsfeiten
Kun je niks aan doen. Hieraan verbindt de ‘law’ een gevolg, maar je kunt er niks aan doen.
- Geboorte
Daar kun je, als je geboren wordt, niks aan doen. Hieraan ontleen je echter wel rechten en later ook verplichtingen.
- Naburigheid
Bijvoorbeeld het recht op knippen van overhangende takken.
- Tijdsverloop
Bijvoorbeeld een vorderingsrecht dat teniet gaat na 20 jaar, art. 3:306 BW. Als een vordering verjaart, kun je door tijdsverloop iemand niet meer aanspreken.
- Menselijk handelen
De mens moet iets ‘doen’:
- Rechtshandelingen
Je beoogt het recht in werking te stellen, je wil, je intentie is heel belangrijk!
Je moet een geopenbaarde, verklaarde wil hebben. Daar zit je in de sfeer van beoogde rechtsgevolgen, art. 3:33 BW.
- Twee elementen:
- Wil gericht op rechtsgevolg
- Door verklaring geopenbaard
- Er zijn 1.) eenzijdige rechtshandelingen
- Bijvoorbeeld erkennen van kind (art. 1:5 BW)
- Bijvoorbeeld opzeggen arbeidsovereenkomst (art. 7:670 BW)
- Bijvoorbeeld opstellen testament (art. 4:42 BW)
- En 2.) meerzijdige rechtshandelingen
- Je hebt de wil van tenminste 2 mensen nodig
- Bijvoorbeeld koopovereenkomst, huurovereenkomst, verzekeringsovereenkomst, huwelijk(sovereenkomst)
- Feitelijk handelen
Wil doet er niet toe: als je tegen een auto aanrijdt en je doet dit expres of niet
het recht verbindt hier toch gevolgen aan. Als je per ongeluk bier omstoot, zal degene die ze bestelt heeft: geef me 10 nieuwen.
Hier vloeien verbintenissen uit de wet uit voort, ontspruiten dus aan de wet.
- Je zit in de sfeer van de rechtmatige of de onrechtmatige daad
- 1. Onrechtmatige daad, art. 6:162 BW
Recht op schadevergoeding door handelingen in strijd met het recht.
2. Rechtmatige daad
Bijvoorbeeld zaakwaarneming: herstellen dak van buurman om grotere schade te voorkomen. Je schiet het voor en als je buurman terugkomt en dit niet wil vergoeden, kun je op grond van zaakwaarneming de schade laten vergoeden. Er ontstaat een verbintenis uit feitelijk handelen, niet omdat de ander dat wil maar vanwege de wet.
3. Wanprestatie
Bijvoorbeeld: je geeft een schilder een opdracht een huis te schilderen maar dit doet hij niet in de overeengekomen kleur, dan hoef je niet de overeengekomen prijs te betalen, je mag het verminderen.
Niet elke verplichting is een verbintenis
Er is een gevoelsmatige grens: niet alle afspraken vloeien verbintenissen uit voort. Daarnaast zijn er juridisch relevante afspraken, maar waaraan het recht niet het gevolg verbindt dat ze afdwingbaar zijn. Die zitten tussen een morele verplichting en de juridische verbintenis in en noemen we de natuurlijke verbintenis.
Bijvoorbeeld: speelschulden. Als we wedden en we verliezen de weddenschap en je hebt er een flesje wijn opgezet en ik geef hem je niet, dus ik kom mijn overeenkomst niet na, is het niet zo dat je naar de rechter toe kunt stappen en het af te dwingen. In casino’s lost men dit op door het kopen van viches, want die zijn niet veel waard.
Of: art. 6:3 BW: niet afdwingbaar. Smeergelden in gemeentekas gestort: geen verbintenis want geen verplichting, dus onverschuldigd. De Hoge Raad zei: je hebt het terugbetaald en er bestond geen keiharde verplichting voor, maar het was wel een natuurlijke verbintenis. Als ik je het flesje wijn geef, kan ik de dag erna niet zeggen: ik wil het terug. Het is juridisch gesproken rond. Het betalen is niet onverschuldigd, maar is het nakomen van een dwingende verplichting van moraal en fatsoen, van een natuurlijke verbintenis.
Het verschil tussen feitelijk handelen en rechtshandelingen
Het ene geval: is het rechtsgevolg beoogd? Het andere geval: wil doet er niet toe.
Als de wil zo belangrijk is, kun je je voorstellen dat de wet eisen stelt aan de kwaliteit van de wil. Een vijfjarig kind die voor 2500 dollar een spel heeft gekocht: wordt je dan beschermd of zeg je: er is een overeenkomst tot stand gekomen? Het recht zegt: in deze gevallen worden minderjarigen beschermd, zij hebben een nog niet aantastbare wil.
Tot wanneer? Van 15 tot 18 is een grijze zone, voorzienbaarheid. Je kunt jezelf ook immuun maken door te zeggen: ik heb toestemming van mijn ouders. Als een vader van iemand vroegtijdig overlijdt en iemand vroegtijdig het bedrijf moet overnemen, kan de rechter om handlichting (art. 1:235 BW) worden verleend aan minderjarigen.
Onder curatele gesteld worden door de rechter betekent dat je nog wel overeenkomsten kunt sluiten, maar deze kunnen achteraf worden ontbonden (art. 1:378 BW). Zij genieten meer bescherming dan jullie en ik.
Je hebt dus het objectieve recht è door rechtsfeit (menselijk handelen/bloot rechtsfeit è subjectief recht. Het menselijk handelen kun je onderscheiden in rechtshandelingen (meerzijdig/eenzijdig) en het menselijk handelen kun je verdelen onrechtmatig, rechtmatig en wanprestatie.
(Zie sheets Nestor voor schema’s).
Wanneer rechtshandelen
Sommige afspraken onttrekken zich dus aan het recht: als je een eetafspraak maakt met je vriendinnetje en je komt niet, dan onttrekt zich dat aan het recht.
Wat is een gift?
Ik had een buurvrouw achter mij wonen en die had een kat. De buurvrouw ging verhuizen en de kat is van jullie, zei de buurvrouw. Wat voor rechtsfeit is dit?
- Bloot rechtsfeit? Nee
- Feitelijk handelen? Nee
- Rechtshandelen? Ja
- Meerzijdige rechtshandeling?
- De wil van alle twee de personen is doorslaggevend. De buurvrouw kan niet zeggen: hier heb je de kat, of hier heb je de vuilnis: de ander moet het accepteren, er komt een overeenkomst tot stand. Denk dus niet dat het een eenzijdige rechtshandeling is, omdat er maar 1 verbintenis uit voortvloeit (de verbintenis om de kat te geven, het ontvangen zien we niet als rechtshandeling). Het geven van iets is dus wel degelijk een meerzijdige rechtshandeling.
- Eenzijdige rechtshandeling?
- Meerzijdige rechtshandeling?
Het vinden van een schelp, raap je op en neem je mee. Wat voor rechtsfeit is dat? Feitelijk handelen: je eigent je de schelp toe.
Student vindt een paraplu en neemt hem mee naar huis. Wat voor handelen is dit? Verbindt het recht hier gevolgen aan, als je de paraplu die volkomen in de kreukels ligt meeneemt? Student wordt eigenaar. Het recht verbindt hier wel gevolgen aan, dus zeker een rechtsfeit. Door het mee te nemen wordt hij eigenaar. Het is feitelijk handelen.
Je hebt ook studenten die zien een fiets staan en die denken die is van niemand, staat niet op slot. Wordt die student dan eigenaar? Nee. Daaraan verbindt het recht allerlei gevolgen: diefstal, je wordt niet meteen eigenaar (eigenlijk nooit omdat je hem gestolen wordt).
Elfjarig jongetje steekt een heideveld in de brand. Is dit een rechtsfeit, verbindt het recht hier gevolgen aan? Rechtshandelen of feitelijk handelen? Feitelijk handelen! En natuurlijk verbind het recht hier gevolgen aan: de ouders moesten de schade vergoeden, ouders zijn aansprakelijk voor de onrechtmatige daden van hun kinderen. In het burgerlijke recht is het zo dat ouders voor hun kinderen tot 14 jaar voor alle handelingen aansprakelijk, ook al was het een fout van het kind. Vanaf 16 zijn de kinderen zelf aansprakelijk. Vanaf 12 ligt de strafrechtelijke meerderjarigheidsgrens: onder 12 kun je niks doen op dat gebied.
Opa laat een schilderij aan een museum. Wat voor soort handelen is dit? Feitelijk handelen? Hij is dood, hij laat het na…. Dit is rechtshandelen. Een testament kan kunnen, maar in dit geval spreken we meer van een legaat: na mijn dood moet dit schilderij nagelaten worden aan het museum.
