Emotional and Behavioural Disturbances hoorcollege 1
Hoorcollege 1: Ontwikkelingspsychopathologie
Aantekeningen bij de hoorcolleges van Emotional and Behavioural Disturbances (UU)
ADHD heeft te maken met dysfunctionele breinfuncties. Volgens de samenleving is ADHD een hersenafwijking die gemakkelijk behandeld kan worden met behulp van medicatie. Echter, moet medicatie altijd gecombineerd worden met psychosociale methodes, zoals training voor ouders en management in de klas.
Bij DBD is er een sterke connectie te vinden met de omgeving en lijkt in sommige opzichten op de antisociale gedragsstoornis, ofwel Conduct Disorder (CD). Ook Oppostional Defiant Disorder (ODD) is hiermee in vergelijking te trekken. Binnen ODD is er een onderscheid te maken tussen het koppige type, het irriterende type en het wraakzuchtige type. Het koppige type is hierbij vergelijkbaar met CD. Het kind zoekt (verbale) conflicten op met volwassenen en weigert aan verzoeken te voldoen. Een kind met ODD irriteert anderen bewust en geeft anderen de schuld voor hun eigen wangedrag. Het wraakzuchtige type is hiermee vergelijkbaar. Het irriterende type is echter te vergelijken met ADHD, waarbij het kind boos is en snel driftig wordt. Een kind binnen dit type is snel geïrriteerd door anderen. ODD is meer een karaktereigenschap, terwijl een kind CD kan ontwikkelen als deze niet genoeg respons krijgt op bepaalde gedragingen. Niet alleen de symptomen in het kind zelf brengen moeilijkheden met zich mee, maar ook de sociale last die erbij betrokken is, geeft een extra uitdaging voor de omgeving. Vaak zijn kinderen met CD agressief tegenover mens en dier, sloopt het eigendommen van anderen, stelen zij spullen en overtreedt geweldregels. DBD gaat vaak samen gepaard met ADHD, academisch onderpresteren, een lage (verbale) intelligentie en problemen in taalontwikkeling. In de DSM-5 is toegevoegd dat ook leerstoornissen en taalstoornissen vaak samen kunnen gaan met DBD. Daarnaast komen stemmings- en angststoornissen ook regelmatig voor. Een ander geassocieerd probleem met DBD is dat er binnen de familie en omgeving veel problemen voorkomen. In het geval van een volwassen beginleeftijd bij CD is er onder andere een grote behoefte voor autonomie. Deze personen...
In de prevalentie van autisme bestaan er verschillen in geografische plekken, maar SES heeft hierbij geen invloed. Niemand weet waar dit verschil precies door wordt veroorzaakt en zo zijn er nog wel meer dingen waar men de oorzaak nog niet voor heeft gevonden. Toch is er wel een verklaring voor de verschuiving in de statistieken van autisme. Zo is er nu een betere diagnose die verbreed is in de criteria.
Het herkennen van autismespectrumstoornissen (ASD) kan tijdens verschillende levensfasen. Het eerste halfjaar is een belangrijke periode, maar daarnaast is het tweede halfjaar in het eerste levensjaar ook van belang. Ook op de voorschoolse opvang of op school kan het herkend worden en zelfs tijdens de adolescentie kan er nog een diagnose plaatsvinden.
Add new contribution