Begrippenlijst Internationale Politiek I

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

Begrippenlijst (Hoofdstuk 12 in het boek)

Begrippen hoofdstuk 1

 

Anarchie

De toestand van een staat zonder gezaghebbend bestuur. Tegenwoordig meer gebruikt om toestanden als wanorde en chaos te gebruiken.

Autoriteit

De mogelijkheid (en het recht) om het gedrag van mensen te beïnvloeden. Mensen luisteren naar je door je eigen positie en kwaliteiten.

Globalisatie

De opkomst van een complex geheel van onderlinge verbondenheid. Dit is mogelijk door economische en politieke vooruitgang. Onze levens worden hierdoor sterk beïnvloed.

Gemixt actoren model

De politiek wordt buiten internationale en nationale overheden ook nog gevormd door een verzameling van belanghebbenden en andere groepen.

Hegemonie

Er is sprake van een overwicht van één staat in de politiek, handel, cultuur en ideologie. In vrijwel alles is deze staat betrokken.

Self-help

Men gaat vooral uit van eigen krachten. En deze krachten worden gezien als de belangrijkste redenen van het voorbestaan en de veiligheid van de staat.

Staat-systeem

Het geheel van relaties tussen en rondom staten.

Begrippen hoofdstuk 2

Autarkie

Het bewust streven naar een economie die onafhankelijk is van het buitenland. Niet alleen op economisch gebied maar vaak ook politiek.

Autocratie

Dit is een regeringsvorm waarbij ongelimiteerde macht wordt uitgeoefend door vaak één persoon. Voorbeelden zijn een keizer, president(Vladimir Poetin) of koning.

Brinkmanship

Een strategie die te maken heeft met escalatie en op het punt kan staat van oorlog. Deze strategie is er op gericht om de tegenstander terug te dringen.

Bufferzone

Een gebied die twee andere gebieden van elkaar gescheiden houdt. De bufferzonen tussen Noord- en Zuid-Korea en die tussen Noord- en Zuid-Cyprus zijn hier voorbeelden van. Deze zones zijn bedoeld om oorlog te voorkomen.

Glasnost

Een van de hervormingen van Gorbatsjov. Het hield grotere vrijheid voor het individue in.

MAD(Mutually Assured Destruction)

Dit is een toestand waarin een nucleaire aanval van een staat zijn eigen dood zou betekenen gezien beide staten beschikken over een tweede aanvalscapaciteit.

Perestrojka

De tweede hervorming naast Glasnost, deze hield de verandering van het sociaal-economisch systeem van de Sovjet Unie in.

Sociaal Darwinisme

Een visie op het leven als een overlevingsstrijd waarbij steeds de beste of sterkste overleeft in een natuurlijke selectieprocedure. Deze visie berust niet op wetenschappelijke basis en is dus onjuist. Deze visie werd gebruikt door Adolf Hitler.

 

Begrippen hoofdstuk 3

‘Absolute gains’

Voordelen die voor staten voortvloeien uit beleid of actie.

‘Commercial Liberalism’

Een vorm van liberalisme dat vooral economische voordelen als vrijhandel benadrukt.

Communutarisme

Het geloof dat een person gevormd wordt door de gemeenschap.

Cultureel realtivisme

Deze theorie beschouwd zaken die als goed of fout geklassificeerd kunnen worden als cultuureel bepaald.

Defensief realism

Een vorm van structureel realism die staten ziet als veiligheids maximaliseerders.

‘Dependency theory’

Een neo marxistische theorie die structurele onevenwichtigheden binnen het internationale kapitalisme aangaat.

‘High Politics’

Politiek die voornamelijk gaat over defensie en buitenlandse zaken.

Klassiek realisme

Een vorm van realism die machtspolitiek verklaart in termen van menselijke zelfzuchtigheid of egoïsme.

Liberaal institutionalisme

Een benadering die voornamelijk gaat over het realiseren van liberale principes en doelstellingen door middel van instituties.

‘Low politics’

Politiek die meer gaat over zaken die zowel nationaal als internationaal weinig invloed heeft.

Neo-liberalisme

Een perspectief of de internationale politiek. Deze heeft het liberalisme gerenoveerd in het licht van de uitdaging van het realisme.

Neo-marxisme

Een geupdate versie van het Marxisme die het determinsme afkeurt.

Neo-realisme

Een kijk op de internationale politiek, vooral door te wijzen naar het model van machtspolitiek en de structurele beperkingen van het internationale systeem.

Offensief realisme

Een vorm van structureel realism, die staten ziet als macht maximaliseerders.

Post-positivisme

Een benadering van kennis die vraagtekens zet bij het idee van een objectieve werkelijkheid.

‘Relative gains’

De positie van staten ten opzicht van elkaar, bekeken vanaf de verdeling van de voordelen en mogelijkheden tussen en onder hen.

Republikeins Liberalisme

Vorm van liberalisme die in het bijzonder wijst naar een republikeinse regering en het verband tussen democratie en vrede.

Security Dilemma

Het dilemma dat onstaat uit het feit dat een opbouw van militaire capaciteit voor bijvoorbeeld defensie leidt door argwaan van andere staten.

‘State of nature’

Een samenleving zonder politieke autoriteit en formele controle van het individu.

‘statecraft’

De kunst van het uitvoeren van ‘public affairs’ of de vaardigheden die ermee verbonden zijn.

 

Begrippen hoofdstuk 4

Keynesianisme

Een politieke stroming gebaseerd op de Keynesiaanse theorie. Die weer voort komt uit de ideëen van John Keynes.