12-jarige laat een tattoo zetten. Wat is dit? Is dit een bloot rechtsfeit? Is het feitelijk handelen of rechtshandelen? Dit is een overeenkomst waarbij je aan een tatoeëerder vraagt: wil je een overeenkomst met mij aangaan? Kunnen de ouders de overeenkomst ongedaan maken? Ja, dat kan. Maar de tattoo is al gezet.
Je wordt 18. Is dit een rechtsfeit? Ja. Tijdsverloop: je wordt meerderjarig en je krijgt plotseling kiesrecht.
Curanda koopt jacht in de haven van Monaco. Is die overeenkomst, tot koop, is dat rechtshandelen? Ja, een onder curatele gestelde kan wel degelijk overeenkomsten sluiten, net als een minderjarige, maar die kan achteraf vernietigd worden!
Subjectieve rechten
Vermogensrechten zijn rechten die op geld waardeerbaar zijn. Over persoonlijkheidsrechten, ook subjectieve rechten, spreken we nauwelijks. We maken een onderscheid in rechten de op geld waardeerbaar zijn in:
- Absoluut recht
Werkt tegen eenieder. Legt een relatie tussen object en persoon.
- Relatief recht
Legt relatie tussen 2 personen onderling: een overeenkomst met de fietsenmaker waar je een fiets koopt. Een relatief recht is relatief, legt slechts een rechtsrelatie met een enkeling. Hieruit vloeien verbintenissen voort, andere termen zijn: persoonlijke rechten, vorderingsrechten.
Als je grond koopt dan wordt je eigenaar hiervan en dit betekent dat anderen er niet zonder jouw toestemming erop kan komen. Iedereen moet zich onthouden van het maken van een inbreuk. Bij relatieve rechten sluit je maar met een iemand anders een overeenkomst, daarmee heb je een relatie, met anderen niet.
Obligatoire overeenkomst
Roept verplichtingen in het leven. Bijvoorbeeld een huurovereenkomst: jij moet huurprijs betalen, verhuurder moet je het rustig genot van jouw kamer verschaffen. Hoe komt zo’n overeenkomst tot stand? Art. 6:217 BW: aanvaarding van het aanbod. Als op Marktplaats iets wordt aangeboden en je schrijft een mail met: ik aanvaard het aanbod, komt er een overeenkomst tot stand. Jij moet betalen en de fiets moet geleverd worden. Er kan van alles fout gaan.
Aanbod
Is elk aanbod onherroepelijk? Moet je dat gestand doen? In beginsel wel. Maar: de Hoge Raad heeft gezegd dat als het gaat om een aanbod van een individueel bepaalde zaak, moet je het aanbod meer zien als een uitnodiging. Bijvoorbeeld een huis. Zie het arrest Hofland/Hennis.
Aanbod genuszaken
Dan kan dat niet. Bied soortzaken aan, moet je je aanbod ook gestand doen.
Geen wilsovereenstemming
Als de koopprijs in de buurt zit van wat redelijk is, moet de verkoper zijn aanbod gestand doen. Doe je een aanbod, dan moet je het gestand doen. Maak je een vergissing en de ander moest dit redelijkerwijs beseffen, dan kan hij eraan ontsnappen.
HC week 40
Ontstaan relatieve rechten
Meerzijdige rechtshandeling. Hieruit vloeit een overeenkomst voort, en hieruit vloeien verplichtingen voort. Als je goed nagaat waar je staat, moet het lukken om de basis te leggen van het verbintenissenrecht.
Zit je in de fase van de rechtshandelingen die bij elkaar komen? Heb je al te maken met een overeenkomst, of verbintenissen? Zijn die al dan niet nagekomen?
Telegraafartikel: een man maakte per ongeluk 43.000 euro over op een rekening. Dit is feitelijk handelen waar het recht gevolgen aan verbindt. Onverschuldigde betaling.
Ook: een man die probeert zelfmoord te plegen, maar hij wordt gered door de artsen en krijgt vervolgens een dikke rekening. Zaakwaarneming wordt dit genoemd. Hier heeft de arts zich op goede gronden ingelaten met de belangen van iemand anders naar objectieve maatstaven zo goed mogelijk zijn belang te behartigen. Je behartigt de belangen van een ander, toch moet de man de kosten betalen.
Als je je op redelijke gronden inlaat voor de belangen van een ander, zonder overeenkomst, is er sprake van zaakwaarneming. Deze kwestie van zelfs tegen je wil in handelen door artsen, de plicht om je patiënt te helpen, gaat boven de uitgesproken wil op dat moment uit. Onthoud in dit geval dat er geen sprake is van rechtshandelen, want er komt geen overeenkomst tot stand, maar rechtmatig handelen, waaraan gevolgen worden verbonden.
Wat voor soort handelen is je vinger opsteken bij een veilig? Rechtshandeling, de veilingmeester heef teen schilderij in de aanbieding, wordt op geboden, dit is aanvaarding.
Er komt normaal gesproken een obligatoire overeenkomst tot stand: hier zitten verplichtingen in. Over en weer ontstaan er verplichtingen en rechten. In die overeenkomst maken we een onderscheid tussen de eenzijdige en wederkerige overeenkomst. Een schenkingsovereenkomst is wel een overeenkomst, zie vorige week.
Een goed voorbeeld van een wederkerige overeenkomst is een arbeidsovereenkomst, koopovereenkomst, huurovereenkomst, etc.
We maken ook andere indelingen, bijvoorbeeld in de benoemde en onbenoemde overeenkomsten. De arbeidsovereenkomst is een hele belangrijke regel geworden: dit is helemaal uitgewerkt. Maar bijvoorbeeld de lease overeenkomst, die ook veel voorkomt, is niet uitgewerkt in de wet, ook een pensionpaardenovereenkomst. De algemene bepalingen van de wet gelden dan, contractsvrijheid is heel groot.
Er zijn nog andere indelingen te maken: vormvrije en overeenkomsten waaraan de wet verplichtingen (vormvoorschriften) stelt, bijvoorbeeld de huurkoopovereenkomst: de verplichting dat dit schriftelijk gebeurd is in de wet opgenomen. Koop en verkoop is in beginsel vormloos, kan mondeling.
Welke overeenkomsten mag je sluiten?
Iedereen is in beginsel vrij de overeenkomsten te sluiten die hij of zij wenst. Heel anders dan het goederenrecht: dit is heel strikt gereglementeerd en biedt heel weinig ruimte. Het open systeem betekent niet dat er geen grenzen zijn: je kunt niet over alles overeenkomsten sluiten. Bijvoorbeeld: een strijd over het zetten van een kraak, dit was opgenomen in een overeenkomst. Je hebt een overval gepleegd en afspraken gemaakt over de verdeling en een van de partijen houdt zich er niet aan, hiermee ga je naar de rechter. Iedereen heeft zijn straf uitgezeten en een der partijen was niet tevreden. De rechtbank heeft gezegd: dit is een overeenkomst in strijd met de openbare orde.
Je kunt ook overeenkomsten sluiten in strijd met een dwingendrechtelijke bepaling.
Openbare orde
Art. 2:20 BW. Wat is openbare orde? Een vereniging die zich ten doel stelt om art. 242 uit het Wetboek van Strafrecht te schrappen, verbod op ontucht met minderjarigen. Het begrip openbare orde kom je voortdurend tegen: is zo’n vereniging (vereniging Martijn) een vereniging die in strijd handelt met de openbare orde? Het OM kan in civiele procedures een rol hebben, zoals hier bijvoorbeeld: op voordracht van het OM kan dan naar de civiele rechter toestappen, en deze kan zo’n vereniging dan verbieden en ontbinden. Dit is ook gebeurd met de vereniging Martijn, door de rechtbank Assen.
Goede zeden
Commercieel draagmoederschap. Is dit een strafbaar feit? HR: nee, maar wel in strijd met goede zeden. Tegenwoordig staat dit gewoon in de wet. Als je om geld je zwanger laat maken en het kindje ‘verkoopt’ aan de wensouders, dan is dat in strijd met de wet.
Rechtsgevolgen overeenkomst
Als er een overeenkomst tot stand komt, je blijft binnen de bandbreedte van de wet, openbare orde en goede zeden, wat zijn de rechtsgevolgen daarvan? We verbinden niet alleen de afspraak dat het nagekomen dient te worden (pacta sunt servanda), maar we verbinden er nog meer afspraken aan. Er volgen ook secundaire gevolgen uit de overeenkomst.
Het kan zijn dat de wet er allemaal gevolgen aan verbindt. Sommige overeenkomsten zijn zo riskant, dat de wet zich ermee bemoeit, bijvoorbeeld de Colportagewet: als je aan de deur iets hebt gekocht, heb je 8 dagen dat je er nog van af kunt. Dit is een gevolg dat de colporteur er liever niet aan had, maar de wet doet dit toch.
Ook de gewoonte verbindt gevolgen aan de overeenkomst. Deze worden stilzwijgend geacht onderdeel uit te maken van de overeenkomst.
De redelijkheid en billijkheid: redelijkheid (wat is rationeel aanvaardbaar?), billijkheid (emotioneel aanvaardbaar?). De letterlijke uitvoering van een overeenkomst kan tot niet aanvaardbare gevolgen leiden. Redelijkheid en billijkheid kan in ieder geval een overeenkomst aanvullen. We hebben zelfs aanvaard dat de redelijkheid kan maken dat het een tegengesteld effect heeft dan wat afgesproken. Bijvoorbeeld: een man heeft op advies geld belegd op advies van een bank en het bedrijf waarin is geïnvesteerd, gaat failliet. De man spreekt de bank aan. De bank zegt: wij zijn niet aansprakelijk, zie kleine lettertjes van het contract.
De Hoge Raad zegt echter: de redelijkheid en billijkheid kan onder omstandigheden meebrengen dat de bank zich niet kan beroepen op de aansprakelijkheidsuitsluiting. Dit noemen we de ‘derogerende’ werking van de redelijkheid en billijkheid: je krijgt precies een tegenovergestelde uitkomst van hetgeen je hebt afgesproken. Een bank wordt geacht deskundig te zijn op het gebied van beleggingen. In dit geval had de bank zelf het initiatief genomen om de man met het geld te benaderen. De man denkt: de bank zal er wel verstand van hebben en geeft zich eraan over. Heeft overeenkomst niet heel goed bekeken, want dan had hij de kleine lettertjes gezien met daarin de exoneratie clausule (aansprakelijkheid uitsluiten), maar toch krijgt hij gelijk.
Wat spreek je af?
Als je op basis van je ov-jaarkaart reist, zitten er een aantal onderwater bepalingen, bijvoorbeeld: op deze overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing. Hiervan ben je je niet altijd bewust, maar die maken wel degelijk deel uit van de partijafspraak. Hiervan hebben we talloze voorbeelden.
Secundaire gevolgen redelijkheid en billijkheid en wet
Partij afspraak kan door secundaire gevolgen aangevuld worden.
Bijvoorbeeld: een bedrijf dacht dat een machine te gebruiken was, maar je tot een jaar na dato de machine kon teruggeven aan de leverancier. Het bedrijf gebruikt intensief een half jaar de machine en wil de machine dan weer retourneren. Beviel toch niet zo goed. Dit is het Haviltex arrest, daarin ontwikkelde de Hoge Raad het criterium: wat je afspreekt is de kern van hetgeen je moet nakomen, maar de redelijkheid en billijkheid kunnen dit wel aanvullen. In dit geval kun je niet op deze clausule een beroep doen. Er wordt een appel gedaan op het ontwikkelingsniveau van de koper: dit kan de koper zelf ook redeneren, dat het onbillijk is na een half jaar de machine nog terug te geven. Het Haviltex criterium is een goed voorbeeld van hoe de rechter op grond van redelijkheid en billijkheid de rechtsgronden aanvult.
Ook in de wet zijn er secundaire gevolgen. Er kunnen gewoontes of wettelijke bepalingen bestaan die de partij afspraak heel nadrukkelijk aanvullen. Voor de arbeidsovereenkomst heeft de wetgever de positie van de zwakkere partij aangetrokken die van dwingend recht zijn, die zijn naast de overeenkomst van toepassing.
Criteria opzij zetten exoneratieclausule
Volgens arrest Saladin/HBU (derogerende werking redelijkheid en billijkheid):
- Mate van schuld
- Wie is de kwade genius? De bank heeft het initiatief genomen, bedrijf aangeraden, etc.
- Belangen
- Voor individu (man) heel groot, want ging over pensioenvoorziening. Voor de bank was hij maar een kleine partij.
- Soort overeenkomst
- Beleggingsovereenkomst: man moest beseffen dat dit risico’s met zich meebrengt.
- Maatschappelijke positie partij
- Hoe vermogend is de man, hoe vermogend is de bank?
- Mate van bewustheid van beding
- Heeft hij echt de algemene voorwaarden goed bekeken?
Deze factoren weeg je voordat je een beslissing neemt. Hoe weeg je die factoren tegenover elkaar? Dat weet niemand, het is een soort intuïtie. We verzinnen criteria en door deze te wegen en te laten zien hoe je ze weegt, verantwoord je hoe je aan een beslissing noemt, en dit wordt dan door de justitiabelen geaccepteerd.
Inhoud verbintenissen
Wat kan de inhoud van de verplichting zijn? Betaling auto’s door koper en verkoper moet auto’s leveren. Het kan zijn dat je afgelopen zaterdag bij een concert was en je gaf je jas af: dit is juridisch gesproken een overeenkomst tot bewaargeving en bewaarneming. Meestal zie je ‘de directie is niet aansprakelijk…’, dit betekent wij zijn niet aansprakelijk. Ze bedoelen ermee te zeggen: we zijn niet aansprakelijk als je jas gestolen wordt. Kan dit? Dit is ook een exoneratieclausule. Dit kan niet! Onzin, dat bordje. Dit is in strijd met de redelijkheid en billijkheid: je sluit een overeenkomst tot bewaarneming en -geving en je kunt moeilijk aan het einde van de avond zeggen: we hebben er niet op gelet.
Verbintenissen kunnen, kortom, van alles inhouden.
Hoe gaan de verbintenissen teniet?
Door:
- Nakoming
- Afstand door schuldeiser
- Als je van je ouders geld leent en je studeert binnen 4 jaar af, zullen ouders vaak zeggen: laat maar zitten, goed gedaan.
- Ontbindende voorwaarde
- Als je een huis koopt onder ontbindende voorwaarde dat je hem niet hebt gekocht als je de financiering niet rond krijgt.
Wat kun je doen als een verbintenis niet nagekomen wordt?
Je moet allereerst kijken om wat voor soort overeenkomst het gaat. Bijvoorbeeld: je maakt een afspraak over dak dekken met riet maar er worden pannen opgelegd. Dit is makkelijk te bewijzen. Het is een resultaatsverbintenis.
Maar heb je te maken met een inspanningsverbintenis, bijvoorbeeld dat je onder behandeling staat bij een fysiotherapeut maar je klacht gaat niet over, dan kun je geen resultaat afdwingen. Dit maakt de positie van partijen heel anders.
Wat zijn je bevoegdheden? Bijvoorbeeld: als je als winkelier 140 paar schaatsen koopt in de zomer en je hebt ze in de winter nog steeds niet gekregen, wat kun je dan doen? Je kunt natuurlijk een telefoontje plegen, kun je nakoming vorderen. Als je als huurder er een potje van maakt en in je huurcontract staat je mag geen geluidsoverlast plegen, kan je woningbouwvereniging zeggen: je moet je overeenkomst nakomen! In het geval van de winkelier, die hierdoor een aantal transacties heeft gemist, kun je vertragingsschade vorderen.
Maar: er zijn ook andere bevoegdheden die aan de schuldeiser toekomen als de overeenkomst niet wordt nagekomen. Als je in een kamer woont en het lekt, kun je nakoming vorderen. Maar mag je je prestatie opschorten? Dat je dan geen huur meer betaald of minder huur betaald?
Je kunt ook verrekenen: bijvoorbeeld zonnepanelen op je huis. Je koopt dan stroom maar je levert ook stroom terug, dat mag je dan verrekenen bij sommige energieleveranciers.
Je hebt ook 3 bevoegdheden die je onder voorwaarden mag uitoefenen:
- Vervangende schadevergoeding
- Het is januari en de schaatsfabriek heeft nog steeds de schaatsen niet geleverd. Je wilt dan niet alleen vertragingsschade, maar ook vervangende schadevergoeding hebben, je hebt 10.000 euro schade geleden.
- Ontbinding
- Het hoeft niet meer, je wilt ergens anders kopen.
- Aanvullende schadevergoeding
Die kunnen slechts onder specifieke condities. Je mag ze pas inzetten als er sprake is van ‘verzuim’. Verzuim is een technisch juridische term die staat voor het feit dat je een opeisbare verbintenis moet hebben.
Als het schaatsbedrijf begin december de schaatsen nog kan leveren, dan moet je ze daartoe in staat stellen. Het recht is altijd gebaseerd op: geef iemand nog een kans. Is de nakoming nog mogelijk, dan heb je een nog opeisbare verbintenis en is er nog niet sprake van verzuim. Je moet het bedrijf altijd nog in de gelegenheid stellen om nog te leveren. Is het niet meer mogelijk om de verbintenis nog na te komen, bijvoorbeeld een auto wordt verwoest in een brand en je hebt hem gekocht, dan houdt het op als het gaat om een uniek exemplaar: nakoming is niet meer mogelijk, je hebt dan te maken met een opeisbare verbintenis.
