Aanvulling collegeaantekeningen en oefenvragen General Pathology II

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

HC Infectious diseases and pathology (4-3-2013)

 

In de algemene pathologie is er sprake van verschillende mechanismen van ziekte; één daarvan in infectie. Een infectie wordt veroorzaakt door:

  • Bacterie
  • Virus
  • Parasiet
  • Fungi

Veranderingen in het weefsel kunnen laten zien om wat voor infectie het gaat.

 

Een infectie leidt tot verschillende responsen:

  • suppuratieve/acute inflammatie (polymorf nucleair)

                        à bacteriën (gram positief of negatief), fungi

 

  • mononucleaire granulomateuze inflammatie

                        à virus, parasiet, spirocheten, mycobacteria, fungi

 

  • cytopatisch/cytoproliferatieve inflammatie

                        à necrotisch: HSV, adenovirus

                        à cytoproliferatief: HPV, genitale wratten, genitaalkanker

Dus virus kunnen een chronisch inflammatie of necrotiserende inflammatie veroorzaken. Ze veroorzaken vooral necrotiserende inflammaties, wat leidt tot orgaanfalen.

 

  • necrotiserende inflammatie

                        à clostridium perfringens (gangreneus necrosis)

 

  • chronisch inflammatie en littekenvorming

                        à chronische virusinfectie hepatitis B en fibrose à beschadiging hepatocyten,              vervanging met niet-werkend weefsel

 

Bacteriële infectie

Gram positief: staphylococcus aureus en streptococcus A en B à blauw kleuring

Gram negatief: legionella pneumophila, pseudomonas aeruginosa à rode kleuring

 

De verschillen zitten in het celmembraan. Met kleuring is geen verschil te zien tussen bijv. gram positieve bacteriën onderling.

 

Bij een staphylococcusinfectie bepaalt de plaats van infectie het ziektebeeld. De plaats van infectie kunnen bijv. de longen, het darmsysteem of de huid zijn.

 

Legionella pneumophila: gram negatieve bacterie, die aeroob is. De legionella bacterie komt de cel in, waar hij in een fagosoom, die niet is gefuseerd met een lysosoom, repliceert en uitbreekt. De bacterie kan andere cellen in zijn omgeving infecteren, vooral bij mensen met onderdrukt immuunsysteem.

 

Casus man, 56 jaar

  • chronische hepatitis C infectie (cirrose)
  • levertransplantatie (2x)
  • respiratoire insufficiëntie

Consolidatie in de long + biopsie wijzen op de infectie met necrose. In het vitale weefsel zit een chronische ontsteking met granulomateuze aspecten. Bij silverstaining kun je de bacteriën in de macrofagen zien zitten.

 

Virale infectie

à CMV (cytomegalovirus)

à HSV infectie (herpes simplex virus)

Deze infecties komen vooral voor bij immuun onderdrukte patiënten.

 

Casus vrouw, 59 jaar

  • M. Kahler, beenmergtransplantatie (2001)
  • 25/08/06 progessieve respiratoire problemen
  • Long biopsie om oorzaak te achterhalen; is het een infectie, graft versus host disease, maligniteit?
  • Dood (12-10-06)

Op de CT is te zien dat er bijna geen normaal weefsel aanwezig is. Dit wijst op een organizing pneumonia. Waar komt dit vandaan?

In het serum is de load van CMV bekeken. Deze werd hoog, hier is ook voor behandeld.

In het weefselbiopsie zijn fibroblastische plugs te zien tussen de alveoli in. Je ziet ook cellen met een nucleus en cytoplasma, vergroot met intranucleaire inclusie. Door kleuring is het CMV virus partikel te zien.

Ondanks de behandeling, waren er al zoveel secundaire veranderingen door de infectie, dat behandeling niet meer werkt.

 

Virale inclusie is dus heel typische voor virale infecties.

 

Casus vrouw, 37 jaar

  • Sinds 1988 anorexia nervosa
  • 20/07/07 fietsongeluk à ambulance  naar SEH. Afwijkingen te zien in de lever.
  • 22/07/07 wakker, spraakproblemen, naar SEH
  • Trombocytopenie, koorts, coagulopathie (APTT > 120, INR 5,9)
  • Verdenking  van diffuse intravasculaire coagulatie (DIS)
  • CT scan van het hoofd laat meerder subcorticale bloedingen zien, foci frontobasaal, links lateraal, rechts parietaal. Contusio cerebri.
  • Problemen met bloeddruk à dood door shock.

