Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 7

Casus 1

Het systeem van Rechtsbescherming

Er is al jarenlang een felle discussie aan de gang over het gebruik van zogenaamde Neonicotinoïden in de landbouw.1 Deze stof wordt gebruikt in de gewasbescherming om bepaalde insectenplagen in te dammen. Echter, er zijn verschillende onderzoeken geweest waarin het effect van deze stoffen op de bijenpopulatie inzichtelijk wordt gemaakt. Uit een groot aantal van deze onderzoeken lijkt duidelijk te worden dat de bijensterfte, die op enig moment de voedselzekerheid van de EU kan bedreigen, deels voortkomt uit het gebruik van deze stoffen. Het lukt de Raad niet om tot een eenduidig antwoord te komen voor de oplossing van dit probleem. Neonicotinoïden zijn erg goed in het bestrijden van ongedierte, en hebben door de lage doseringen die nodig zijn weinig tot geen effecten op de menselijke consument. De landbouw sector en de chemische industrie in veel lidstaten verzet zich hevig tegen een verbod. Hierdoor is er verdeeldheid in de Raad, terwijl het Europees Parlement al heeft aangegeven een voorstander te zijn voor een algeheel verbod van Neonicotinoïden. Uiteindelijk bepaalt de Commissie dat het beste is als er het volgende pad wordt gevolgd: Per Verordening van 1 januari 2017 is het vanaf 1 januari 2019 niet meer toegestaan om Neonicotinoïden te gebruiken in de Europese Unie. Echter, het is tot 2022 mogelijk voor individuele lidstaten om hier een uitzondering op te maken voor specifieke landbouw-sectoren. Hiervoor dienen zij een beargumenteerd verzoek te doen bij de Commissie, welke vervolgens een afweging zal maken of de uitzondering wordt toegestaan of niet. Er wordt dan gekeken naar de noodzakelijkheid van het gebruik (is het land bijzonder vatbaar voor insectenplagen etc.) en de effecten van het gebruik op zaken als de bodemgesteldheid en de waterkwaliteit. In de 1 In deze casus wordt de discussie die over deze middelen plaats heeft gevonden sterk versimpeld weergegeven. Natuurlijk wordt u aangemoedigd om wat in te lezen over de Europese dimensie van dit vraagstuk, maar maak enkel gebruik van de voorstelling van zaken zoals deze in de casus is weergegeven. tussenliggende periode zal er meer onderzoek worden gedaan over de effecten van dit middel, waarna de Commissie hoopt dat er een meer eenduidige oplossing te vinden is. Nederland vraagt in de loop van 2018 een uitzondering aan voor in feite de gehele Nederlandse groente en fruitteelt. De Nederlandse overheid stelt in haar verzoek dat Nederland bij uitstek het voorbeeld is van een succesvolle agri-economie die een groot deel van haar enorme productie exporteert aan derde landen. Dit is een grote bijdrage aan economische groei van de EU-zone en dit kan niet zonder het gebruik van Neonicotinoïden. De Commissie staat de uitzondering per besluit van 1 december 2018 toe. Nederland kan nu vanaf 2019 vergunningen verlenen aan bedrijven wanneer zij een aanvraag doen tot het gebruik van deze pesticiden. Stichting Ecologie en Bescherming  (SEB) is zeer ontstemd met deze gang van zaken. Zij stellen dat het besluit van de Commissie verkeerd tot stand is gekomen. Er is enkele gekeken naar economische belangen, terwijl duidelijk in de Verordening wordt gesteld dat er een inschatting van de ecologische en gezondheidsrisico’s dient plaats te vinden.

Casus 2

Tentamenoefening – Vrij Verkeer

Donaubier GmbH, een brouwer van bier in Duitsland heeft onlangs een nieuw speciaal bier ontwikkeld met de naam 'Rijstbier'. Dit bier is gebrouwen van rijst en heeft een alcoholpercentage van 9,5% per volume-eenheid. Donaubier lanceerde Rijstbier in Duitsland en in alle lidstaten van de EU op 1 januari 2018. Rijstbier is een doorslaand succes in alle lidstaten, behalve in Nederland. In Nederland heeft de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) bepaald dat Rijstbier niet legaal in de handel kan worden gebracht omdat: (i) het wordt gebrouwen uit rijst, in tegenstelling tot gerst, wat voor bier een wettelijk vereiste is in Nederland; (ii) het heeft een lager alcoholgehalte dan vereist is voor speciaal-bieren in Nederland (11%), waardoor het consumenten verleidt met deze benaming terwijl ze er minder alcohol voor krijgen; (iii) rijst moet worden gebruikt voor het voeden van mensen, niet voor het nuttigen van bier voor bierbrouwen; (iv) bier gebrouwen uit rijst vormt een bedreiging voor de gezondheid voor degenen die bier drinken, waarvoor de Nederlandse overheid enkel een interne wetenschappelijke studie aanhaalt die verder niet is gereproduceerd. Sinds 1 februari 2018 verbiedt de VWA de marketing en verkoop van Rijstbier in Nederland.

Vraag bij casus 1

SEB wenst een juridische toetsing van het Commissie besluit dat Nederland de mogelijkheid geeft een uitzondering toe te passen op het Neonicotinoïden besluit. SEB wendt zich tot u, als een specialist in het recht van de Europese Unie. Geef hen een analyse van de verschillende wijzen waarop zij het besluit van de Commissie zouden kunnen aanvechten. Geeft bij elk van uw opties een discussie over de mogelijke problemen. Geef ten slotte een uitkomst over de in uw ogen meest succesvolle mogelijkheid.

Vragen bij casus 2

Deelvraag 1

Is Nederland in strijd met zijn verplichtingen onder EU-wetgeving door de marketing en verkoop van Rijstbier te verhinderen?

Deelvraag 2

Ongeacht uw antwoord bij 2, wanneer Donaubier bij u zou aankloppen voor juridisch advies, wat zijn dan de juridische procedures die het bedrijf zou kunnen volgen wanneer het overtuigt is van een inbreuk? In welk forum vinden deze procedures plaats?

Antwoordindicatie casusvraag 1

Wat is de relatie tussen de verordening en het besluit? Het moet in de verordening staan dat er een uitzondering gemaakt kan worden. Die uitzondering staat dan in het besluit.

Procedure via de nationale rechter

Het doel van de stichting is dat de stof Neonicotinoïden niet meer wordt gebruikt. Via nationaal recht kan je als belanghebbende bezwaar instellen tegen die vergunning. Deze nationale rechter kan dan een prejudiciële vraag stellen. Het hangt af van de nationale wetgeving en het nationaal procesrecht of dit lukt. Het arrest Plaumann heeft niks met Nederlands recht te maken en heeft niks te maken met procedures voor de nationale rechter. Waar hangt het vanaf of er een prejudiciële vraag gesteld wordt? Het antwoord daarop moet zijn is dat als de rechter het eens is met de commissie, dat hij dan geen prejudiciële vraag gaat stellen. Je moet hier niet acte clair of acte eclaire noemen, dat is totaal irrelevant. Arrest Clifit geeft een uitzondering op de plicht om een prejudiciële vraag te stellen, wanneer er nog hoger beroep mogelijk is. Arrest Cilfit is dus niet aan de orde zolang er nog hoger beroep mogelijk is. Het is waarschijnlijk wel zo dat als een geldigheidsvraag opkomt bij de hoogste rechter, dat ze dan niet snel altijd de geldigheid aannemen en dan wel een prejudiciële vraag stellen. Geldigheid van een besluit kan alleen maar onderzocht worden op basis van het Verdrag. In artikel 263 VWEU staan de gronden van ongeldigheid. Dat is een interpretatie vraag van de rechter. Je hebt twee type vragen: uitleggingsvragen en geldigheidsvragen. Dat laatste zijn vragen over secundaire wetgeving. Iedere rechter is bevoegd een prejudiciële vraag te stellen over uitlegging van het Verdrag en sommige rechters zijn daartoe verplicht. (Arrest Fotofrost ro. 14 en 15).

Art 263 VWEU –actie tot nietigverklaring

  1. Handeling van een Europese instelling? Ja, het betreft een wetgevingshandeling zoals bedoeld in artikel 288 VWEU omdat het gaat om een besluit van de Commissie.
  2. Welke rechter is bevoegd? Op grond van artikel 256 VWEU is het Gerecht hier bevoegd, omdat het gaat om een beroep als bedoeld in artikel 263 VWEU.
  3. Binnen het beroepstermijn? Ja, binnen twee maanden. Laatste alinea van artikel 263 VWEU.
  4. Is er een beroepsrecht? Om te kijken of er een beroepsrecht is moet je naar het arrest Plaumann. Daarin worden drie situaties onderscheiden:
    1. handeling die tot hen zijn gericht. 
    2. rechtsreeks en individuele geraaktheid
    3. regelgevende handelingen.

Voor een regelgevende handeling hoef je alleen maar rechtstreeks geraakt te zijn en niet individueel. Soms is het efficiënt om met deze derde optie te beginnen, omdat je dan alleen de rechtstreekse geraaktheid hoeft te toetsen. De definitie van rechtstreekse geraaktheid kan je vinden in de arresten Microban, Inuiit en Federcoopesca. Volgens het arrest Federcoopesca (Ro.33) is de voorwaarde dat een natuurlijke of rechtspersoon rechtstreeks wordt geraakt door de handeling waartegen beroep is ingesteld, slechts vervuld wanneer die bestreden handeling rechtstreeks gevolgen heeft voor zijn rechtspositie en geen enkele beoordelingsbevoegdheid laat aan degenen tot wie zij is gericht en die met de uitvoering ervan zijn belast. In casu heeft dit besluit geen rechtstreekse gevolgen voor de rechtspositie van SEB. SEB is dus niet rechtstreeks geraakt en dat betekent dus ook dat SEB niet individueel geraakt kan zijn. Een beroep op artikel 263 VWEU zal dus stranden.