Als je in je woning wiet kweekt, je denkt: 10 plantjes, 7 wil ik aan de coffeeshop aanbieden en
politie ziet dit en zegt: je hebt 5 teveel. Geeft dit je verhuurder ook het recht om de overeenkomst te ontbinden? Is er dan al sprake van verzuim? Als je wiet kweekt is er sprake van een opeisbare verbintenis, de verhuurder heeft de mogelijkheid om de overeenkomst te ontbinden. Er is sprake van verzuim, je kunt niet meer aan de overeenkomst voldoen als je strafbare feiten pleegt in je huis.
Als er sprake is van een niet-opeisbare verbintenis, hoe kun je dan zorgen dat je in de situatie van verzuim komt? Dus de winkelier die de schaatsen heeft gekocht? Dan moet je een ingebrekestelling sturen. Stel je voor je koopt een bank en na een paar maanden is hij nog steeds niet geleverd. Kun je de winkelier dan zeggen: het hoeft niet meer? Nee, altijd de mogelijkheid tot herstel nog bieden! Stuur hem een briefje met een keer een redelijke termijn om de bank te leveren. Anders is er sprake van verzuim. Dit opent de mogelijkheid tot vervangende schadevergoeding, ontbinding en eventueel aanvullende schadevergoeding.
Soms is verzuim niet nodig, zie art. 6:83 BW. Als je bijvoorbeeld echt een fatale termijn hebt, bijvoorbeeld een bruiloft. Lees na in het boek.
Is er sprake van een opeisbare verbintenis als er sprake is van lekkage? Nee, je moet eerst een ingebrekestelling sturen met een termijn.
Opschorting
Stel, je koopt 10 auto’s koopt, mag je dan zonder dat er sprake van verzuim de onzekerheidsexceptie inroepen? Nee, er moet toch sprake zijn van verzuim. De auto’s worden keurig geleverd, op een gegeven moment merkt de leverancier dat er niet op tijd betaald wordt en hij denkt: hmm, economische crisis, gaat misschien niet zo goed met het andere bedrijf. Zou het bedrijf de andere auto’s überhaupt wel betalen? Ik ga toch de onzekerheidsexceptie inroepen: verdere levering laat ik na, totdat de eerste termijnen betaald zijn.
Dit kun je niet zomaar doen, de fietsenmaker waar je je fiets komt halen en je zegt: ik heb geen geld, dan zegt de fietsenmaker: dan ben ik me niet zeker dat jij gaat betalen! Wat kan de fietsenmaker doen? De gerepareerde fiets achter houden, totdat je betaald hebt. Dit is het recht van retentie. Er moet dan wel sprake zijn van verzuim, een opeisbare verbintenis.
Vervangende schadevergoeding
Stel, de schaatsen worden helemaal niet geleverd en er is sprake van verzuim, dan kan je een zogenaamde omzettingsverbintenis toepassen en zeggen: ik heb toch een heleboel schaatsen niet kunnen verkopen die ik anders wel had kunnen verkopen, dus ik wil vervangende schadevergoeding.
Zo gauw er sprake is van een opeisbare verbintenis, zou je de overeenkomst kunnen omzetten in dit. Moet op schrift gebeuren.
Ontbinden
Iedere tekortkoming in de nakoming geeft de bevoegdheid tot ontbinding, art. 6:265 BW. Er moet echter wel sprake zijn van een opeisbare verbintenis, dus van verzuim. Er is wel een tenzij: tenzij de ontbinding onrechtvaardig is.
Wat zijn de gevolgen van ontbinding? Dit betekent dat de partijen voor zover er al prestaties zijn verricht, de plicht hebben deze ongedaan te maken. Ontbinding heeft geen terugwerkende kracht. Als je al een aanbetaling hebt gedaan, moet de wederpartij dit terugstorten. Uit het feit dat je aangeeft: het hoeft niet meer en je hebt daartoe ook de bevoegdheid, vloeit volgens de wet de verbintenis voort dat de verbintenissen die al verricht zijn, ongedaan moeten worden gemaakt.
Als er sprake is van een overeenkomst die zelf een gebrek heeft, dus het paard wat tuig en zadel mak gemaakt wordt, is daar iets mee aan de hand? Nee, die overeenkomst kun je gewoon sluiten. Maar als er echt zelf iets met de overeenkomst is, bijvoorbeeld dat men zegt: dit paard is al tuig en zadelmak gemaakt, dan mankeert er iets aan de overeenkomst zelf. Die kan dan vernietigd worden op grond van een wilsgebrek. Dit heeft wel terugwerkende kracht. Je wordt geacht nooit eigenaar te zijn geweest. Dit betekent nogal wat voor de aansprakelijkheid.
Als je het paard al betaald hebt, hoe moet je dan je geld terugkrijgen? Als je gaat ontbinden, moet de koopprijs terugbetaald worden op grond van art. 6:271 BW. Maar hier ga je vernietigen: je had gezegd dat het paard volledig mak was, maar het heeft een ernstig verkeersongeluk veroorzaakt! Hoe moet je dan hier je geld terugkrijgen? Wat is de juridische grondslag?
Onverschuldigde betaling! Je hebt iets betaald voor niks, de overeenkomst is vernietigd met terugwerkende kracht.
Schadevergoeding
Kun je altijd hierom vragen? Als er sprake is van overmacht, is het dan redelijk om schadevergoeding te vragen? Als je zelf voordeel hebt bij de overmacht kun je schadevergoeding vragen. In normale situaties niet, dan alleen bij wanprestatie: de ander voldoet willens en wetens niet aan de aangegane verplichting.
Je hebt op een verkeerd knopje gedrukt tijdens een toets. Is dit overmacht? Nee, wordt maar heel zelden aangenomen. Je hebt dan te maken met een niet-toerekenbare tekortkoming.
Als het verwijtbaar is, is het zeker geen overmacht en zit het in de sfeer van wanprestatie. Maar er zijn ook andere gronden waarop we aannemen dat het voor jouw rekening komt:
- Het kan zijn dat je via een rechtshandeling hebt vastgelegd dat het jouw risico is: wij beleggen wel in het bedrijf, maar het is uw risico! Daarmee sluit je de aansprakelijkheid uit.
- Als je gebruik maak van specifieke zaken, bijvoorbeeld de NS die gebruik maakt van de Fyra en die blijft halverwege steken: dan kan de NS niet zeggen dat het Italiaanse bedrijf ontzettend slecht materiaal heeft geleverd. De NS maakt gebruik van die zaken, de NS is hiervoor verantwoordelijk.
- Heb je verkeerd personeel ingehuurd, dan ben je hiervoor ook aansprakelijk, zie art. 6:76 BW.
Rechtshandeling
Mag je nou altijd je aansprakelijkheid uitsluiten? Nee, zie Saladin/HBU: soms kan de clausule opzij gezet worden door de redelijkheid en billijkheid.
Redelijkheid en billijkheid
Wel degelijk aanvullende werking. Dat hebben we gezien voor de rechtshandeling van Saladin/HBU. Ookal ben je samen iets overeen gekomen dan kan het het nog opzij zetten.
Risicoaansprakelijkheid
Verkeersopvattingen: Rozenkweker arrest. Gaat over het gebruik van pesticiden waarin materiaal zit wat hele nadelige gevolgen heeft voor het verbouwen van rozen. Die rozenkweker heeft een matige oogst en spreekt de verkoper aan. Die zegt: het was een nieuw middel, i kwist het ook niet. Voor beide standpunten valt wat te zeggen. De Hoge Raad heeft echter gezegd dat de verkoper in het algemeen deugdelijke zaken verkopen en op grond van verkeersopvattingen is hij toch aansprakelijk voor de schade.
Als er in de uitvoering iets misgaat en er is sprake van wanprestatie, als het verwijtbaar is, of:
- de wet zegt dat je aansprakelijk bent voor personeel of zaken
- je samen bent overeen gekomen dat je aansprakelijk bent
- de verkeersopvattingen zeggen dat je aansprakelijk bent
HC week 41
Voor de toets: motivering is erg belangrijk!
Toetsvragen vorige week:
Een schuldenaar kan zich vrijtekenen van de aansprakelijkheid voor tekortkomingen in de nakoming, veroorzaakt door personen die de schuldenaar gebruikt bij de uitvoering van de overeenkomst
In beginsel is de schuldenaar verantwoordelijk voor de personen en de zaken waarvan hij gebruik maakt, maar dit kan omkeerbaar zijn in een beding.
Een beding dat op de zogenoemde zwarte lijst van algemene voorwaarden staat, is nietig.
Onjuist. Het is wel verboden, maar niet nietig. Nietig = geacht nooit te hebben bestaan, vernietigbaar is achteraf.
Iedere consensuele overeenkomst kan omgezet worden in een formele overeenkomst, door een akte op te stellen van de overeenkomst.
Onjuist.
Een schuldenaar kan contractueel de aansprakelijkheid uitsluiten voor een tekortkoming in de nakoming, veroorzaakt door personen die de schuldenaar gebruikt bij de uitvoering van de overeenkomst.
Juist.
