Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
HC 4 – Anatomie van het oor
Het oor bestaat uit 3 delen:
1. Auris externa = uitwendige oor: receptieve deel
Bestaat uit de oorschelp en de uitwendige gehoorgang. Dit deel vangt de geluidsprikkels op.
2. Auris media = middenoor: conductieve deel
Deel na het trommelvlies. De trillingen die bij het trommelvlies worden opgevangen, worden door de gehoorsketen doorgegeven aan de Auris interna.
3. Auris interna = binnenoor: perceptieve deel
Receptorcellen die de informatie doorgeven aan de hersenen
Ontwikkeling van het oor
Bij mensen ontstaan er tijdens de embryonale ontwikkeling kieuwbogen (= pharyngeale bogen). Na 31 dagen komen er bij de mensen 5 kieuwbogen tot ontwikkeling. We noemen deze kieuwbogen de 1e t/m 4e en 6e kieuwboog. Wij hebben dus geen 5e kieuwboog. Deze kieuwbogen bevinden zich aan weerszijde van de pharynx.
· Kieuwspleet: de instulping van het ectoderm tussen 2 kieuwbogen
· Pharyngeaal membraan: Tussen kieuwspleet en kieuwzakje zit een membraan dat ervoor zorgt dat er geen verbinding is tussen buiten en binnen.
· Kieuwzakje: aan pharynxzijde stulpt het endoderm naar binnen (binnenkant) tussen 2 kieuwbogen
Uit de 1e en 2e kieuwboog ontstaat de oorschelp.
Ontwikkeling uitwendig oor & Middenoor
Dit is het enige stukje van het embryo waar je heel mooi de opbouw van kieuwspleet, pharyngeaal membraan en kieuwzakje kan terugvinden.
· 1e en 2e kieuwboog => Oorschelp (uitwendig oor)
Kraakbenige oorschelp ontstaat uit zwellingen op 1e en 2e kieuwboog.
· 1e kieuwspleet => Uitwendige gehoorgang (uitwendig oor)
De uitwendige gehoorgang ontstaat dus uit ectoderm. Het is bekleed met epitheel.
· 1e pharyngeale membraan => Trommelvlies
Kom je als eerst tegen wanneer je de uitwendige gehoorgang (1e kieuwspleet) binnen gaat. Het trommelvlies bestaat uit 3 kiembladen van het embryo, het ectoderm (buitenzijde), het mesoderm (dun laagje tussenin) en het endoderm (binnenzijde, kant trommelholte).
· 1e kieuwzakje => Middenoor, tuba auditiva (Buis van Eustachius) en mastoidcellen
De Tuba auditiva gaat richting de nasopharynx en zorgt voor beluchting van de trommelholte. Deze tuba is ontstaat uit een instulping van het endoderm, en wordt dus bekleed met slijmvlies. Vanuit het middenoor verloopt deze holte verder door naar de mastoidcellen.
· mesoderm 1e en 2e kieuwboog => gehoorbeentjes (malleus en incus; hamer en aambeeld) worden gevormd uit de 1e kieuwboog. De stapes (stijgbeugel) uit de 2e kieuwboog.
Ontwikkeling binnenoor = oorplacode
De zintuigcellen voor evenwicht en geluid zijn ectodermaal van oorsprong. Een eind van de kieuwbogen vandaan ontwikkelt een ectodermale verdikking (=oorplacode). Deze verdikking zal instulpen en uiteindelijk een blaasje vormen. Zo gauw de wanden van dit blaasje fuseren laat het oorblaasje los van het ectoderm en migreert het naar binnen toe. Het migreert naar het zich ontwikkelende rotsbeen, wat om het blaasje heen gaat zitten. Vervolgens ontwikkelt zich uit het oorblaasje het vliezige labyrint en uit het rotsbeen het benige labyrint.
· Oorblaasje => vliezige labyrint: gehoor en evenwichtsorgaan
· Rotsbeen => benige labyrint: mesenchym (losmazig mesoderm) rotsbeen
1. Auris externa = uitwendige oor: receptieve deel
· Auricula = oorschelp. Deze is bedoeld om geluid op te vangen.
· Meatus acusticus externus = uitwendige gehoorgang: ±2.5 cm lang, buitenste 1/3 deel kraakbenig, binnenste 2/3 deel benig, aan het eind staat het trommelvlies Het trommelvlies is een grens tussen het buitenoor en het binnenoor.
Membrana tympani = trommelvlies
Het trommelvlies is 3 lagig: Huidepitheel = ectoderm, Bindweefsel = mesoderm, Slijmvlies = endoderm
Het heeft de vorm van een trechter. Het midden van het trommelvlies ligt namelijk dieper dan de randen.. Wanneer je vanaf buiten tegen het trommelvlies aankijkt moet je de volgende onderdelen kunnen onderscheiden:
· Manubrium mallei: steel van de hamer (malleus), zie je duidelijk door de trommelvlies heen
· Pars tensa: grootste en stevigste gedeelte, de middenlaag (mesoderm) is heel goed ontwikkeld door circulair en radiair verlopende vezels. Dit deel bevindt zich caudaal en lateraal van hamersteel.
· Pars flaccida (=membraan van Shrapnell): kleinste en veel dunner gedeelte, de middenlaag is heel dun en niet goed georganiseerd, geen radiaire en circulaire vezels. Het bevindt zichcraniaal van hamersteel.
· Plica mallearis posterior: achterste plooi op grens pars flaccida en pars tensa,
· Plica mallearis anterior: voorste plooi op grens pars flaccida en pars tensa
· Umbo = navel: diepste punt van het trechtervormige trommelvies, precies aan uiteinde van hamersteel
· Als je met een lichtje in de uitwendige gehoorgang schijnt zie je altijd een lichtreflex door de trechtervorm. Dat is geen anatomische structuur.
2. Auris media = middenoor: conductieve deel
Hierin bevindt zich de gehoorbeenketen, wat de geluidstrillingen van het trommelvlies overbrengt naar het binnenoor. Het bestaat uit de volgende onderdelen, die met gewrichtjes aan elkaar vast zitten:
· Malleus = hamer: met steel van de hamer tegen het trommelvlies (membrana tympani) aan
· Incus = aambeeld
· Stapes = stijgbeugel. De voetplaat van de stapes is een ovaalvormig en past precies in het ovale venster. Het ovale venster wordt ook wel fenestra vestibuli genoemd. De stapes geeft trillingen hieraan door, waardoor deze in het binnen oor terecht komen. Hier is een overdracht van luchttrillingen op vloeistoftrillingen. Doordat het trommelvlies een groot trillend oppervlak is en de trilling overdraagt op een klein trillen oppervlak (voet van de stapes) worden de trillingen iets versterkt.
· Er zijn in het binnenoor twee spieren aanwezig die kunnen zorgen voor demping van geluidstrillingen: M. Tensor Tympani (N V3 = N. trigeminus, takje N. Mandibualirs) zit vast aan de malleus:
Als deze spier samentrekt, spant hij het Membrana tympani strak. Hierdoor zullen er minder geluidstrillingen doorgegeven worden waardoor het geluid dus juist afneemt (demping). DezeRead more
Add new contribution