NB: Ro. 14 van Plaumann gaat echt alleen over de individuele geraaktheid

Niet-contractuele aansprakelijkheid artikel 340 jo. 268 VWEU

Deze optie gaat ook niet lukken want er is überhaupt geen schade

Mijn advies zou zijn om een beroep te doen bij de nationale rechter.

Antwoordindicatie casusvraag 2

Deelvraag 1

  1. Welke vrijheid is hier in het geding? De vrijheid van goederen. Artikel 34 VWEU.  Als het over marketing gaat, kan je verwijzen naar het arrest Gourmet. Marketing is een dienstverlening, maar het zwaartepunt ligt hier bij goederen.
  2. Is er harmonisatie? Blijkt niet uit de casus. Als er geen harmonisatie heeft plaatsgevonden, is het Verdrag van toepassing.
  3. Is het EU-recht van toepassing? Kijken of er een grensoverschrijdend element is. Ja, die is er. Een Duitse brouwer wil zijn bier op de markt brengen in Nederland. En die botst tegen een Nederlandse regel.
  4. Is er sprake van rechtstreekse werking? Ja, het Hof heeft duidelijk gesteld dat alle vrijheden van de interne markt rechtstreekse werking hebben. Ze zijn dus voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk.
  5. Is er sprake van een invoerbeperking? Om deze vraag te beantwoorden moet je kijken of de maatregel in strijd is met artikel 34 VWEU.
  6. Is dit een maatregel van gelijke werking? De definitie daarvan wordt uitgelegd in het arrest Dassonville (Ro. 8). De twee regels in casu zijn dat het bier van gerst gemaakt moet worden en dat het een minimum alcoholpercentage moet hebben. Dit zijn producteisen en daarom zijn ze maatregelen van gelijke werking. Je kan hier Familiapress (Ro.8) noemen. Het Hof geeft steeds een samenvatting van de rechtspraak. Een voorbeeld daarvan is te lezen in Ro. 24 van Mickelsson en Roos. Je moet wel echt naar een rechtsoverweging verwijzen. In Mickelsson en Roos is er geen sprake van een producteis of verkoopmodaliteit.
  7. Kan deze beperking gerechtvaardigd worden? Eerst kijken naar de criteria van artikel 36 VWEU. Er zijn in casu drie rechtvaardigingen:
    1. De regel dat bier gemaakt moet zijn van gerst wordt gekoppeld aan volksgezondheid die genoemd is in artikel 36 VWEU. Het moet dan wel noodzakelijk en geschikt zijn. De lidstaat moet zelf aantonen dat het geschikt en noodzakelijk is en zij moeten dat staven met gegevens en bewijs. Dit wordt uitgelegd in het arrest Scotch Whiskey Association. In casu is het bewijs niet erg sterk, omdat de Nederlandse overheid een studie aanhaalt die verder niet is gereproduceerd. Het zal daarom ook op dit punt stranden.
    2. De regel dat er een minimum alcoholpercentage moet zijn wordt gekoppeld aan consumentenbescherming en dat is een dwingende reden van algemeen belang.
    3. De regel dat rijst voor voedsel gebruikt moet worden kan je niet koppelen aan artikel 36 VWEU. Hiervoor moet je dus gebruikmaken van de Cassis rechtvaardiging.  
      • De nationale regel moet zonder onderscheid worden toegepast. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen Duits bier of Nederlands bier.
      • De maatregel is gerechtvaardigd door een dwingend vereiste van EU-recht (noodzakelijk) als volksgezondheid, mededinging en consumentenbescherming. In Deense flessen wordt milieubescherming hier aan toegevoegd. Nederland zegt dat rijst gebruikt moet worden voor het voeden van mensen, niet voor het nuttigen van bier voor bierbrouwen. Dit lijkt mij duidelijk dat dit geen dwingend vereiste is en dat het niet noodzakelijk is.
      • De nationale regel is evenredig, proportioneel en subsidiair

Conclusie: deze beperking kan niet gerechtvaardigd worden.

Deelvraag 2

Bij de nationale rechter.  Er staat nergens in het Verdrag dat een individu naar de Unie kan gaan om een nationale regel aan te vechten, dus de conclusie die je daaruit kunt trekken is dat je wel naar de nationale rechter moet gaan. Het gaat hier dus om doorwerking. Je kan je dan beroepen op artikel 34 VWEU omdat die rechtstreekse werking heeft. Eu recht heeft dan voorrang op nationaal recht. Nationaal recht gaat dan van tafel. Misschien kan het ook via staatsaansprakelijkheid. Wegens schending van artikel 34 VWEU met het gevolg dat je schade hebt geleden. 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1631