Een schuldenaar kan zich niet vrijtekenen voor de aansprakelijkheid van zijn eigen wanprestatie. Onjuist. Dat kan wel, je kunt je alleen niet exonereren voor opzet of grove schuld.
We kijken deze week naar feitelijk handelen, waaruit een verbintenis voortvloeit.
Vloeit hieruit voort dat degene die een daad heeft begaan in strijd met het recht, een verbintenis tot het betalen van de schade voort? Als iemand een golfbal tegen zijn hoofd aan krijgt? Dit gaat heel hard. De persoon kan niet meer werken, bijvoorbeeld een week. Kun je de golfer hiervoor aansprakelijk stellen? Of zou je misschien kunnen zeggen: de organisatie heeft dit publiek veel te publiek op de golfafslag gezet?
Kun je de sigarettenfabriek aanspreken voor het krijgen van een ziekte? Zij voegen een stofje toe aan de tabak waaraan je verslaafd raakt, zou het wel eens een onrechtmatige daad kunnen zijn. Hier kun je schadevergoeding vragen voor immateriele schade, gederfde levensvreugde. Vloeit uit het handelen een verbintenis tot schadevergoeding voort.
Rechtmatige daden:
1. Onverschuldigde betaling
Art. 6:203 BW: prestatie geleverd zonder enige grond vloeit daar de verbintenis tot terugbetalen van die prestatie uit voort. Als je naar het verkeerde nummer iets overmaakt, komt dit weer terug normaal gesproken.
2. Ongerechtvaardigde verrijking
Art. 6:212 BW: huis opgeknapt door echtgenoot, na opknappen scheiding en ik wil meedelen in de waardevermeerdering van het huis, dat op naam stond van de andere echtgenoot. Advocaat ging voor anker liggen bij de ongerechtvaardigde verrijking. Het is feitelijk handelen waaraan de wet gevolgen verbindt. Verrijken ten koste van een ander: man heeft het heel leuk gevonden te klussen, vrouw verstrekte materialen, op basis daarvan kan deze vordering niet toegewezen worden.
3. Zaakwaarneming
Artsen gaan iemand die poging tot zelfmoord deed weer reanimeren. Thuis krijgt hij toch een rekening: hij zegt: ik ben geen overeenkomst met jullie aangegaan, dit betalen jullie zelf maar! De man had wel degelijk een belang bij het voeren van de procedure tegen het ziekenhuis: heb ik nooit toestemming voor gegeven. Ik heb zelfs nog gezegd, vlak voor operatie: ik wil het niet!
Deze procedure is voor de rechtbank gekomen: zie ECLI.NL.RBROT.2008.BD0412.
Hij is naar het ziekenhuis vervoerd, artsen hebben behandeling verricht, niet via behandelingsovereenkomst en man zegt: ik heb nooit toestemming gegeven! Kantonrechter zegt: zaakwaarneming kun je niet tegen de zin van iemand anders in doen. Dan kun je tegen de buurman zeggen: dak kapot, ik ga het maken, ik wil de kosten vergoed hebben. Dit heeft de Hoge Raad beslist in een zaak uit 1996.
Maar, in de literatuur schrijft een toonaangevende schrijver, Brunner: ook op basis van de parlementaire geschiedenis (dat is de totstandkoming van de wet): van iemand in zo’n situatie kan je niet verwachten dat hij objectief heeft kunnen beslissen. De kantonrechter zegt hier ook: ja, dat is waar, je hebt dit nou wel gezegd, maar we wisten niet goed welke waarde we konden toekennen aan datgeen wat je op dat moment zei. Daarom zijn ze veiligheidshalve overgegaan tot waartoe ze verplicht zijn.
Onrechtmatige daad
Wanneer ontstaat er een plicht tot schadevergoeding? Er moet sprake zijn van:
- Onrechtmatige gedraging
- Toerekenbaar
- Schade
- Causaal verband en daad
Wat is een onrechtmatige gedraging?
We maken een onderscheid tussen een geschreven recht en ongeschreven recht. Tot 1919 hadden we de opvatting dat je alleen in strijd met het geschreven recht kon handelen. Maar toen kwam de Lindenbaum/Cohen uitspraak: het kan ook in strijd zijn met het ongeschreven recht, in verband met de zorgvuldigheidsnorm. Soms is iets dus niet in strijd met de wet, maar als er schade voortvloeit kan er toch schade vergoed worden.
Geschreven recht
Wat kan dat zijn? Allereerst een inbreuk op een subjectief recht, bijvoorbeeld een eigendomsrecht. De tweede mogelijkheid is dat je handelt of nalaat in strijd met een wettelijke plicht. Bijvoorbeeld je schildert op een muur ‘Plasterk is een ongelofelijke slechte minister van onderwijs’, en als hij zich dat aantrekt kan hij zeggen: dit is belediging, een strafbaar feit.
Globaal valt dit samen met de plichten die je hebt op grond van het Wetboek van Strafrecht, maar er is ook de mogelijkheid dat je handelt in strijd met een wettelijke plicht, wat geen strafbaar feit is. Je mag bijvoorbeeld geen misleidende reclame plegen, in de zin dat je consumenten op het verkeerde been zet. Bijvoorbeeld: mensen hebben een stichting opgezet en zeggen dat ze slachtoffer zijn geworden van de Staatsloterij. De Staatsloterij verkoopt op papier 21 miljoen loten, maar feitelijk verkopen ze maar 3 miljoen. De enorme prijzen die ze uitloten, verloten ze onder de 21 miljoen. De kans dat de Staatsloterij zelf de prijs wint, is dus veel groter. De stichting zegt: we worden de dupe van organisaties van de staat. De Staatsloterij verdedigt zich met berekeningen: als we het over 3 miljoen doen is de kans verwaarloosbaar minder benadeling. Het gerechtshof zegt: het is toch misleidende reclame, je zet toch de mensen die een lot kopen op het verkeerde been.
Dit is niet strafbaar, maar als je een onrechtmatige daadsactie zou beginnen, is het wel in strijd met een wettelijke plicht.
Subjectief recht
- Absoluut recht
- Kraaien en roeken: ondanks dat de overheid zegt, hier heb je een vergunning, kan je je toch nog onrechtmatig gedragen ten opzichte van je buren.
- Intellectueel eigendomsrecht
- Bijvoorbeeld auteurs- en octrooirecht
- Grondrecht
- Bijvoorbeeld art. 10 Gw: persoonlijke levenssfeer, zie arrest Edamse bijstandmoeder.
Als iemand handelt in strijd met een wettelijke plicht, dan kan dit onrechtmatig zijn, maar dit wil nog niet zeggen dat het ook ten opzichte van jou onrechtmatig is. De norm die geschonden is, moet wel strekken ter beschermen van jouw belang. Als je nog nooit een lot van de Staatsloterij hebt gekocht en je wilt een onrechtmatige daadsactie starten, zal de rechter ongetwijfeld zeggen: het is wel onrechtmatig wat de Staatsloterij doet, maar niet ten opzichte van jou, want je hebt nog nooit een lot gekocht! Dit is het relativiteitsvereiste.
Waarom staat dit niet als nummer 5 in het schema? Omdat het niet een eis is die aan degene die schadevergoeding vordert, wordt gesteld. De tegenpartij kan ermee komen: het is misschien wel onrechtmatig maar het beschermd niet jouw belang.
Dit heeft de Hoge Raad bepaald in het Tilburgse tandartsarrest.
Linda-arrest: gaat over een duwbak die net gekeurd is door de staat, maar in deplorabele toestand is en elektriciteitskabels beschadigd. De eigenaar van deze kabels stelt de staat aansprakelijk omdat de keuring niet goed is gebeurd. De Hoge Raad zegt: het kan zijn dat de staat dit niet goed heeft gedaan, maar dit is niet een norm die het belang beschermd ten opzichte van de staat der Nederlanden. Ze moeten de eigenaar van de duwbak maar aanspreken. De norm is wel geschonden, maar beoogt niet de norm van de eigenaar te beschermen.
Lindenbaum/Cohen arrest: de concurrent pleegde bedrijfsspionage. Was toen nog geen strafbaar feit en de enige manier waarop je de onrechtmatigheid zou kunnen aantonen, is dat je zegt het is in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid. Dit heeft de Hoge Raad aangenomen in dit arrest. Dit maakt dat je gemakkelijker andere mensen kunt betichten van onrechtmatig handelen.
Zorgvuldigheidsnormen kunnen we categoriseren:
- Oneerlijke concurrentie
- Onrechtmatige afweging belangen
- Gevaarzetting
- Spitfire arrest HR 1958.
Onrechtmatige afweging van belangen
- Oneerlijke concurrentie
- Uitlokken van wanprestatie. Het kan zijn dat de Hoge Raad zegt: onrechtmatige afweging van belangen.
