In dit fragment staat het onderwerp derdenbescherming centraal. Eerst wordt de vraag beantwoord welke rechten iemand heeft als deze van een beschikkingsonbevoegde een roerende zaak verkrijgt. Behandeld worden de vereisten waaraan voldaan moet worden wil deze beschikkingsonbevoegdheid niet fataal zijn. Hierbij wordt eerst uitgegaan van de situatie dat de zaak niet gestolen is. Vervolgens wordt uitgegaan van de situatie dat de zaak wel gestolen is, waarvoor aanvullende vereisten gelden. Als tweede vraag wordt beantwoord of er ook sprake kan zijn van derdenbescherming bij een constitutum possessorium levering. Vervolgens wordt de vraag beantwoord of het uitmaakt of de overdracht aan een verkrijger wordt vernietigd om bescherming te krijgen in de zin van artikel 3:86 BW. Benadrukt wordt dat derdenbescherming alleen bedoeld is als bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid. Aan de andere vereisten van levering moet gewoon voldaan zijn. Als vierde vraag wordt beantwoord welke bescherming artikel 3:88 BW biedt. Als laatste wordt in het algemeen het leerstuk van bescherming van de goede trouw besproken als grondslag van derdenbescherming.
Movie
Title: Derdenbescherming in het goederenrecht
Derdenbescherming in het goederenrecht
Add new contribution