 

Hele grote veranderingen in ALAT en ASAT komt door beschadiging in hepatocyten. Bij beschadigingen komen de enzymen vrij. Er is dus sprake van necrose in de lever. Alle hepatocyten zijn dood. Er is dus een ernstige infectie.

 

In detail: virale inclusie. à HSV infectie à Herpes simplex virus hepatitis.

 

Parasitaire infectie

à schistosomiasis

à echinococcus

 

Parasitaire infecties komen weinig voor in Nederland. Vaak komt de infectie uit het buitenland mee en zijn dieren van belang bij het overdragen aan de mens.

 

Casus man, 22 jaar

  • sinds 6 jaar bekend met meerdere levercysten
  • 2001: gedeeltelijk longresectie in Turkije
  • Jan 2007: acute abdominale pijn met eosinofilie en gestoorde leverfunctie
  • Mei 2007: cysten verwijderd van de lever (marsupializatie)
  • Postoperatieve complicaties: gallekkage, waardoor intra-abdominaal abces; pleurale effusie met infectie. Hiervoor kreeg hij antibiotica. In oktober 2007 mocht hij weer naar huis.

 

Op de CT zijn de  cysten zichtbaar. De macroscopie laat een open cyste zien met kleine cysten erin. Microscopisch zie je de parasiet zitten. Het gaat om een echinococcus parasiet.

 

Fungale infectie

à aspergillus fumigatus

à candida

Deze infecties komen ook vooral voor bij mensen met een onderdrukt immuunsysteem.

 

Casus man, 53 jaar

  • Acute myeloïde leukemie (AML)
  • Behandeld met allogene beenmergtransplantatie à immuun gecomprimeerd
  • Opname in ziekenhuis voor respiratoire insufficiëntie en longbloeden
  • Septische shock à dood

Hier is sprake van een opportunistische infectie.

 

In de long zie je de aspergilloma. Het rode in het midden is allemaal aspergillus en maakt het weefsel erom kapot. Er kan ook een diffuse geïnfiltreerde infectie zijn. Dit kan zorgen voor een lobaire pneumonie. Naast hystocyten zie je neutrofielen en granulocyten. Speciale kleuring laat de fungi zien. Soms lijken er septa aanwezig. De microbioloog moet de aanwezigheid bewijzen dmv verschillende culturen. Een aspergillus infectie kan ook leiden tot trombose door nesteling in de vaatwand. Ook andere organen kunnen doelwit zijn.

 

 

PD  (4-3-13)

 

Patiënte begon in 1989 met haar opleiding als verpleegkundige. Aan het einde van de opleiding ging ze minder werken omdat ze heel moe was (ze was toen 19) . Zij heeft toen een paar blaasontstekingen gekregen, waarbij de antibioticakuren niet aansloegen en zij steeds zieker werd. Aan de hand van de rode bloedcellen in de urine en het niet aanslaan van de medicatie werd zij doorgestuurd naar de internist en uroloog. Hieruit kwam dat ze iets onder de leden had. De bevindingen van de uroloog waren: te hoog cholesterol, hoge bloeddruk. Creatinine rond de 160. ACE remmer gegeven. Patiënte had ook maar 1 nier bleek toen. Patiënte had een nierziekte en ze zou waarschijnlijk binnen 20 jaar een niertransplantatie krijgen

 

De dokter in Haarlem vertelde dat ze nu kinderen moest krijgen, in Leiden zeiden ze dat dat heel gevaarlijk was. Dit vond ze heel vervelend. Via hoogtechnologisch draagmoederschap zijn zij en haar man toch ouders kunnen worden, zonder dat haar gezondheid in gevaar kwam. Dit was voor de patiënte het belangrijkst. De ziekte kon haar gestolen worden.

 

Mw heeft van haar 21 tot haar 30 eigenlijk geen normaal leven gehad. Ze kon niet werken, ze kon geen kinderen krijgen en op haar 29 (2005) kreeg ze een niertransplantatie.