Misbruik van een bevoegdheid
Standaardarrest Berg en Dalse watertoren: 2 buren hebben ruzie en zitten elkaar dwars. Buurman probeert door toren het uitzicht van de ander te verzieken. De toren is niet aangesloten op de waterleiding en de Hoge Raad heeft gezegd: toren alleen gebouwd met doel was alleen om het uitzicht te verstoren, misbruik van bevoegdheid. De tweede keer wel aangesloten op waterleiding, maar Hoge Raad heeft gezegd: zinloos, je bent al aangesloten op de waterleiding. Natuurlijk mag je je huis aansluiten op de waterleiding, maar niet om een ander doel na te streven.
Onrechtmatige afweging van belangen kan ook zijn: onevenredigheid van belangen. Grensoverschrijdende garage arrest, HR 1971: ondanks dat er inbreuk is gemaakt, of een zorgvuldigheidsnorm is geschonden, dan moet ik mijn kleine stukje grond verkopen dat is een veel minder ingrijpend middel dan afbraak laten doen aan de garage die net een stukje op mijn erf staat.
Gevaarzetting
Het in het leven roepen van een groter gevaar dan waarop een normaal mens bedacht hoeft te zijn. In de praktijk is het lastig uit te maken wat het precies is. De eerste keer dat de Hoge Raad het aannam, is het Kelderluik arrest: Coca Cola bevoorraadde een café en liet het kelderluik openstaan. Kelderluik was vlak voor het toilet. Er liep iemand rond en die valt het kelderluik binnen en is verlamd. Stelt Coca Cola aansprakelijk vanwege gevaarzetting.
De Hoge Raad moet bepalen of hier sprake is van gevaarzettend gedrag. Zoals altijd komt de Hoge Raad met een aantal criteria.
- Voorzienbare ernst van de gevolgen
- Als je erin valt, diepe kelder, grote gevolgen
- Waarschijnlijkheid van het ongeval
- Bezwaarlijkheid veiligheidsmaatregelen
- Je had stoelen of tafeltjes ervoor kunnen zetten.
De Hoge Raad zei: dit is gevaarzettend gedrag, dus is voldaan aan het eerste criterium, een onrechtmatige gedraging.
Maar in het arrest Verhuizende zusjes uit 2001 komt de Hoge Raad tot een ander oordeel. Heeft het zusje dat bovenaan de trap stond, zich schuldig gemaakt aan gevaarzetting? Hoge Raad zegt: nee. Het is een ‘osvo’: ongelukkige samenloop van omstandigheden. Kun je niks aan doen, geen gevaarzetting en geen mogelijke actie tot schadevergoeding. Het gedrag is met een zo hoge kans op een ongeval dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid zich hiervan had moeten onthouden. Als de mate van waarschijnlijkheid dat het ongeval zich voordoet, zo groot zou zijn, dan zou het gevaarzetting zijn geweest. In de praktijk erg lastig uit te maken.
Degene die zich inlaat met gevaarzettend gedrag, doet alle moeite om maatregelen te nemen. Degene die het kelderluik met tafeltjes omzoomd had, was dit voldoende? Het zou kunnen zijn. Het standaardarrest hiervoor is het Jetblast arrest, waarbij de concurrent van Schiphol maatregelen neemt door te zeggen: veel vliegtuigspotters krijgen ongelukken, daarom een bord en een hek met daarop: vliegtuig stoot jetblast uit en dit kan desastreuze uitwerkingen hebben, ga er dus niet te dicht bij staan.
Hoge Raad heeft terugverwezen en Hof moet het overdoen, en descente om te kijken of er voldoende maatregelen zijn genomen.
Je kunt je exonereren: danger, bathers beware of golf balls.
Tweede eis: wanneer kun je iemand met succes aanspreken op grond van een onrechtmatige daad? Je moet de daad kunnen toerekenen aan de dader. Staat sinds 1992 in het BW. Daarvoor stond dat het de schuld van de dader moest zijn. Een geestelijk gestoorde jongen ging joyriden in een Jaguar en heeft een enorme botsing veroorzaakt. Natuurlijk, dit kind of de ouders worden daarvoor aangesproken en in de wet stond toen nog dat het verwijtbaar moest zijn, kon je dit verwijten aan dit kind? Nee, in dit geval niet. Nu is het dus veranderd in toerekenbaarheid.
Er zijn rechtvaardigingsgronden: als er noodtoestand is, bijvoorbeeld als er bij je buren een pannetje droogkookt mag je de deur intrappen om brand te verhinderen. In het Natrap-arrest is ook een beroep gedaan op een rechtvaardigingsgrond.
Voor rekening van de dader
Ook geestelijk gestoorde mensen zijn aansprakelijk voor hun daden. Hier zit een verzekeringsgedachte achter: iemand moet door zijn vretegenwoordiger maar verzekerd worden. Ookal lijdt je hieraan, toch kun je aansprakelijk gesteld worden.
Risico aansprakelijkheid overheid
Overheid heeft een zorgplicht, bijvoorbeeld voor dijken en de wegen, voor alle openbare nutswerken. Hier is een standaardarrest uit voortgekomen, het Wilnisarrest uit 2010. In beginsel draagt de overheid het risico voor dijken, het is toerekenbaar.
Risicoaansprakelijkheid ouders, eigenaar dier, werkgever voor ondergeschikte
Is te vinden in artt. 6:169, 171 en 170 BW. Als iemand in het weekend iets doet met de auto van de zaak is het anders, maar tijdens dienstverband is de werkgever aansprakelijk. Coca Cola was aansprakelijk voor degene die het kelderluik liet openstaan.
Als we er echt niet uitkomen, hanteren we nog wel eens de verkeersuitvattingen. Arrest Meppelse ree: uitwijken voor een ree door iemand die net zijn rijbewijs heeft gehaald. Hiervan zegt de Hoge Raad dat het toch voor rekening en risico moet komen voor de onervaren chauffeur.
Derde eis: causaal verband tussen daad en schade
Als je een onrechtmatige gedraging pleegt, kan hier allerlei schade uit voortvloeien. Er moet sprake zijn van een conditio sine qua non: er moet een verband bestaan tussen daad en schade. Basisbeginsel is, dat als de daad niet gepleegd zou zijn en er zou geen schade zijn, is er onvoldoende verband. Maar er kan zich een hele keten opbouwen.
Wij leggen wel ergens de beperking: in Amerika woonde een man, maakt zijn kachel schoon en er springt een rat uit die een fles terpentijn om en de man gaat de rat achterna, legt 5 fabriekscomplexen die ernaast liggen in de as. Aan conditio sine qua non is wel voldaan, maar waar leg je de grens? Wij zeggen ergens: redelijkheid en billijkheid: wat is redelijk om een grens te trekken? Misschien heeft het fabriekscomplex ook wel allerlei nalatigheden verricht waardoor het zoveel schade kon toerichten. We hanteren de theorie toerekening naar redelijkheid. We hebben ook de adequatieleer gehanteerd, voor lange tijd, in het Haagse Post arrest.
Soms is het niet helemaal voorzienbaar geweest. Extra schade was niet voorzienbaar in het arrest Waterwingebied. Hoge Raad zei: toch het meest redelijke om jou (de vrachtwagenschauffeur) hiervoor op te laten draaien.
Welke schade?
De golfer zal waarschijnlijk vermogensschade moeten betalen, misschien ook wel immateriële schade. Dit noemen we ook wel ‘ander nadeel’, of smartengeld of geld voor gederfde levensvreugde. Als je een blauw oog hebt gekregen, zou het zo kunnen zijn dat je oogkwaliteit minder wordt en daar kun je de tegenpartij voor aansprakelijk stellen.
Vermogensschade, wat kan dat zijn? Bijvoorbeeld geleden verlies, gederfde winst (art. 6:96 BW). Dit kun je terugvorderen.
Ander nadeel is immateriële schade. Dit kan van alles zijn: lichamelijk letsel, psychisch letsel, beperkt genot grondrecht.
Kan je ook voor toekomstige schade een actie uit onrechtmatige daad voeren?
Nee, in principe niet. Maar als je schade voorziet, bijvoorbeeld scheuren in je huis, als je dreiging immanent is, zo reëel aanwezig dat je schade kunt verwachten, hoef je niet te wachten tot het intreed. Een immanente dreiging wordt gezien als een mogelijkheid voor een onrechtmatige daadsactie.
Eigen schuld
Art. 6:101 BW. Rb Zwolle 2008: mensen waren dronken en gingen vissen in een heel slecht bootje, komen in verdrinkingsgevaar maar de brandweer is te laat en de mensen hebben het overleefd met allerlei hersenbeschadigingen, en een paar overlijden. De brandweer wordt dan aansprakelijk gesteld. Hier zegt de rechtbank: je bent dronken, gaat met een aftandse boot het water op en je kon niet zwemmen, je hebt een groot gedeelte eigen schuld! Wordt in mindering gebracht op de schadevergoeding.