Marktfundamentalisme

Een economisch model waarin vraag en aanbod op elk terrein centraal staan en de overheid zo min mogelijk intervenieert.

Mercantilisme

Stelsel dat de economie ondergeschikt maakt aan de belangen van de nationale staat.

Protectionisme

Een stelsel van beschermde invoerrechten.

 

Begrippen hoofdstuk 5

Devolutie

Het toekennen van bevoegdheden aan gedecentraliseerde overheden.

Gedeelde soevereiniteit

Een grondwettelijke regeling waarin soevereiniteit de scheiding is tussen twee niveaus van overheid.

‘Good governance’

Normen voor het proces van besluitvorming in de samenleving, o.a. participatie bevolking, respect voor de rechtsstaat en transparantie.

Incrementalisme

Een beslissingsstrategie waarbij de beslisser een keuze maakt uit enkele bekende oplossingsstrategieën.

Multi-level governance

Een patroon van overlappende overheidsinstanties die voorkomen uit de groei of toenemende belangen van supranationale of subnationale lichamen.

‘Soevereiniteit’

Exclusieve bevoegdheid tot uitoefening van publiekrechtelijk gezag op eigen bodem.

‘Superterritoriality’

Een gebeurtennis waarbij het soicale leven grondgebied overstijgt door de groei van grensoverschrijdende en transglobale communicatie en interactie.

 

Begrippen hoofdstuk 6

Assimilatie

Verregaande vorm van sociale integratie waarbij de eigen culturele indentiteit wordt verlaten en er sprake is van een volledige aanvaarding van de waarden en levensstijlen van de omgeving.

Chauvinisme

Overdreven nationalisme

Deterritorialisering

Het proces waardoor sociale gebieden niet meer geheel in kaart kunnen worden gebracht op het gebied van territoriale plaatsen, territoriale afstanden en territoriale grenzen.

Primordalisme

Gaat ervan uit dat groepsidentiteit een gegeven is en dat er binnen inedere maatschappij bepaalde fundamentele, irrationele verbintenissen tussen mensen bestaan die gebaseerd zijn op religie, cultuur, taal etc.

Secularisatie thesis

De theorie dat modernisering gepaard gaat met de vermindering van regligie en de verplaatsing van spirituele waarden door seculiere.

Sociale reflexiviteit

De neiging van individuen en andere sociale actoren om min of meer continu na te denken over de voorwaarden van hun eigen handelen.

 

 

Begrippen hoofdstuk 7

Asymmetrische oorlogsvoering

Oorlogsvoering met ongelijke partijen

Conventionele oorlogsvoering

Een vorm van oorlogsvoering die wordt uitgevoerd door regelmatige, geüniformeerde en nationale militaire eenheden en maakt gebruik van conventionele militaire wapens en slagveld tactieken.

Jus ad bellum

Recht tot oorlog

Jus in bello

Wetten van oorlog

Negatieve vrede

Wanneer in een samenleving geen revolutie, oorlog of grote maatschappelijke onrust (meer) is. Toch zijn er wel militairen aanwezig voor het geval dat.

Positieve vrede

Wanneer er in een samenleving geen structureel geweld meer bestaat. Er is geen honger, geen uitbuiting en geen onrechtvaardigheid.

realpolitik

Het beleid van een land wordt door omstandigheden bepaald niet door principes.

Begrippen hoofdstuk 8

Bandwagon

Niet de balans kant kiezen maar juist zichzelf maken tot een sterkere macht in de hoop op meer veiligheid en invloed.

Compellance

Een tacktiek of strategie die ontwikkeld is om een tegenstander tot concessies te dwingen door middel van oorlog of de dreiging van agressie.

Deterrence

Een tacktiek of strategie ontwikkeld om agressie te voorkomen door het benadrukkken van de omvang van de waarschijnlijke militaire reactie.

Hard power

Het vermogen van een actor om een andere actor te beïnvloeden door het gebruik van bedreigingen of beloningen.

Multilateralisme

Een politiek die gevormd worden in een arena van internationale organisaties en staten.

Soft power

De mogelijkheid om andere actoren te beïnvloeden door hen te overtuigen te volgen of instemmen met normen en aspiraties die het gewenste gedrag produceren.

Begrippen hoofdstuk 9

Spillover

Het dynamische proces waarbij integratie in een beleidsterrein de neiging om over te gaan in en op andere gebieden.

Peace enforcement

Vredeshandhaving door middel van het gebruik van onder andere wapens.

Begrippen hoofdstuk 10

Douane Unie

een overeenkomst waarbij een aantal lidstaten een gemeenschappelijk buitentarief ten opzichte van de rest van de wereld houden.

Federalisme

Het federalisme is een staatsvorm waarbij geen centraal staatsgezag wordt voorgestaan. In plaats daarvan wordt aan de afzonderlijke delen een zeer grote mate van zelfstandigheid toegekend, maar zonder dat het nationale of federale niveau bestaat bij de gratie van de deelstaten.

Functionalisme

De overheid moet op de eerste plaats inspelen op de menselijke behoeften; functionalisme wordt in verband gebracht met vergrotende stappen op weg naar integratie op specifieke gebieden van beleidsvorming, in een tempo gecontroleerd door deelstaten.

Neo-functionalisme

Een revisie van het functionalisme die de integratie in een gebied genereert voor verdere integratie in de vorm van ‘spillover’ herkend.

 

Access: 
Public

Image

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
734