12. Moreel, wettelijk en esthetisch redeneren

Wat zijn waardeoordelen?

Een waardeoordeel (‘value judgment’) is een term voor een bewering waarin een oordeel naar voren komt. Een waardeoordeel beoordeelt de waarde of de wenselijkheid van iets of iemand. Een voorbeeld is een docent die over een leerling, die fraude heeft gepleegd, zegt: ‘Hij verdient een 3 voor zijn verslag’. De docent beschrijft de leerling niet, maar spreekt een oordeel over de leerling uit.

Wat is het doel van moreel redeneren?

Bij moreel redeneren wordt er geprobeerd om morele waardeoordelen (‘moral value judgments’) vast te stellen. Niet elk waardeoordeel drukt een moreel waardeoordeel uit. Als er gezegd wordt: ‘onze koningin kleedt zich mooi’, is het een waardeoordeel, maar niet moreel. Een moreel waardeoordeel bevat vaak woorden als ‘goed’, ‘fout’ en ‘slecht’. Een voorbeeld van een moreel waardeoordeel is: ‘Het was fout van de docent om informatie achter te houden’.

Twee principes van moreel redeneren

  1. Consistentieprincipe (‘concistency principle’). Als twee afzonderlijke zaken op alle relevante manieren niet verschillen, dan moeten ze op dezelfde manier behandeld worden. Als twee afzonderlijke zaken op dezelfde manier behandeld worden, zouden ze niet op alle relevante manieren moeten verschillen. Een voorbeeld is als een docent twee studenten dezelfde cijfer geeft, ondanks het feit dat student A het beter heeft gedaan dan student B. Hiermee schendt de docent het principe. Als er vermoed wordt dat iemand het consistentieprincipe schendt, dan is het aan degene die het principe schendt om te bewijzen dat hij of zij het principe niet schendt.
  2. Morele principes. Een moreel principe is een algemeen waardeoordeel. Het verwijst naar wat in het algemeen gedaan zou moeten worden. Een voorbeeld is: ‘Stelen is verkeerd’. Uit morele principes worden morele waardeoordelen gevormd. Een voorbeeld is: ‘Het is verkeerd van Piet om te stelen’.

Consequentialisme: utilitarisme, egoïsme en altruïsme

Consequentialisme heeft als uitgangspunt dat de gevolgen van een beslissing of handeling de morele waarde bepalen. Als een handeling meer geluk produceert dan de alternatieven, dan is het de juiste handeling om uit te voeren. Hier is dan sprake van utilitarisme. Hierbij wordt er een afweging gedaan tussen de verschillende gevolgen van alternatieven om vervolgens te kiezen voor de handeling die het meeste geluk oplevert. Dit perspectief levert problemen op. Wanneer we afwegen of we iets wel of niet moeten doen, houden we rekening met verschillende zaken, bijvoorbeeld de rechten van anderen en onze eigen plichten. Een andere consequentialistische theorie is het ethisch egoïsme. Hierbij wordt er als uitgangspunt genomen dat als een handeling meer geluk voor jezelf oplevert dan de alternatieven, dan is het juist om het uit te voeren, en als het minder geluk voor jezelf oplevert dan de alternatieven, dan is het fout om het uit te voeren. En als laatste perspectief is er ook ethisch altruïsme, waarbij eigen geluk en het geluk van anderen als gelijk gezien wordt, en dus even belangrijk.

Plicht theorie: morele plichten

Bij de plicht theorie (‘deontologism’) wordt er waarde gehecht aan de morele plichten. We zouden dingen wel of niet moeten doen niet om iets te bereiken, maar simpelweg omdat het goed of fout is. Dan pas kunnen we van ‘moral imperative’ spreken. Als we ons aan een belofte proberen te houden, dan moeten we het doen omdat het zo hoort (‘it’s the right thing to do’.) Een moreel ‘imperative’ is categorisch: het beschrijft een handeling die wel uitgevoerd wordt, niet om een bepaald resultaat te bereiken, maar omdat de handeling onze morele plicht is. Maar hoe kunnen we vaststellen wat onze morele plicht is? Hierbij moeten er twee dingen overwogen worden: 1) het principe van handeling heeft betrekking op wat jij wilt doen en 2) bepalen of je zou willen dat het principe universeel was en dat iedereen het kon volgen wanneer ze in dezelfde situatie zouden zitten als dat jij zat.