Eigen schuld wordt dus in mindering gebracht!
Je hebt, zo noemen we dat in de jurisprudentie, wel een schadebeperkingsplicht. Geen gordels dragen, zal zeker consequenties hebben voor de vergoeding van de tegenpartij die geen voorrang verleende. Hierdoor is het letsel veel ernstiger.
Vormen van schadevergoeding
Kan van alles zijn: betalen is veel meer dan alleen geld betalen. Het kan zijn financiële compensatie, maar ook herstel in de oude situatie of rectificatie. Of: ex partner die je lastigvalt een straatverbod opgelegd krijgt. Het kan ook een gebod of verbod voor de toekomst zijn: doet de FNV een oproep tot staking en de werknemers aanzetten tot staking, kan dat een verkeerde afweging van belangen zijn. De werkgever kan dan zeggen: ik vraag een verbod voor de toekomst.
Dan is het handig om er een dwangsom op te zetten voor elke keer dat het gebeurd. Dit is dan een middel om iets af te dwingen wat feitelijk niet afdwingbaar is. Het is geen boete, maar een dwangsom: daarmee maak je de vordering, en dus de veroordeling tot het betalen van de verordening, reeel executabel.
Dief steelt schilderij, onrechtmatige daadsactie?
- In strijd met wettelijke plicht, zorgvuldigheidsplicht zou je zelfs kunnen zeggen.
- Toerekenbaar? Ja zeker, verwijtbaar zelfs.
- Schade en causaal verband? Ja zeker.
Vrouw wordt mishandeld door man
Idem.
Hoorcollege week 42
Goederenrecht: alles wat op geld waardeerbaar is. Wat is mijn vermogen? Ik heb een iPhone, dat is een stoffelijke zaak die geld waard is, je kunt die verhandelen. Er zijn rechten, relatieve rechten, die verhandelbaar zijn: bijvoorbeeld vorderingen.
Diefstal: je moet een goed dat een ander toebehoort, je toe eigenen. Als je je een res nullius toe eigent, kan er geen sprake zijn van diefstal.
Rechtszaak in Rome
Acteur doet in Rome: gaat naar Trevi fontein, je gooit een muntje.
Er ligt per jaar voor 17.000 euro in de fontein. De acteur gaat ’s nachts in de fontein muntjes rapen en wordt vervolgd voor diefstal: mensen hebben afstand gedaan van muntjes, fontein is eigenom van gemeente, maar wordt je eigenaar doordat de muntjes op jouw grond liggen? Nee!
Hoe kom je dan aan eigendom? Er zijn 2 manieren van eigendomsverkrijging:
- Originaire eigendomsverkrijging
- De vogel die de pier uit de grond pikt.
- Overdracht
- Wat zijn de voorwaarden voor eigendomsoverdracht?
- Art. 3:83 BW:
- Er moet geleverd worden
- Kan op een bepaalde manier, makkelijkste is bezitsverschaffing.
Gewoon overhandigen.
- Door een beschikkingsbevoegde
- Krachtens geldige titel
- Legaat, testament, akte van afstand (art. 3:95 BW), overeenkomst
Eigendomsoverdracht roerende zaken
Hier krijg je vast een tentamenvraag over! Als je je telefoon verkoopt, overhandig je hem via bezitsverschaffing, je bent beschikkingsbevoegd want eigenaar.
Originaire eigendomsverkrijging
- Feitelijk handelen
- Natrekking, boom planten in tuin
- Hennep zaaien in tuin vervelende buren: zaadjes over de schutting gooien. Worden de vervelende buren eruit gezet. Zij worden door natrekking eigenaar van de hennepplantjes.
- Natrekking, boom planten in tuin
- Vermenging
- Chloor tabletten in zwembad
- Zaaksvorming
- Beeld houwen
Door feitelijk handelen kan de golfclub de balletjes in bezit nemen, zie art. 5:4 BW. Maar: dan moeten de oorspronkelijke eigenaren wel afstand doen. Het zou kunnen dat de golfballetjes zinken, niet drijven. Het zou kunnen dat, zoals de golfclub deed, door bezitsverschaffing de eigendom verkrijgt. Door inbezitneming. Als je na een paar jaar de balletjes laat opduiken, als de golfclub dit mag, mag iedereen dit! Veiliger is het voor de club om de statuten te veranderen: je hebt het recht 5 minuten naar je bal te zoeken, daarna is de bal eigenaar van de club. De bal wordt dan geacht te zijn geleverd: dan wordt er voldaan aan de 3 voorwaarden: geleverd, bezitsverschaffing, titel (statuten) en je bent beschikkingsbevoegd. Dan zou je tegen de jongetjes kunnen zeggen: als je de balletjes opvist is het diefstal!
Is betaling dan geen voorwaarde? Nee. Je wordt niet eigenaar door betalen, is geen voorwaarde. Je wordt gewoon eigenaar door de 3 voorwaarden.
Eigendom: je mag er niet alles mee doen, maar wel heel veel.
Bijenspat arrest: een tuinder heeft kassen en die wordt geplaagd door bijen die de bovenkant van de kassen bevuilen zodat er onvoldoende licht in de kassen komt. Mag je bijen op die manier? Nee, zegt de Hoge Raad, veroorzaakt onrechtmatige hinder want het is een schending van de zorgvuldigheidsnorm.
Shell self-service: er wordt benzine aangeboden, ik ben beschikkingsbevoegd: aanbod en aanvaarding, en ik rijd gewoon weg. Aangehouden door de politie: diefstal! Ik zeg dan: art. 3:84: daarin staat dat ik eigenaar ben geworden, dus niks diefstal! Hoe zit dat dan? Grote maatschappijen maken een eigendomsvoorbehoud: je wordt pas eigenaar als je betaald hebt. Als ik wegrijd met de benzine, heb ik wel degelijk diefstal heb gepleegd.
Stel je voor: je doet boodschappen. Het is vlak voor sluitingstijd en de winkel is niet meer goed bevoorraad en ik pak het laatste pak koffie en ik rijd door de winkel en ik merk dat de koffie is verdwenen. En achter mij staat iemand die volgens mij, mijn pak koffie in zijn karretje heeft gedaan. Hij zegt: u bent geen eigenaar meneer, art. 3:84 BW gaat hier niet op, want AH heeft algemene voorwaarden gedeponeerd dat je pas eigenaar wordt als je betaald hebt. Word ik dan toch beschermd?
Ik ben nog geen eigenaar, maar wel bezitter. Bezit is het uitoefenen van de feitelijke macht over een zaak. Dit is geen recht, maar een feitelijke situatie. Je bezit met de potentie om het goed voor jezelf te houden. De bezitter, als je dit kunt aantonen, en dat ben ik want ik wil de boodschappen voor mezelf houden en straks afrekenen, dan wordt je al beschermd door art. 3:125 BW: de goederenrechtelijke functie van bezit.
Onderscheid bezit goed van eigendom!
Er is nog een derde, juridische term voor de verhouding tussen een zaak en een persoon. Als je een boek leent uit de bibliotheek, wordt je houder. De eigenaar is middelijk bezitter. Je hebt eigendom, het meest volledige recht, bezit, dat lijkt op eigendom (feitelijke verhouding) en je hebt houderschap. Houden doe je niet voor jezelf, maar voor een ander. Leen je een fiets van iemand, wordt je een houder. Als je hem steelt, wordt je bezitter.
Eigendomsoverdracht
- Levering
- Krachtens een geldige titel
- Door een beschikkingsbevoegde
- Wie is beschikkingsbevoegd? Een verkoopster is beschikkingsbevoegd, maar geen eigenaar van een goed dat wordt verkocht
- Stel: je verkoopt een fiets maar die had je geleend, van iemand. Je was dus slechts houder. Wordt jouw koper eigenaar? Of stel: iemand verkoopt een gestolen fiets, wordt de koper dan eigenaar? Kijk je naar de 3 voorwaarden: is de dief, beschikkingsbevoegd? Nee. Degene die je fiets heeft geleend ook niet. De koper wordt geen eigenaar.
- Als je een fiets koopt voor 50 euro. De hoofdregel van het recht is: je kunt niet meer overdragen dan je zelf hebt. Als je zelf geen eigenaar bent, kun je geen eigendom overdragen. Maar het economisch verkeer zal wel aardig gefrustreerd raken als je hier niet af en toe aan kunt ontsnappen. Hiervoor biedt art. 3:86 lid 1 BW een ontsnappingsclausule: onder een viertal voorwaarden wordt je toch eigenaar, als je geleverd hebt gekregen door een beschikkingsonbevoegde:
- 1. Bezitsverschaffing
- 2. Reële tegenprestatie (niet om niet)
- Fiets voor 5 euro?
- 3. Goede trouw; onderzoeksplicht
- Als je midden in de nacht een fiets koopt, moet je toch eigenlijk op grond van algemene kennis weten dat het geen zuivere koffie is en een gestolen fiets is.
