Checkpoint - Arrest

Checkpoint, HR 02-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:7, nr. 12/01359

 

Onderwerp

Ontvankelijkheid van het OM.

 

Casus

Aan verdachte wordt een groot aantal feiten tenlastegelegd. Verdachte is een coffeeshophouder en heeft verboden stoffen in de zin van de Opiumwet geteeld, verhandeld en geëxporteerd en geïmporteerd. Ook wordt aan verdachte tenlastegelegd het vervaardigen van verboden opnames en het wederrechtelijk exploiteren van een radiostation. Verder wordt aan verdachte tenlastegelegd het voorhanden hebben van een verboden wapen en deelname aan een verboden organisatie. Let op: ook het exploiteren van een coffeeshop wordt aan verdachte tenlastegelgd. Immers, dit is ook een misdrijf; het wordt slechts gedoogd.

In casu wordt de ontvankelijkheid van het OM betwist door de verdediging. De verdediging stelt namelijk dat er bepaalde toezeggingen zijn gedaan op grond waarvan verdachte mocht vertrouwen dat hij niet vervolgd zou worden. De niet-ontvankelijkheidsverklaring zou gebaseerd zijn op grond van de stelling dat algemene beginselen van behoorlijk strafprocesrecht zijn geschonden, namelijk het vertrouwensbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het kenbaarheidsvereiste, daarbij wordt het gedoogbeleid tevens in ogenschouw genomen.

 

Gerechtshof
Het Gerechtshof maakt notitie van de term driehoeksoverleg. Driehoeksoverleg is er als burgemeester, officier van justitie en politiechef, overeenkomstig artikel 14 van de Politiewet van 1993, periodiek afstemmen welk beleid er zal worden gevoerd, onder meer in het kader van de Opiumwet en het gedogen van verdovende middelen. Zulk gepretendeerd gemeenschappelijk optreden maakt dat het vertrouwen van de burger, opgewekt door het driehoeksbeleid en het optreden van de driehoek op zijn minst ten dele ook aan het OM kan worden toegerekend.

Het Hof stelt dat het gaat om binding van het OM aan toezeggingen die aan het OM kunnen worden toegerekend (het vertrouwensbeginsel), maar het gaat er ook om dat de burger erop moet kunnen vertrouwen dat zijn belangen op redelijke en billijke wijze zullen worden meegewogen in de vervolgingsbeslissing.

Bij het feitelijk gedogen is de kenbaarheid van het beleid voor de burger in zoverre problematisch, dat nu juist niet een schriftelijke beslissing, maar feitelijk handelen van de overheid verwachtingen bij de burger heeft gewekt. Als die verwachtingen gerechtvaardigd zijn, maar de overheid tot een koerswijziging in het beleid komt, getuigt het van elementaire zorgvuldigheid de betrokkene hiervan op de hoogte te stellen. Dat is temeer het geval, als het gaat om een voortdurende situatie, waarin de burger zijn handelen heeft afgestemd op hetgeen hij opvat als geldend overheidsbeleid, terwijl dat standpunt intussen is gewijzigd.  Een lastige vraag die hierbij beantwoord moet worden is op wiens beleid verdachte dan heeft vertrouwd.

Het Hof maakt notitie van het feit dat het OM al eerder richtlijnen haddoorgevoerd inhoudende dat, vanwege het belang van de volksgezondheid (dat wil zeggen met het oog op de wens de cannabisgebruiker uit het hardere en criminele milieu van de harddrugsmarkt te houden) en vanwege het belang van de openbare ordehandhaving de handel in softdrugs niet zou worden opgespoord of vervolgd, ongeacht de aanwezige capaciteit. De coffeeshop van verdachte, Checkpoint, kreeg in 1996 een gedoogbeschikking. Het Hof bespreekt het feit dat in 2007 een inval werd gepleegd en een grote hoeveelheid softdrugs in beslag werd genomen en dat verdachte hierna contact heeft gezocht met de overheid, maar dat die hem niet informeerde over het nieuwe beleid. Na deze inval heeft de coffeeshop nog een jaar lang kunnen bestaan, zonder interventie. Om deze reden besluit het Hof dat het vertrouwensbeginsel inderdaad is geschonden en dat het OM daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

 

Hoge Raad
De Hoge Raad stelt voorop dat het aan het OM is om tot een vervolg-beslissing te komen. Er is slechts in uitzonderlijke gevallen plaats voor een niet-ontvankelijkheidsverklaring, namelijk in het geval dat het vertrouwensbeginsel is geschonden. Een uitzonderlijk geval als zojuist bedoeld doet zich ook voor wanneer de vervolging wordt ingesteld of voortgezet terwijl geen redelijk handelend lid van het OM heeft kunnen oordelen dat met (voortzetting van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn. De HR is van mening dat de niet-ontvankelijkheidsverklaring door het Hof onterecht gedaan is.

De HR stelt dat het Hof heeft miskend dat de rechter een besluit tot vervolging van het OM niet vol mag toetsen. Verder stelt de HR ook dat de gang van zaken geen verhouding hebben tot de andere tenlastegelegde feiten, en dat die tevens vervolgd moeten worden.

De HR vernietigt daarom de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina