Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
International Court of Justice, Legality of the use by a state of nuclear weapons in armed conflict, Advisory Opinion, 8 juli 1996 (advies gevraagd door de World Health Organization), p. 470-480 (Essentie: par. 19, 25).
Legality of the use by a state of nuclear weapons in armed conflict, gaat om een Advisory Opinion van 8 juli 1996. De eerste aanvraag voor een advies bij het ICJ werd gepresenteerd door de World Health Organization (WHO) op 3 September 1993, maar de ICJ had toen geen advies over dit verzoek kunnen uitspreken omdat de WHO buiten haar juridische capaciteit handelde.
Op 8 juli 1996 bracht het Internationaal Gerechtshof op verzoek van de Algemene Vergadering toen een Advies uit over de rechtmatigheid van het dreigen met en gebruik van kernwapens. In het advies geeft het Hof geen inhoudelijk antwoord op de gestelde vraag. Hierdoor blijft het antwoord op de gestelde vraag onzeker. Maar het advies is vrij duidelijk: “ het dreigen met, en het gebruik van kernwapens zijn over het algemeen onverzoenbaar met de geldende internationale rechtsprincipes”. Het Hof stelt dat het dreigen met en het gebruik van kernwapens in het algemeen in strijd zijn met het internationaal recht. Ook concludeerde het Hof dat in voorkomend geval voldaan zou moeten worden aan alle vereisten van het volkenrecht inzake gewapende conflicten, in het bijzonder aan die van de beginselen en regels van het internationaal humanitair recht. Ook wordt nadrukkelijk vastgesteld dat geen enkele staat een voorbeeld van rechtmatig gebruik van kernwapens aan het Internationaal Gerechtshof heeft weten voor te leggen.
De rechters stellen dat de inzet van kernwapens in extreme situaties van zelfverdediging, waarbij het voortbestaan van het land op het spel staat, het gebruik van kernwapens binnen de internationale rechtsregels moet gebeuren maar dat zij op grond van alle beschikbare kennis geen situatie konden bedenken waarbij het internationaal recht niet zou geschonden worden. Het Hof heeft het dreigen met, en het gebruik van kernwapens alleen getoetst aan de bestaande rechtsprincipes (internationaal humanitair recht, het oorlogsrecht, en het milieurecht). Deze bepalen o.a. dat men in een oorlogssituatie geen onnodig leed mag veroorzaken, dat men geen oorlog mag voeren op een manier waarop er geen onderscheid kan gemaakt worden tussen combattanten en burgers, of op een manier waarop de integriteit van neutrale landen geschonden wordt. Ook is het verboden om oorlog te voeren op zo’n wijze dat de effecten zich nog lang na het beëindigen van de oorlog blijven manifesteren. Kernwapens kunnen onmogelijk aan deze wettelijke eisen voldoen.
Conclusie; het Internationaal Gerechtshof verklaard dat er in het internationaal recht geen alomvattend verbod is op dreiging met of gebruik van kernwapens. Het Hof toetst het dreigen met, en het gebruik van kernwapens enkel aan de bestaande rechtsprincipes, zoals die vervat zijn in o.a. het internationaal humanitair recht, het oorlogsrecht, maar ook het milieurecht.
- for free to follow other supporters, see more content and use the tools
- for €10,- by becoming a member to see all content
Why create an account?
- Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
- Once you are logged in, you can:
- Save pages to your favorites
- Give feedback or share contributions
- participate in discussions
- share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
- 1 of 2162
- next ›
Add new contribution