 

De arts had verschillende mogelijkheden met haar besproken en ingezet, omdat haar creatinine steeds meer omhoog ging en haar nierfunctie omlaag. Ze begon bij 50% nierfunctie. Bij 25% kreeg ze een cholesterol- kalium- en zoutbeperkt dieet. Bij 20% moest er nagedacht worden over de transplantatie. Ook werd ze voorbereid op dialyse.

 

Mw heeft met haar naasten gesproken en gevraagd om een nier. Haar man, schoonmoeder en moeder wilden dit. Man en schoonmoeder vielen af ivm bloedgroep. Haar moeder moest uitgebreid onderzocht worden. Patiënte was heel erg moe en was nergens meer toe in staat. Haar moeder matchte en wilde geven, ook al realiseerde haar moeder zich waarschijnlijk niet hoe ziek ze echt was. Ze deed vooral erg haar best om het andere naar hun zin te krijgen. Pas twee dagen voor de transplantatie drong dit door bij haar moeder. Ze heeft ook nog moeten dialyseren, omdat zij niet snel genoeg geopereerd kon worden. Al haar waarden waren heel hoog, ze heeft echt op het randje van de dood gelegen.

 

De dialyse voelde alsof ze leeggezogen werd. Hierdoor ging ze zich niet beter voelen. Ze kwam er drie keer per week, 3-4 weken lang. Bij patiënten die wachten op een postmortale nier wordt vaak 4 jaar dialyse gebruikt. Bij dialyse wordt maar ongeveer 10% geklaard. Dit is door technische beperking en door tijdsbeperking. Een dialyse apparaat kan ook alleen de opgeloste stoffen verwijderen. Nu wordt gewerkt aan een draagbare kunstnier, waardoor je continue dialyse hebt en er een hogere klaring kan zijn.

 

Voor mensen met een levende donor is er niet echt een wachtlijst meer. Zo worden er ongeveer 3 niertransplantaties per week gedaan. Voor dode donoren geldt dat het afwachten is.

 

Patiënte moest in Haarlem in het ziekenhuis wachten op de transplantatie. De operatie is gedaan in leiden. Voor de operatie hebben zij en haar moeder elkaar nog gezien. Ook bij de inslaapkamer zagen zij elkaar ook, toen haar moeder uit de operatie kwam. Na de operatie had mw het gevoel dat ze herboren was, waarschijnlijk ook een beetje door de morfine, zegt ze zelf.

 

Alles ging goed, na vijf dagen mocht ze naar huis. Iedere week kwam ze twee keer op de poli. Al voor de transplantatie kreeg ze afstotingsmedicatie. Zij had hier heel veel bijwerkingen van. In week 6 werd zij weer opgenomen ivm afstoting. Haar nierfunctie ging toen achteruit. Dmv van een biopt werd dit bekend en ook bekend wat voor vorm afstoting het is. De eerste behandeling sloeg direct aan (3x 1000 mg prednison) en de afstoting werd de kop ingedrukt.

 

Patiënte kreeg van de medicijnen heel veel haargroei, dit heeft ze weg laten laseren. Ook kwam ze veel aan, vooral doordat ze veel ging eten, omdat ze dat eerst niet mocht.. Een jaar na de transplantatie ging ze weer aan het werk. Na drie, vier jaar is ze weer naar de dokter gegaan, met de vraag of ze toch nog zelf een kind kon krijgen. Mw moest hiervoor andere medicijnen gebruiken, die niet schadelijk zijn voor het kind. De oorzaak van de nierziekte was nog steeds niet bekend. In de 30e week van haar zwangerschap had ze een hele hoge bloeddruk, ook haar creatinine was gestegen. Mw was erg in paniek. Ze werd toen opgenomen. Ze had ook bloed bij de urine. Mw moest toen gaan bevallen, na 31 weken. Uiteindelijk bleek dat de baby op de ureter lang, waardoor de druk op de nier heel hoog werd.

