Clinical interviewing and hypothesis building - Wright - 2011 - Artikel

De eerste focus van het hypothese testen model in een psychologisch assessment is het opstellen van hypotheses. De belangrijkste bron hiervoor is het klinisch interview. Het doel van een psychologisch assessment is om waarschijnlijk oorzaken van de beperkingen in iemands functioneren te identificeren.

§1.1. Wat is het klinisch interview?

Het klinisch interview heeft drie grote componenten: het gepresenteerde probleem, een symptomatische evaluatie en een psychosociale evaluatie.

De meeste interviewers vinden het prettig om het interview ongestructureerd te doen, zodat de individu open en vrij kan spreken.

§1.1.1. Wat is het gepresenteerde probleem en zijn geschiedenis?

Het gepresenteerde probleem is vaak de reden voor het assessment. De reden waarom cliënten komen is heel gevarieerd, van specifieke functionele beperkingen tot subjectieve ervaren stress. Soms is het niet duidelijk wat het gepresenteerde probleem is, zoals wanneer een therapie vastloopt en de therapeut voor assessment doorverwijst om te achterhalen waarom therapie vastloopt. Welk probleem er ook naar voren komt in het klinisch interview wordt gezien als onderdeel van het gepresenteerde probleem.

Het gepresenteerde probleem is dus de klacht waarvan de cliënt denkt of vindt dat het de reden van de assessment is. De interviewer moet altijd een gedetailleerde geschiedenis van het probleem zien te krijgen, zoals wanneer het begon, of er een gebeurtenis aan vooraf ging, wanneer en hoe het slechter of beter werd sinds het begin, etc.

§1.2. Wat is een evaluatie van de symptomen?

Het tweede component van een klinisch interview is een symptomatische evaluatie. Dit is belangrijk om de inhoud van het probleem te begrijpen. Interviewers moeten specifieke vragen stellen over symptomen die bij verschillende diagnoses passen, maar interviewers moeten de cliënt ook observeren tijdens het klinische interview en tijdens het gehele assessment.

§1.2.1. Wat houdt het gedeelte naar iemands ontwikkelingsgeschiedenis in?

Dit gedeelte begint vaak met specifieke vragen over de vroege ontwikkeling en de omgeving tijdens de vroege ontwikkeling. Gevolgd door vragen over belangrijke gebeurtenissen tijdens de kindertijd en door vragen over gedragsproblemen, belangrijke ongelukken en trauma’s.

§1.2.2. Waarom is het van belang te vragen naar iemands psychiatrisch verleden?

De geschiedenis van de psychiatrische symptomen en behandelingen is erg belangrijk voor het begrijpen van het feitelijke verloop van iemands problemen. Het is belangrijk om te weten of iemand opgenomen is geweest, en of de cliënt in het verleden medicatie heeft gebruikt, omdat dit aanwijzingen kunnen zijn van een serieuze psychiatrische aandoening.

Het doornemen van eerdere verslagen en praten met vorige behandelaren helpt het doel om zoveel mogelijk informatie te verzamelen om een zo goed mogelijke assessment van het individu te maken.

§1.2.3. Waarom is het van belang te vragen naar iemands alcohol/middelengebruik?

Het is belangrijk om zowel te vragen naar huidig alcohol/drugs gebruik als het gebruik in het verleden. Dit kan namelijk invloed hebben op iemands functioneren. Gevraagd zou moeten worden naar de soort drugsgebruik, hoelang iemand het heeft gebruikt, de hoeveelheid en eerdere behandelingen voor het gebruik. Ook is het belangrijk om te achterhalen of iemand vindt dat het drugsgebruik enige invloed op zijn/haar leven heeft gehad.

§1.2.4. Waarom is het van belang te vragen naar iemands medische geschiedenis?

Medische geschiedenis en huidige staat kan een belangrijke invloed hebben op het huidig functioneren van iemand. Weten wat voor medicatie is om dezelfde reden van belang.

§1.2.5. Waarom is het van belang te vragen naar het medische en psychiatrische verleden van iemands familie?

Veel psychische stoornissen en medische aandoeningen hebben een groot genetisch component. Daarnaast kan het opgroeien met een ouder met een psychische aandoening een grote invloed op iemand hebben. Om deze reden is het belangrijk te vragen naar de medische en psychiatrische geschiedenis van de familie. Het gaat hier om directe familieleden en verre familieleden.

Het kan belangrijk zijn om aan de individu duidelijk te maken dat sommige mensen wel een psychiatrische stoornis hebben gehad, maar dat deze niet gediagnosticeerd is.