- 4. Wegwijsplicht
- Als je hieraan kunt voldoen, wordt je toch eigenaar, het maakt niet uit of je het van een dief of van iemand die geleend heeft, het goed hebt verkregen.
- Beschikkingsonbevoegdheid kan daarom gerepareerd worden!
Levering roerende zaken
Wil je beschermd worden, moet er sprake zijn van bezitsverschaffing. Er zijn er veel meer: traditio brevi manu, traditio longa manu, constitutum possessorium.
Sleutels van auto die worden overhandigd: hoe wordt hier geleverd? Feitelijke bezitsverschaffing.
Levering door beschikkingsonbevoegde
Is er sprake van diefstal, zit er nog wel een addertje onder het gras. Koop je van een dief, bijvoorbeeld op Marktplaats, tegen een reële prijs, bijv. 100 euro, dan kan het zo zijn dat de oorspronkelijk eigenaar bij je komt en tegen je zegt: het gaat hier om een gestolen fiets en ik kan gedurende 3 jaren mijn eigendom revindiceren (opeisen)! Dus er is reparatie van beschikkingsonbevoegdheid, maar de eigenaar kan nog steeds binnen 3 jaar bij je komen, art. 3:86 lid 3 BW.
Maar stel: de dief heeft de fiets doorverkocht aan een fietsenmaker, De Ganze. En jij koopt hem daar. Dan toch wordt je weer beschermd, de eigenaar is in het nadeel. Je bent namelijk particulier, je doet dit te goeder trouw en je betaalt 100 euro voor een fiets die dat ook waard is. De Ganze verkoopt professioneel fietsen, dus de koper wordt beschermd.
Vroeger maakten we het onderscheid roerende – onroerende zaken, maar er zit ook een ander onderscheid in het BW: registergoederen en niet-registergoederen. Er zijn namelijk roerende zaken die op dezelfde manier worden behandeld als onroerende zaken. Bijvoorbeeld de reusachtige tankers, die voetbalvelden lang zijn: die worden over gelijke kam geschoren als huizen, grond, registergoederen. Bij registergoederen heb je te maken met goederen waarvan de eigendom in een register wordt bijgehouden. Met auto’s en fietsen is dat niet het geval.
Wil je eigenaar worden van een registergoed, dan moet het in het register opgenomen worden. Leveringsmodaliteiten hebben een hele andere betekenis: het register komt er namelijk bij kijken.
Ook bij beschikkingsbevoegdheid hoeft het niet zo te zijn dat het de eigenaar is: het kan ook de curator in faillissement zijn.
Het kan zijn dat je op het huis een enorme hypotheek hebt die je niet af kunt lossen. De bank kan dan via het hypotheekrecht het huis te gelde maken.
Levering vindt plaats door inschrijving in het register. Je hebt een notaris daarvoor nodig, het moet via notariële akte gebeuren.
Eigendom is het meest absolute recht dat je op een goed kunt hebben. Er zijn ook een aantal rechten die van eigendom zijn afgeleid, andere absolute rechten. In tegenstelling tot relatieve rechten: overeenkomst: schept band tussen 2 personen. Er zijn ook beperkte rechten: die zijn niet zo omvattend als eigendom. Er zijn 2 soorten:
- Genotsrechten
- Appartementsrecht
- Je bent geen eigenaar van je appartement.
- Opstalrecht
- Lijkt op eigendom, maar net iets anders.
- Erfpacht
- Groningse boeren hebben veelal erfpachtrecht, lijkt sprekend op eigendom, is ook absoluut, maar is net iets anders.
- Erfdienstbaarheid
- Vruchtgebruik
- Appartementsrecht
- Zekerheidsrechten
- Pandrecht
- Je kunt met je versterker naar je pandjeshuis gaan en de versterker in pand geven. Je kunt dan op de versterker lenen: leen mij 100 euro, voor de zekerheid geef ik jou de versterker.
- Hypotheek
- Jij geeft een hypotheekrecht op mijn huis en de bank geeft jou geld.
- Pandrecht
Er zijn ook nog intellectuele rechten (auteursrecht, octrooirecht, modellenrecht, etc.): als je iets ontwerpt kun je een patent aanvragen en wordt je beschermd. Ook een absoluut recht.
Opstal
Is bijna hetzelfde als eigendom, met 1 verschil: bij opstal gaat het alleen om de opstal, de stallen die op de grond staan. De grond is van iemand anders. Veel gemeenten geven de grond in erfpacht, wordt je geen eigenaar van. Als je daarop gaat bouwen, zou de gemeente door natrekking want het zit vast aan de grond, eigenaar worden van jou huis. Dat wil je niet, want het huis laat jij bouwen. Dit is horizontale splitsing.
Vruchtgebruik
Letterlijk: je mag de vruchten plukken van een boomgaard. Vruchtgebruik kan op onstoffelijke of stoffelijke zaken, en op een zaak of op een recht gevestigd worden. Bijvoorbeeld vruchtgebruik op aandelenpakket.
Zekerheidsrechten
Je hebt geld nodig, je wilt een huis kopen. De bank zegt: ik wil het je wel lenen, maar ik wil wel de zekerheid hebben dat als je niet aan je verplichtingen voldoet, ik je huis verkoop. Als je een appartement hebt gekocht, is de hypotheek gevestigd op het appartementsrecht. Idem voor opstalrecht.
Net als bij vruchtgebruik kan dit gevestigd zijn op een zaak of op een recht. Er zijn beperkte rechten die zowel op een zaak als op een recht gevestigd worden, en er zijn beperkte rechten die alleen op een zaak gevestigd kunnen worden. Recht van overpad kan niet op een recht gevestigd worden.
Vorderingsrechten
Zijn relatieve rechten, maar die zijn wel geld waard, ook al kun je ze maar van 1 persoon vorderen. Ze zijn wel vrij verhandelbaar. Als je het oneerbiedig wilt zeggen: al het eigendom dat je hebt, maakt deel uit van je vermogen. Relatieve rechten hebben wel degelijk iets te maken met het goederenrecht, gaat niet alleen over relatieve rechten.
Hoe draag je relatieve rechten over? Hangt er een beetje van af hoe het relatieve recht vorm is gegeven. Als het gaat om een vordering op naam, moet het door middel van een akte van cessie overgedragen worden. Je hebt ook akte aan toonder en order.
Hoe absoluut zijn de rechten?
Absolute rechten hebben een aantal eigenschappen. De belangrijkste absolute eigenschappen zijn:
- 1.) Je kunt gedurende 3 jaren revindiceren, je eigendom opvorderen
- 2.) Zaaksgevolg
- 3.) Separatist positie
Zaaksgevolg
Stel, ik verkoop mijn huis, kan de koper dan zeggen: sorry buurvrouw, maar ik heb er bezwaar tegen dat je door mijn gang loopt, terwijl zij een recht van overpad heeft? Nee, het creëert een relatie tussen buurvrouw en de gang. Als zij het huis verkoopt en ik tegen de nieuwe buurvrouw zeg: ik wil niet dat je daar meer langsloopt? Dat kan ook niet: het is nog steeds een relatie tussen een zaak en een persoon.
Hypotheekrecht
Stel, je leent van een vriend geld en je wilt een huis van een miljoen kopen. Je gaat failliet. Wat is de positie van je vriend? Alle schuldeisers delen in wat er nog over is. De bank wil een voorrangspositie: ik wil je wel geld lenen, maar dan geef je mij een hypotheekrecht. Dan: zie BW: je ziet meteen in het eerste artikel dat de hypotheekhouder voorrang heeft: de bank krijgt 100%, zaaksgevolg. Separatistpositie: hij kan doen alsof er geen faillissement is!!! Dat is de derde absolute eigenschap van een absoluut recht: de vriend krijgt slechts een bepaald percentage (paritas creditorum), maar de absoluut gerechtigde heeft de separatistpositie.
Op moment dat je een huis koopt, moet je controleren of er geen hypotheek op zit! Dit doet de notaris, want die heb je nodig voor elke overdracht van een registergoed. Je kunt ook zelf naar het Kadaster gaan.
- 1 of 2153
- next ›
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
- Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
- Use the topics and taxonomy terms
- The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
- Check or follow your (study) organizations:
- by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
- this option is only available trough partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- by following individual users, authors you are likely to discover more relevant study materials.
- Use the Search tools
- 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
- The search tool is also available at the bottom of most pages
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Field of study
- All studies for summaries, study assistance and working fields
- Communication & Media sciences
- Corporate & Organizational Sciences
- Cultural Studies & Humanities
- Economy & Economical sciences
- Education & Pedagogic Sciences
- Health & Medical Sciences
- IT & Exact sciences
- Law & Justice
- Nature & Environmental Sciences
- Psychology & Behavioral Sciences
- Public Administration & Social Sciences
- Science & Research
- Technical Sciences
Add new contribution