 

Later werd ook duidelijk dat de rode bloedcellen afkomstig waren uit de nier (rode bloedcelcilinders). Er werd toen opnieuw een biopsie gedaan om de oorzaak te achterhalen. Ivm de bevalling en het feit dat haar dochtertje nog 5 weken in het ziekenhuis moest blijven, werd de biopsie uitgesteld. Na zes weken werd ze opgenomen voor de biopsie. Ze had heel veel pijn door deze biopsie. Aan de hand van deze biopsie werd ze weer opgenomen en de oorzaak werd bekend. Nu gaat alles goed, wel is bekend dat ze eerder een nieuwe transplantatie moet krijgen ivm de ziekte: IgA nefropathie. IgA wordt dus opnieuw afgezet tegen de nieuwe nier. Hematurie blijft bij patiënte, proteïnurie valt mee.

 

 

 

WG Synopsis (6-3-2013)

 

Opdracht 1: Een longbiopt bij een patiënt met reumatoïde arthritis

 

Bij een patiënt met reumatoïde arthritis wordt een longbiopt genomen. De patiënt is een 46 jaar oude vrouw die al 10 jaar bekend is met reumatoïde arthritis. Vanwege recent ontstane klachten van dyspnoe en hoesten, werd een longfoto genomen waarop een kleine, haardvormige afwijking wordt gezien in de rechter middenkwab .

 

  1. Wat zijn de differentiaal diagnostische overwegingen m.b.t. deze longafwijking op basis van de gegeven informatie?

Als eerste wordt gedacht aan een ontsteking (infectie) of maligniteit in het kader van de auto-immuunziekte. Dit is dus een heel breed spectrum.

 

Er wordt een open longbiopt genomen. Een representatieve afbeelding van het biopt wordt hieronder getoond (zie PPT)

 

  1. Wat voor afwijking zie je hier?

In de afbeelding zie je een granuloom met een rand van ontstekingscellen (lymfocyten) en reuscellen. Bij reumatoïde artritis noemen we dit een reumatische nodule.

 

  1. Wat zijn op basis van deze bevinding de differentiaal diagnostische overwegingen?
    à Granulomateuze ontsteking: reumatische nodule

à GPA

à tuberculose

 

  1. Wat voor aanvullend onderzoek zou je willen doen in het licht van deze overwegingen?

à ANCA-test om te kijken naar GPA.

à Testen op mycobacterium tuberculosum dmv ZN kleuring. Hierdoor kleuren de bacteriën als rode staafjes aan.

 

  1. Verklaart de uiteindelijke diagnose de klachten van de patiënt?

Kans dat de nodule de klachten verklaard is klein. Waarschijnlijk is er ook sprake geweest van een virale infectie oid, die de klachten heeft veroorzaakt. Het is belangrijk om het in de gaten te houden, omdat mw misschien interstitiële fibrose gaat ontwikkelen. Voor nu kun je het best even wachten, kijken of de klachten vanzelf overgaan. 
 

Opdracht 2: Bevindingen in een niertransplantatiebiopt

 

Een 33 jaar oude man die t.g.v. diabetes een ernstige nierfunctiestoornis kreeg, onderging een gecombineerde nier-pancreastransplantatie. 5 jaar na transplantatie wordt vanwege proteinurie een niertransplantatiebiopt genomen. Daarin worden in sommige glomeruli de volgende laesies gevonden (zie PPT):

 

  1. Wat voor laesies zijn dit (hoe heten ze)?

Kimmelstiel Wilson leasies.

 

  1. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
    Diabetes gerelateerde nodulopathie.

 

  1. Welke informatie kun je hieruit afleiden m.b.t. het pancreastransplantaat?
    Het transplantaat werkt niet meer. Als deze faalt, kan de goede nier nog even doorwerken. De afstoting van de pancreas is waarschijnlijk kort na transplantatie gebeurd.

 

  1. Doe een voorstel voor het klinisch beleid.
    Dialyseren en wachten op nieuwe nier (en natuurlijk insuline gebruiken, maar dat doet de patiënt waarschijnlijk al)

 

Opdracht 3: Afwijkende cellen in de urine van een patiënt met GPA (granulomatosis with polyangiitis, voorheen: de ziekte van Wegener)

 

Een 64 jaar oude man is al 10 jaar bekend met GPA. Op een dag bemerkt de patiënt dat er bloed in zijn urine zit. Er wordt een urinesediment gemaakt. Daarin bevinden zich veel rode bloedcellen, maar geen ‘erythrocyten-casts’.