§1.3. Wat is een psychosociale evaluatie?

De symptomatische evaluatie helpt de inhoud van iemands huidig functioneren duidelijk maken. Een psychosociale evaluatie helpt daarentegen met het duidelijk maken hoe iemands wereld eruit ziet. Het is belangrijk om te bedenken of symptomen zich voordoen in een grotere context en gerelateerd zijn aan andere symptomen.

§1.3.1. Wat houdt het gedeelte naar iemands familie verleden in?

Het is belangrijk om te vragen naar de huidige en vroege familiestructuren, zoals vragen naar het aantal broers en zussen, en wie de voornaamste verzorger was, of hij/zij getrouwd is, en kinderen heeft. Elk genoemde trauma, zoals het overlijden van iemand, moet hier in de assessment worden opgenomen.

§1.3.2. Wat houdt het gedeelte naar naar iemands onderwijs en beroepsverleden in?

Er moet een grondig assessment worden gedaan naar iemand schoolverleden. Het is verstandig om te kijken of er enige academische problemen waren of leerproblemen, etc. Hetzelfde geldt voor het werkverleden.

§1.3.3. Waarom is het van belang te vragen naar iemands criminele verleden?

Er moet ook gevraagd worden of iemand in aanraking is geweest met justitie en waarom. De antwoorden die hier gegeven worden, zijn van groot belang voor de richting van het assessment. Voor de interviewer is het belangrijk om onbevooroordeeld over te komen en over te komen alsof hij/zij niet gemakkelijk geshockeerd is. Behandel deze informatie hetzelfde als elk ander stukje informatie.

§1.3.4. Wat houdt het gedeelte naar iemands sociale verleden in?

Een beschrijving van het sociaal verleden en het huidig sociaal netwerk moet hier worden gegeven, zoals het aantal vrienden, de kwaliteit van deze vriendschappen, en of er zich problemen hebben voorgedaan.

§1.3.5. Waarom is het van belang te vragen naar iemands psychoseksueel verleden?

Psychoseksueel functioneren verwijst naar alle psychosociale problemen die gerelateerd zijn aan seksualiteit. Dit is een van de meest gevoelige onderwerpen om te bespreken met een individu. De belangrijkheid van dit onderwerp verschilt per individu, maar het is belangrijk om de mogelijkheid uit te sluiten dat psychoseksuele problemen het huidig psychologisch functioneren van iemand beïnvloeden.

Bij dit onderwerp is het belangrijk dat de interviewer de vragen op een rechttoe rechtaan manier stelt, omdat dit bijdraagt aan een comfortabele sfeer waarin het individu zich op zijn gemak voelt en eerlijke en complete antwoorden zal geven.

§1.3.6. Wat is een multiculturele evaluatie?

Het is niet mogelijk om een individu te begrijpen zonder de culturele omgeving waarin hij/zij functioneert te begrijpen. Neem in dit gedeelte ook specifieke feiten, zoals of iemand tweetalig is. Het is belangrijk om iemands culturele, en religieuze identiteit te evalueren.

§1.4. Wat is een evaluatie van de mentale staat?

Andere bronnen voor informatie dan de cliënt zelf over het functioneren van de cliënt zijn nodig, omdat ieders zelfbewustzijn gelimiteerd is. Een belangrijk middel voor het evalueren van iemands huidig functioneren is klinische observatie. De mental status evaluation (MSE) is een handig manier om informatie uit de klinische observatie te organiseren.

§1.4.1. Waarom is iemands uiterlijk en gedrag van belang?

Hoe iemand overkomt en zich gedraagt zijn belangrijke indicatoren van iemands huidig functioneren. ‘Hoe iemand overkomt’ gaat over kleren en zelfzorg, maar ook het niveau van bewegingsactiviteit en coördinatie. Gedrag refereert aan zowel abnormale als repetitieve gedragingen en hoe het individu zich gedraagt ten opzichte van de interviewer. Zowel uiterlijk voorkomen en gedrag kunnen al aanwijzingen geven voordat er getest wordt.

§1.4.2. Waarom is iemands taalgebruik van belang?

Hoe iemand functioneert op taalgebied kan de mogelijkheid van de interviewer om bij het individu adequaat een assessment af te nemen sterk beïnvloeden.