Moreel relativisme

Moreel relativisme neemt als uitgangspunt dat wat goed en fout is afhankelijk is en bepaald wordt door iemand zijn groep of cultuur. Hier gaat het niet om wat er geloofd wordt dat goed en fout is. Dit kan immers van groep tot groep verschillen. Het gaat hier echt om wat goed en fout is. Bij moreel relativisme is er sprake van drie complicaties:

  1. Wanneer is iets een groep, samenleving of cultuur en wat zijn de criteria voor lidmaatschap? Tot hoeveel groepen, samenlevingen of culturen behoor je? Deze vragen maken het moeilijk om te bepalen welke reeks principes van toepassing op iemand zijn.
  2. Er kunnen ook tegenstrijdige perspectieven over morele principes gevonden worden binnen één groep
  3. Moreel relativisme kan je in een tegenstrijdige positie zetten. Wat een groep vindt kan in tegenstrijd zijn met wat je zelf vind.

Moreel subjectivisme

Bij moreel subjectivisme wordt als uitgangspunt genomen dat het idee wat goed en fout is een subjectieve mening is. Alleen het denken dat iets goed of fout is, maakt het dat ook voor die specifieke persoon.

Religie

Religieus relativisme

Bij religieus relativisme wordt er als uitgangspunt genomen dat wat goed en fout is bepaald wordt door de religie van een cultuur of samenleving. Dezelfde drie complicaties die bij moreel relativisme besproken zijn, kunnen ook hier weer optreden. Wanneer behoor je tot een bepaalde religie, zelfs binnen een bepaalde cultuur of religie gelden vaak tegenstrijdige principes en mensen die de ene religie/cultuur aanhangen vinden misschien dat mensen die een andere religie/cultuur aanhangen iets fout doen.

Religieus absolutisme

Hier wordt er als uitgangspunt genomen dat de correcte morele principes geaccepteerd zijn bij de juiste religie. Een probleem hierbij is dat de meningen over wat de juiste religie is variëren.

Wat is deugdethiek?

Deugdethiek (‘virtue ethics’) richt zich niet op wat gedaan moet worden, maar op hoe iemand moet zijn. Iemand probeert niet om te achterhalen wat wel of niet gedaan moet worden om een bepaald resultaat te bereiken, maar richt zich eerder op wat voor een soort persoon hij wil zijn, bijvoorbeeld betrouwbaar en vriendelijk.

Juridisch redeneren

Juristen redeneren deductief en inductief. Als het deductief is, kan de redenering sound, valide of invalide zijn. Ook bevat deductief redeneren categorische en hypothetische redeneringen. Als het inductief is, kan het variëren van sterk tot zwak. Inductief redeneren bevat generaliseringen, analogische redenering enen redeneringen over oorzaak en effect.

‘Appeal to precedent’

Bij ‘appeal to precedent’ of ‘stare decisis’ wordt er gebruik gemaakt van een zaak (‘case’) die als richtlijn gebruikt wordt bij een soortgelijke nieuwe zaak. ‘Appeal to precedent’ is een analogisch argument. Als een eerder opgeloste zaak (A) gelijk is aan een soortgelijke nieuwe zaak (B), dan kan op dezelfde manier waarop beslissingen bij A genomen zijn, ook weer beslissingen bij B genomen worden. Ook wordt er hier gebruik gemaakt van het consistentieprincipe: zaken die niet verschillen moeten op dezelfde manier behandeld worden.

Rechten (‘law’) perspectieven

Dezelfde perspectieven die bij moreel redeneren besproken zijn, zijn ook hier weer van toepassing.

Juridisch moralisme

De bewering dat de wetten alles dat immoreel is als illegaal moeten maken dient als basis bij legaal moralisme (‘legal moralism’). Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt om moord of seksueel misbruik te verbieden.

Schade principe

Bij het ‘harm principle’ gaat het erom dat het verbieden van X als reden heeft dat X anderen kan schaden.

Juridisch paternalisme

Bij legaal paternalisme wordt er als uitgangspunt genomen dat wetten gerechtvaardigd kunnen worden als ze kunnen voorkomen dat iemand zichzelf schaadt. Wetten die verbieden dat X gedaan kan worden, kunnen dus gerechtvaardigd worden, als X grote problemen veroorzaakt met andere mensen.

Beledigingsprincipe

Bij het ‘offense principle’ wordt er als uitgangspunt genomen dat een wet die X verbiedt gerechtvaardigd kan worden als X anderen kan beledigen. Een voorbeeld is het verbranden van een vlag.

Hoe is een esthetische redenatie opgebouwd?

In het boek worden acht esthetische principes besproken die als basis dienen en die het meest artistieke creaties en kritische oordelen over kunst steunen en beïnvloeden. Het is ook belangrijk om te begrijpen dat niet alle principes op iedereen van toepassing zijn.

  • Objecten zijn esthetisch waardevol wanneer ze betekenisvol zijn of ons de waarheid over iets leren.
  • Objecten zijn esthetisch waardevol wanneer ze de capaciteit hebben om waarden of overtuigingen die centraal staan in een cultuur of traditie over te brengen. Ook zijn objecten esthetisch waardevol wanneer ze belangrijk zijn voor de kunstenaar die het gemaakt heeft.
  • Objecten zijn esthetisch waardevol als ze de capaciteit hebben om politieke of sociale verandering te creëren.
  • Objecten zijn esthetisch waardevol als ze de capaciteit hebben om plezier te creëren voor diegenen die het kunnen ‘voelen’ en waarden.
  • Objecten zijn esthetisch waardevol als ze de capaciteit hebben om bepaalde emoties die we waarderen te creëren.
  • Objecten zijn esthetisch waardevol wanneer ze de capaciteit hebben om een speciale niet emotionele ervaring, zoals autonomie, te creëren.
  • Objecten zijn esthetisch waardevol wanneer ze een speciale esthetisch eigendom of een speciale esthetische vorm uitdrukken.
  • Er is geen beredeneerd argument dat kan concluderen dat objecten esthetisch wel of niet waardevol zijn.

Oefenvragen

Vraag 1

Wat is het verschil tussen een waardeoordeel en moreel redeneren?

Vraag 2

Noem twee principes van moraal redeneren.

Vraag 3

a. Wat houdt consequentialisme in?

b. Noem drie voorbeelden van consequentialisme.

Vraag 4

Wat houdt de plichttheorie in?

Vraag 5

Welke vorm van ethiek richt zich niet op wat gedaan moet worden, maar op hoe iemand moet zijn.

Antwoorden

Vraag 1

Een waardeoordeel is een bewering die waarden uitdrukt, terwijl moraal redeneren gaat over beoordelingen die berusten op morele waarden (bijvoorbeeld in termen van goed of slecht).

Vraag 2

Twee principes van moraal redeneren zijn het consistentieprincipe en morele principes.

Vraag 3

a. Consequentialisme heeft als uitgangspunt dat de gevolgen van een beslissing of handeling de morele waarde bepalen.

b. Drie voorbeelden zijn het utilitarisme, egoïsme en altruïsme.

Vraag 4

Bij de plichttheorie wordt er waarde gehecht aan de morele plichten. We zouden dingen wel of niet moeten doen niet om iets te bereiken, maar simpelweg omdat het goed of fout is.

Vraag 5

Deugdethiek.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Emy
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
5011