 

  1. Wat mag je afleiden uit de informatie dat er geen casts in de urine worden gevonden?
    Geen afwijking in de nier zelf, maar lager. Bij problemen in de nier worden de casts gevormd in de tubuli.

 

Ook worden groepjes cellen gevonden die er zo uitzien (zie PPT):

 

  1. Wat voor cellen zouden dit kunnen zijn, heb je een differentiaal diagnose?
    Epitheelcellen uit de blaas. Dit epitheel vernieuwt snel, dus zit eigenlijk altijd in de urine. De cellen zien er niet normaal uit. Kan om een virusinfectie gaan, of een neoplasma. 

 

  1. Wil je nog aanvullend onderzoek doen om een van je overwegingen te bevestigen?
    Dmv kleuring kijken of er virus aanwezig is. Waarschijnlijk geen sprake van BK virus, ondanks dat meneer immunosuppressieve middelen gebruikt. Als de cellen met virus geïnfecteerd zijn, blijven ze van het epitheel afvallen. Dit klompje cellen is typisch voor een polypeuze aandoening in de blaas, voorbode voor een blaasepitheelcarcinoom. Het geven van langdurige immunosuppressiva is risicofactor voor carcinoom.

 

  1. Naar welke specialist verwijs je deze patiënt?
    Uroloog à cystoscopie en poliepen van blaas eventueel verwijderen.

 

Opdracht 4: Eilandjestransplantatie

 

Eilandjes van Langerhans transplantatie lijkt een goed alternatief voor transplantatie van het pancreas als ‘whole organ’.

 

  1. Kun je ten minste 1 voordeel, maar ook 1 nadeel noemen m.b.t. deze vorm van transplantatie?

Voordeel

- minder gevaarlijke ingreep

- je vervangt niet het goed werkende deel van de pancreas;

Nadeel

- meerdere transplantaties nodig

- meerdere pancreassen nodig voor een transplantatie.

 

  1. Waarom is het zo moeilijk om de histologische afwijkingen aan de eilandjes na transplantatie te volgen?
    De eilandjes zijn moeilijk te bereiken; eilandjes worden in de lever getransplanteerd en zijn lastig vinden/aan te prikken.

 

In een case-report in de NEJM werden bevindingen in de eilandjes na eilandjestransplantatie beschreven. Daarbij werd opgemerkt dat er in deze casus geen lymfocyten in de eilandjes werden gevonden.

 

  1. Welke diagnose(s) werden hiermee impliciet uitgesloten?
    - Geen afstoting of ontsteking

- Terugkeer van diabetes type 1

 

  1. Stel dat een leverbiopt na eilandjes van Langerhanstransplantatie een eilandje bevat dat een positieve C4d-kleuring bevat. Wat is hierbij de belangrijkste diagnostische overweging?
    Er kan sprake zijn van antibody-mediated rejection. Er is dus een humorale rejectie van de eilandjes. C4D is een onderdeel van de klassieke route van complementactivatie en is een marker voor de formatie van immuuncomplexformatie. Afstoting van de eilandjes geeft geen gevaar voor de lever.

 

HC all reviews + text exam (6-3-2013)

Vragen Infectious diseases

 

1. Wat is een structureel onderdeel van Gram-positieve bacteriën?

  1. Lipopolysaccharide 
  2. Lipoteichoinezuur 
  3. Buitenmembraan 
  4. Periplasmatische gel

Een gram positieve cel bevat lipotheichoinezuur die structureel sterkte geven.

 

2. Welk organisme is in staat cysten te vormen?

  1. staphylococcus aureus
  2. entamoeba histolytica
  3. aspergillus fumigatus
  4. cytomegalo virus

 

Vormen die resistant zijn voor milieu:

 

Virus

Bacterie

Protozoön

Fungi

worm

Vorm

Naked capsid

*Gram-positief

*sporen

Cysten

Sporen

eieren

Voorbeeld

Poliomyelitis virus

Clostridium tetani

Entamoeba histolytica

Aspergillus fumigatus

Strongyloides

stercoralis

 

3. Neisseria meningitidis veroorzaakt een acute ontsteking van de hersenvliezen. Welke virulentiefactor veroorzaakt de acute ontsteking?