Taal zal apart beoordeeld moeten worden op zowel begrijpende als uitende elementen. De begrijpende elementen gaan over hoe goed een individu lijkt te begrijpen wat een interviewer zegt. Uitende elementen gaan over hoe goed een individu in staat is zichzelf uit te drukken in woorden. Problemen op deze punten kan maken dat de interviewer de assessment moet aanpassen, maar het kunnen ook aanwijzingen zijn voor oorzaken van het slechter functioneren van een persoon.

§1.4.3. Waarom is iemands gemoedstoestand van belang?

Een essentieel verschil in de MSE is tussen gemoedstoestand en gevoel. Gemoedstoestand refereert aan de emotionele staat van een individu, zoals door het individu zelf aangegeven. Gevoel refereert aan de geobserveerde emotie van de cliënt. Het is van groot belang om te beoordelen of zowel de gemoedstoestand en gevoel passend zijn bij de situatie en bij elkaar passen.

Van mood-affect congruence is sprake als de gemelde gemoedstoestand overeenkomt met de emotie die de interviewer observeert. Van mood-affect incongruence is sprake als de twee niet overeenkomen. Dit kan om verschillende redenen gebeuren en is belangrijk om mee te nemen in de assessment.

§1.4.4. Waarom is iemands denkproces van belang?

Het denkproces en de inhoud van iemands gedachten kan waardevolle informatie bevatten voor de assessment van die persoon. Het denkproces verwijst naar hoe iemand denkt. Een persoon kan veel denkfouten maken.

§1.4.5. Waarom is iemands cognitie van belang?

Klinische indrukken van verschillende domeinen van cognitief functioneren moeten opgemerkt worden in het interview, zodat vermoedelijke afwijkingen later in de hypotheses meegenomen kunnen worden. De grote gebieden van cognities in de MSE zijn: alertheid, aandacht, concentratie en geheugen.

§1.4.6. Wat houdt het gedeelte naar iemands prefrontaal functioneren in?

De “higher-order” vaardigheden en functies die geassocieerd worden met de prefrontale cortex vormen het laatste domein van de MSE. De meeste nadruk liggen op functies gerelateerd aan persoonlijkheidsvariabelen, zoals: plannen, inzicht en oordelen.

De evaluatie hiervan zal op dit moment in het proces tekortschieten, omdat deze domeinen van functioneren erg complex zijn. Toch is het nuttig om dit in brede zin te evalueren.

Inzicht refereert aan hoe een persoon bewust is van (a) zijn/haar problemen en de hulp die hij/zij nodig heeft, (b) zijn/haar eigen rol in zijn/haar eigen problemen en (C) de specifieke problemen die aandacht moeten krijgen.

§1.5. Hoe worden hypotheses opgesteld?

Als al het voorgaande is gedaan, kan de vraag wat er met de persoon aan de hand kan zijn, gesteld worden. Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden is goede kennis van psychodiagnostiek nodig. De DSM is een mogelijk hulpmiddel om mogelijke oorzaken van symptomen te vinden, maar het is één van de vele perspectieven die aangenomen kunnen worden.

Het is ook belangrijk om grondige kennis te hebben van cognitieve, persoonlijkheids- en emotioneel functioneren te hebben vanuit meerdere perspectieven. Genereer hypotheses voor alle mogelijke oorzaken van de functionele beperkingen.

Een hypothese dat er altijd bij moet staan is de hypothese dat iemands functioneren normatief en functioneel is; dat er niets aan de hand is.

§1.5.1. Hoe worden beperkingen geïdentificeerd?

De eerste taak in het proces van het hypothetiseren is om duidelijk de precieze beperkingen in functioneren uiteen te zetten. Het is belangrijk om een ​​stapje terug te doen en zo breed mogelijk proberen te begrijpen in welke domeinen het functioneren van het individu beperkt is.

§1.5.2. Waarom wordt er een opsomming met mogelijke oorzaken gemaakt?

Nu is het de bedoeling om alle mogelijke en logische oorzaken van beperkingen in functioneren op te sommen.

Zoals bij elk assessment moeten er twee hypotheses kunnen worden verworpen, namelijk substance-related disorder en de mogelijkheid dat de beperkingen worden veroorzaakt door een medische aandoening.

Bij het opstellen van hypotheses moet worden getracht zo uitgebreid mogelijk te zijn, door zoveel mogelijke oorzaken voor elke functiebeperking op te sommen. Veel van deze hypotheses zullen tijdens het testproces snel en eenvoudig worden verworpen, maar elke hypothese zal helpen bij het selecteren van de tests. Voor het selecteren van de tests is het namelijk belangrijk om te weten wat moet worden uitgesloten.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
432