Tussendeur - Arrest

Tussendeur (HR 21-10-2003, NJ 2007, 9)

Casus

Verdachte heeft opzettelijk gehandeld in strijd met de Opiumwet. (Art. 3 lid 1 onder B).

Nav een melding dat in de woning van de verdachte zich een hennepplantage zou bevinden, heeft de politie - voorzien van een machtiging tot het binnentreden van de woning - aldaar een onderzoek ingesteld. Op een afgesloten zolderkamer trof zij 224 hennepplanten aan. De verdachte is veroordeeld ter zake van het opzettelijk telen van die planten.

Hof

Verweer raadsvrouw van de verdachte: het bewijs is onrechtmatig verkregen omdat een tussendeur is geforceerd. De politie had een machtiging tot het binnentreden van de woning, maar niet de bevoegdheid het huis te doorzoeken.

Het hof verwerpt het beroep op onrechtmatige bewijsvergaring. Het enkele feit dat de afgesloten deur is geforceerd, brengt niet met zich mee dat er sprake is van doorzoeking. Art. 9 Opiumwet geeft de bevoegdheid tot onderzoek en in dat kader bestaat tevens de bevoegdheid om onderzoek in een afgesloten ruimte te doen.

Cassatiemiddel

Het Hof heeft het beroep op onrechtmatige bewijsvergaring ten onrechte, althans op ontoereikende gronden verworpen.

Hoge Raad

Het middel steunt op de opvatting dat een machting tot binnentreden de opsporingsambtenaar slechts de bevoegdheid geeft de woning zonder toestemming van de bewoner binnen te treden, doch niet de bevoegdheid na de binnentreding een deur te verbreken die toegang geeft tot het vertrek waar het delict wordt gepleegd of redelijkerwijze vermoed kan worden dat het wordt gepleegd. Het middel beroept zich daartoe onder meer op de MvT tot herziening van het gerechtelijk vooronderzoek, inhoudende dat activiteiten die verder gaan dan 'zoekend rondkijken' moeten worden aangemerkt als een 'doorzoeking', waartoe een opsporingsambtenaar niet bevoegd is. Die opvatting van het middel kian niet als juist worden aanvaard, in aanmerking genomen dat het voorbehoud mbt afgesloten vertrekken niet in enige wettelijke bepaling is neergelegd. Volgens de duidelijke bewoordingen van de bepaling van art. 9 Awbi kan degene die bevoegd is de woning zonder toestemming van de bewoner binnen te treden, zich de toegang tot en doorgang tot enig vertrek in de woning verschaffen, voor zover het doel van het binnentreden dit ook redelijkerwijs vereist. Daaronder valt ook het forceren van de (tussen)deur van een vertek. Dat laat onverlet dat de opsporingsambtenaar niet gerechtigd is om daarna dat vertrek te doorzoeken, dus meer te doen dan 'zoekend rondkijken'.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina