ABkort 2015/282, Raad van State 15 juli 2015 (Stichting Holland Opera) - Arrest

ABkort 2015/282, Raad van State 15 juli 2015 (Stichting Holland Opera)

Stichting Holland Opera had subsidie aangevraagd bij de Stichting Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten, maar dit werd afgewezen. SHO maakte bewaar tegen de afwijzing, maar ook tegen de honorering van de aanvraag van vijf andere gezelschappen. Beide bezwaren werden ongegrond verklaard. Om een subsidie-aanvraag te kunnen beoordelen wordt een rangordesysteem gehanteerd, aangezien er slechts een beperkt budget beschikbaar is. Eerst worden alle aanvragen behandeld die sowieso subsidie krijgen, daarna de aanvragen die subsidie krijgen voorzover het budget toereikend is. Een adviescommissie heeft geadviseerd de subsidieaanvraag te honoreren. De reden van afwijzing was dan ook dat het budget ontoereikend was. Het bezwaar tegen de honorering van vijf andere aanvraag wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat SHO hier geen rechtstreeks belang bij heeft. Het was SHO toegestaan om ook te klagen over de rangorde van de overige aanvragen, maar daarbij moet wel rekening worden gehouden met het feit dat de aanvragen op zichzelf worden beoordeeld. SHO had inzage moeten krijgen in de stukken die betrekking hebben op de aanvragen van de andere gezelschappen. Het SNF gebruikte het argument dat SHO veel voorstellingen wilde maken en dat dit niet haalbaar zou zijn. Dit argument is ongegrond verklaard en maakt geen deel meer uit van het verweer, aangezien het te laat aan bod is gekomen.

Volgens SHO is de verhouding tussen nieuwe en huidige producties goed. SHO maakt producties voor kinderen, die veel worden bezocht. Bovendien gaan veel voorstellingen in de herhaling, wat over het algemeen na twee jaar gebeurt. Gelet op deze argumenten had SHO 1 punt meer moeten krijgen in de beoordeling van de aanvraag. Een ander gezelschap, de Tafel van Vijf, heeft meer punten gekregen. SHO meent dat de kritieken bij één van de punten niet zijn meegenomen in de beoordeling, omdat de Tafel van Vijf onvoldoende vergelijkbaar is met SHO. Echter, het ondernemerschap moet op zichzelf worden beoordeeld, de kritieken op de Tafel van Vijf zijn dan ook op zichzelf staand. Om deze reden had de Tafel van Vijf een punt minder moeten krijgen in de beoordeling, met als gevolg dat SHO wel subsidie had moeten krijgen en de Tafel van Vijf niet. Het hoger beroep wordt gegrond verklaard.