  1. Endotoxine  = LPS à inflammatie
  2. Kapsel  à anti-phagocytose
  3. Teichoinezuur  à inflammatie
  4. Flagellen  à beweging

 

4. Poliomyelitisvirus is een naakt capside RNA-virus dat verlammingsverschijnselen kan veroorzaken. Welke eigenschap is te verklaren met deze informatie?

  1. Het virus kan slecht tegen uitdroging 
  2. Het virus kan slecht overleven in de darm
  3. Het virus verspreidt zich via de lucht
  4. Het virus verspreidt zich via contact

Naakte capside virussen hebben een celmembraan van de host, die tegen uitdroging en de darmomgeving kan en zo goed als resistent is tegen omgevingsfactoren.

 

5. Bacteriën kunnen resistentie tegen antimicrobiële geneesmiddelen op verschillende manieren op elkaar overdragen. Bij welke manier speelt een virus (bacteriofaag) een rol?

  1. Conjugatie
  2. Transductie
  3. Transformatie 
  4. Transfection 

 

6. Een 61-jarige man ondergaat een knieoperatie. Vier dagen later krijgt hij koorts en er     worden bloedkweken afgenomen, welke positief worden voor Staphylococcus aureus. Op    welke testresultaten berustte deze determinatie?

  1. Catalase negatief en coagulase negatief 
  2. Catalase negatief en coagulase positief 
  3. Catalase positief en coagulase negatief
  4. Catalase positief en coagulase positief 

 

 

7. Een 44-jarige man heeft al sinds zijn jeugd regelmatig infecties. Bij analyse wordt er een complementdeficiëntie (factor C2) vastgesteld. Welk type micro-organismen veroorzaken vooral infecties bij deze patiënt?

  1. Virussen 
  2. Extracellulaire bacteriën
  3. Intracellulaire bacteriën 
  4. Schimmels en gisten

 

8. Een 39-jarige Somalische man heeft halskliertuberculose. Welk histologische beeld wordt waarschijnlijk gezien in een klierbiopt?

  1. Acute pyogene ontsteking
  2. Chronische ontsteking en fibrose 
  3. Granulomen  
  4. Necrose zonder ontsteking 

 

Vragen thema 1 en 2 (doorgeteld van vorige HC, JoHo deel 2)

 

Necrose: vaak geen nucleus meer zichtbaar, niet homogeen. Bijv. in de kern van granulomen, of in het endotheel van vaten.

Fibrose: littekenvorming door collageendepositie. Je ziet collageenfibers.

 

16.  Welke van de onderstaande vier alternatieven is consistent met de renale biopsie            bevindingen in een biopsie met medicatie intoxiteit?

  1. a-cellulair, eosinofiele veranderingen van vaatwanden: hyalinose
  2. lymfocyten in het endotheel van de kleine arteriën: vasculaire rejectie
  3. nuclei tonen inclusies en/of owl’s eye veranderingen: virale infectie
  4. glomeruli bevatten Kimmelstiel Wilson laesies: diabetische nefropathie

 

17.  Welke longziekte begint meestal subpleuraal?

  1. UIP
  2. longziekte in systemische sclerosis/bronchiolitis
  3. cellulaire vorm van NSIP
  4. fibrotische vorm van NSIP

 

18. in een so-called time-zero biopt van een renale transplantatie wordt IgA nefropathie geconstateerd. Wat is de klinische consequentie voor de ontvanger?

a.   de patiënt krijgt een extra dosis immunosuppressiva

b.   de transplantatie heeft een hogere kans op IFTA, overleving is gelimiteerd

c.   de graft wordt verwijderd

d.   geen consequenties, de ziekte zal verdwijnen

 

19. zou het nuttig zijn om te kleuren voor fibroblasten in een huidbiopt bij welke je de diagnose systemische sclerose overweegt?

a.   ja, de hoeveelheid is van belang in het stellen van de diagnose

b.   ja, omdat fibroblasten belangrijk zijn in de pathogenese van de ziekte

c.   nee, de diagnose wordt gesteld aan de hand van andere histologische criteria

d.   nee, dit is duur en fibroblasten kunnen ook zonder kleuring waargenomen worden

 

20. Ernstige tubulitis in de absentie van een BK-virus in een renale transplantatie is een indicatie voor:

a.   acute rejectie

b.   CMV infectie

c.   IFTA

d.   terugkeer van ziekte

 

21. als in een renaal transplantaat IFTA wordt gevonden, zal de clinicus:

a.   wachten, dit kan niet behandeld worden

b.   antibiotica voorschrijven en de immunosuppressiva verlagen

c.   immunosupressiva verhogen: wordt gedaan bij acute rejectie

d.   verwijder de graft: wordt nooit gedaan, behalve bij maligniteit

 

22. bekijk het figuur. Detail renale transplant biopsie drie dagen na transplantatie, wat is de diagnose?

a.   acute tubulaire necrose

b.   chronische vasculopathie

c.   humorale rejectie

d.   terugkerende diabetes

 

23. Waarom weten we zo weinig over de gelimiteerde transplantaat overleving van eilandjes van Langerhans?

a.   De laesies in de eilandjes zijn aspecifiek

b.   Door de locatie in de lever, is het lastig een goed biopt te nemen

c.   In het kader van de gelimiteerde overleving, worden de eilandjes necrotisch

d.   De eilandjes kunnen niet zichtbaar worden met een marker.

 

24. welke ziekte is aanwezig op basis van deze foto’s?

a.   lupus nefritis

b.   ANCA-associated glomerulonefritis

c.   acute rejectie

d.   Henoch Schonlein purpura

De rechterfoto is een ANA test. Links zie je crescent formatie.  

 

25. tijdens een medische check-up, worden decoy cellen gevonden in de urine van een patiënt met een niertransplantatie. Wat zijn de klinische consequenties?

a.   Niets, deze cellen worden soms gevonden in de urine

b.  Biopsie van de nier

c.   Een immunohistochemische kleuring voor BK-virus. Als deze positief is, wordt een antivirale therapie gestart.

d.   De patiënt gaat naar de uroloog voor een cytoscopie.

Decoy betekent ‘lijkt alsof het iets anders is’; ze lijken op dysplastische urotheelcellen.

 

26: Tijdens een time-zero biopsie worden Kimmelstiel Wilson laesies gevonden. Wat kan je hieruit afleiden?

a.   donor heeft diabetes

b.   donor heeft hypertensie

c.   bij een donornier (van een overledene), moet de andere nier ook getest worden op de aanwezigheid van kimmelstiel wilson laesies.

d.   een re-biopsie moet binnen 6 maanden gedaan worden om te kijken of de laesies zijn verdwenen.

 

27. de belangrijkste bedreiging voor graftverlies binnen een week is:

a.   hyperacute humorale rejectie

b.  toxiciteit van medicatie, vooral cyclosporine

c.  acute tubulaire necrose

d.  terugkeer van ziekte in een klein deel van auto-immuunziekten.

 

 

28. Welke inflammatoire cel wordt vooral gevonden in tubuli met acute interstitiële rejectie?

a.  T cel

b.  B cel

c.  eosinofiele granulocyt

d.  fibroblast

 

29. Eilandjestransplantatie is een goed alternatief voor het transplanteren van een heel orgaan. Een nadeel van deze procedure is:

a.   dat symptomen van diabetes eerder terugkeren

b.   dat er een leverinfarct kan ontstaan tijdens de behandeling

c.   dat de transplantatie conversie moet ondergaan na ongeveer een jaar

d.   dat er een hogere dosis immunosuppressiva gegeven moet worden of afstoting te voorkomen

 

30. Als C4d positieve is een renaal transplantaat, waar kan de depositie dan gevonden worden?

a.   langs het GBM

b.   langs het endotheel van peritubulaire capillairen

c.   langs de brush border van de proximale tubuli

d.   in de kleine arteriolen

 

 

31. Welke diagnose is waarschijnlijk aan de hand van de bevindingen in de foto?

a.   acute vasculaire rejectie

b.   hyalinose à geen inflammatoire cellen

c.   BK virus nefropathie

d.   terugkeren van necrotiserende vasculitis

 

32. welk cel type prolifereert hier in de glomeruli?

a.   endotheel cellen

b.   mesangiale cellen

c.   pariëtale epitheelcellen

d.   viscerale epitheelcellen

 

Access: 
Public

Image

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
oneworld magazine
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
720