Gebaseerd op het collegejaar 2014-2015 van het masterprogramma Geneeskunde aan de UU. Zie voor de overige aantekeningen:Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 2)Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 3)Notes bij Kindergeneeskunde - UU (week 4) Koorts is een centraal gemedieerde verhoging van de lichaamstemperatuur tot minstens 38,5 graden Celcius. Het is belangrijk na te gaan hoe de koorts is gemeten. Rectale metingen en metingen in het oor zijn het meest betrouwbaar. Axillaire metingen zijn erg onbetrouwbaar. Vraag dus naar de meetwijze als ouders vertellen dat hun kind koorts heeft (gehad).Een neonaat met koorts moet altijd worden doorgestuurd naar een kinderarts. De neonatale periode bestaat uit de eerste 28 levensdagen van het kind. Andere redenen om door te sturen zijn alarmsymptomen. Een aantal belangrijke alarmsymptomen zijn sufheid en petechiën. Ook wanneer het kind erg hangerig is, moet je hem of haar laagdrempelig zien.Bij een neonaat presenteren infecties zich vaak atypisch. Bij een zieke pasgeborene moet de DD dan ook niet alleen uit infecties bestaan:InfectiesAangeboren (hart)afwijkingenStofwisselingsziektenPijnAandoeningen van het centraal zenuwstelselAls een kind vitaal bedreigd is, ga je te werk via het ABCDE systeem. Dit is hetzelfde als bij volwassenen. Het kind moet altijd helemaal worden nagekeken. Een aantal belangrijke aspecten uit het lichamelijk onderzoek zijn:Vitale functies: ademhalingsfrequentie, pols, saturatieMeningeale prikkeling: Brudzinski (wanneer bij een...


Access options

The full content is only visible for JoHo WorldSupporter members with full online access.

  • For information about international JoHo WorldSupporter memberships, read more here.
  • Are you already a member?
    • During the account creation you can select 'I am a JoHo WorldSupporter Member with full online access'.
    • Became a member after you've created the account, or you upgraded your membership, then you can change the settings of your account on your WorldSupporter user page
  • or fill out the contact form

 

For Dutch visitors

Toegang tot pagina of document:

Word JoHo donateur voor online toegang

Je bent al donateur, maar je hebt geen toegang?

  • Log in, of maak een account aan als je dat nog niet eerder hebt gedaan op worldsupporter.org.
  • Bij het aanmaken van je account kan je direct aangeven dat je JoHo WorldSupporter donateur bent (met danwel zonder 'full online access', of je past dit later aan op de user page van je account
  • Kom je er niet uit, neem dan even contact op! Of check de veel gestelde vragen

Kom je er niet helemaal uit of heb je problemen met inloggen?

  • Lees de antwoorden op de meest gestelde vragen.
  • Of laat je helpen door één van de JoHo medewerkers door het online contactformulier in te vullen

-----------------------------------------------


JoHo WorldSupporter donateur worden

JoHo membership zonder extra services (donateurschap) = €5 per kalenderjaar

  • Voor steun aan de JoHo WorldSupporter en Smokey projecten en een bijdrage aan alle activiteiten op het gebied van internationale samenwerking en talentontwikkeling
  • Voor gebruik van de basisfuncties van JoHo WorldSupporter.org
  • Voor het gebruik van de kortingen en voordelen bij partners
  • Voor gebruik van de voordelen bij verzekeringen en reisverzekeringen zonder assurantiebelasting

JoHo membership met extra services (abonnee services) = €10 per kalenderjaar

€10 per kalenderjaar: Online toegang Only

  • Voor volledige online toegang en gebruik van alle online boeksamenvattingen en studietools op WorldSupporter.org en JoHo.org
  • voor online toegang tot de tools en services voor werk in het buitenland, lange reizen, vrijwilligerswerk, stages en studie in het buitenland
  • voor online toegang tot de tools en services voor emigratie of lang verblijf in het buitenland
  • voor online toegang tot de tools en services voor competentieverbetering en kwaliteitenonderzoek
  • Voor extra steun aan JoHo, WorldSupporter en Smokey projecten

Steun JoHo en steun jezelf door JoHo WorldSupporter donateur te worden

Direct Donateur Worden

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Medicine Supporter
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Samenvatting IARC's (Kindergeneeskunde)

Samenvatting IARC's (Kindergeneeskunde)

Uitwerkingen van de Interactieve Colleges tijdens het coschap Kindergeneeskunde. Gebaseerd op augustus 2012, inhoud van het vak gelijk aan 2013-2014.


Inhoudsopgave

 

IARC 1 Floppy infant

IARC 2 Het kind met een ontwikkelingsachterstand

IARC 3 Het kind met diabetes mellitus

IARC 4Geslachtsdifferentiatie

IARC 5 Kindermishandeling

IARC 6 Kinderorthopaedie

IARC 7 Brandwonden

IARC 8 Chronische en recidiverende koorts

IARC 9 Farmacotherapie bij kinderen

IARC 10 Het kind met hematurie

IARC 11 Nefrotisch syndroom

IARC 12 Het kind met urologische afwijkingen

IARC 13 Verdrinking

IARC 14 Acuut zieke kinderen

IARC 15 Aangeboren afwijkingen

IARC 16 Syndroom van Down

IARC 17 Cholestase

IARC 18 Chronische diarree op de kinderleeftijd

IARC 19 Chronische functionele obstipatie

IARC 20 Artritis

IARC 21 Vasculitis

IARC 22 LUTS bij schoolkinderen

IARC 23 Voeding bij kinderen

IARC 24 Voedingsproblemen bij zuigelingen en braken

IARC 25 Klinische betekenis van bloedgroepantistoffen in de zwangerschap

IARC 1 Floppy infant

 

Tonus

Tonus is de spierspanning in rust, zonder actief bewegen. Tonus heeft iemand onbewust, er is sprake van een partiële spiercontractie van zowel de flexoren als de extensoren. Tonus zorgt uiteindelijk voor de houding. De tonus is afhankelijk van de leeftijd, hoe meer prematuur hoe lager de tonus.

 

Hypotonie

Een verminderde tonus kan veroorzaakt worden door een centraal of perifeer probleem, het is belangrijk hierin onderscheid te maken aangezien de differentiaal diagnose van floppy infant erg uitgebreid is. Bij een hypotoon kind met hoge reflexen is de oorzaak meest waarschijnlijk gelegen in de hersenen. Primaire klacht van de ouders is een slap kind, andere problemen zijn voedingsproblemen, later is er sprake van een ontwikkelingsachterstand. In de anamnese moet gevraagd worden naar familieanamnese, zwangerschap, partus, neonatale periode, parese, motorische ontwikkeling en mentale ontwikkeling. Lichamelijk onderzoek bestaat uit een algemeen onderzoek en het neurologisch onderzoek.

 

 

Centrale oorzaak

Perifere oorzaak

Hypotonie

Axiaal

Axiaal en extremiteiten

Atrofie

Niet

Wel

Fasciculaties

Niet

Soms

Parese

Niet

Wel

Reflexen

Normaal of verhoogt, neonatale reflexen persisteren

Laag tot afwezig

Mentale ontwikkeling

Retardatie

Normaal

Overige

Gestoorde visus, dysmorfie, epilepsie

Bewegingsarmoede, myopathisch gelaat, congenitale contracturen

 

Spinale spier atrofie

SMA is een erfelijke aandoeningen van de motore voorhoorncel, signalen uit de hersenen worden niet doorgegeven aan de spieren. Spiercellen zijn wel goed aangelegd. Er is sprake van macroglossy, hoog CK en giant QRS complex.

Er zijn verschillende vormen van spinale spier atrofie

  • Very severe (congenitaal) – kind is alert, kan zich niet goed bewegen, huilt zwak en heeft een snelle oppervlakkige ademhaling. Kinderen worden niet ouder dan 2 jaar.

  • Severe (Werdnig-Hoffmann) – symptomen ontstaan ongeveer 6 maanden na de geboorte, soms moeilijk te onderscheiden van type 1. Geestelijke ontwikkeling is goed, het kind is wel rolstoelafhankelijk.

  • Intermediate – symptomen ontstaan rond het eerste jaar of later. Geestelijke ontwikkeling is goed, motore functies zijn beperkt. Met steun kunnen de kinderen lopen.

  • Mild (Kugelberg-Welander) – krachtverlies en verminderde spierfunctie beginnend op de jong volwassen leeftijd.

Ziekte van Pompe

Autosomaal recessieve aandoeningen, gelegen op 17q23-25. Het is een lysosomale afbraakstoornis van glycogeen, deficiëntie van alfa-glucosidase. De infantiele vorm heeft een ernstig beloop, kinderen overlijden tussen 12 en 18 maanden aan respiratoire en of cardiale insufficiëntie.

Diagnose wordt gesteld met behulp van

  • Urine – tetraglucose positief

  • Lab – CK

  • Spier/leverbiopt – glycogeen stapeling

Ziekte van Pompe wordt behandeld met enzymvervangingstherapie.

IARC 2 Het kind met een ontwikkelingsachterstand

Onder de leeftijd van 2,5 jaar spreek je van een globale ontwikkelingsachterstand, boven de leeftijd van 2,5 jaar spreek je pas van mentale retardatie. De mate van mentale retardatie is op te delen in mild (IQ 50-70) en ernstig (IQ <50).

 

Kinderen met een ontwikkelingsachterstand hebben een verhoogd risico op epilepsie, gastro-oesophagale reflux, obstipatie, luchtweg infecties en KNO infecties.

 

Differentiaal diagnose

  • Chromosomale afwijkingen

  • Structurele afwijkingen van het centrale zenuwstelsel

  • Omgevingsfactoren, teratogeen

  • Perinatale complicaties

  • Monogenetische aandoeningen

  • Herkenbare syndromen

  • Metabool, endocrien

In 50% van de gevallen is de oorzaak onbekend. Een meer praktische indeling kan gemaakt worden op basis van genetische en niet-genetisch of behandelbaar en niet behandelbaar. Diagnostische strategie is om eerst de meest voorkomende oorzaken en de behandelbare oorzaken vast te stellen dan wel uit te sluiten.

 

Array CGH-analyse

Deze techniek wordt gebruikt voor het opsporen van microdeleties en microduplicatie. Het te testen DNA wordt vergeleken met normaal referentie DNA, beide zijn verschillend gelabeld. De fluorescentie intensiteit van het te testen DNA en het referentie DNA wordt gemeten om vervolgens te kunnen bepalen of er in het te testen DNA microdeleties of microduplicatie aanwezig zijn.

 

Onderzoek

  • Screening – chromosoom onderzoek, CGH-array en metabool onderzoek

  • Gericht – enzym assays

Laagdrempelig wordt schildklieronderzoek gedaan en vrijwel altijd metabool onderzoek. Er moet gezocht worden naar aanknopingspunten in de anamnese en in het lichamelijk onderzoek. Clues die gevonden kunnen worden zijn bijvoorbeeld dysmorfe kenmerken.

 

Autosomaal dominant – de ziekte komt in de familie voor

X gebonden recessief – jongens in de familie hebben het

Autosomaal recessief – de ziekte komt eventueel in het gezin voor, niet in de familie, denk aan consanguiniteit.

IARC 3 Het kind met diabetes mellitus

 

Symptomen en klachten

  • Polydipsie – veel drinken

  • Polyurie – veel plassen

  • Polyfagie – verhoogd hongergevoel

  • Gewichtsverlies

Vaak worden de symptomen verkeerd geïnterpreteerd, men kan denken aan

  • Aandacht trekken – bedplassen

  • Appendicitis – buikpijn

  • Astma – Kussmaulse ademhaling

  • Urineweginfectie – veel en vaak plassen

 

In de zomer kan de polydipsie en polyurie gemaskeerd worden door het warme weer. Het valt ouders niet op dat hun kind meer drinkt en plast dan normaal, ‘want het is zo warm’. Patiënten met DM plassen 20 keer per dag veel, patiënten met een UWI plassen 20 keer per dan druppels. Ook kan het zijn dat het kind opeens weer in bed gaat plassen na zindelijk te zijn geweest.

Bij een diabetische ketoacidose worden ketonen gemaakt, deze veroorzaken een aceton lucht. Van ketonen wordt de patiënt misselijk en gaat hij braken.

 

Onderzoek

Lichamelijk onderzoek bij verdenking op diabetes mellitus bestaat uit

  • Tekenen van dehydratie

  • Algemeen onderzoek abdomen

  • Beoordeling van het bewustzijn

  • Beoordeling van de ademhaling

Aanvullend onderzoek bestaat uit labonderzoek naar

  • Glucose, elektrolyten en ketonen

  • Bloedgas

 

Bij lichamelijk onderzoek kan een Kussmaul-ademhaling gezien worden. De patiënt probeert zo de metabole acidose respiratoir te compenseren. Vanaf een glucose van 10 mmol/l in het bloed ontstaat er glucosurie.

 

De diagnose diabetes

De diagnose diabetes wordt gesteld wanneer er symptomen van diabetes zijn en een plasma glucose concentratie ≥11, 1 mmol/l niet nuchter

of

Een nuchter plasma glucose ≥7,0 mmol/l

of

2 uur na start OGTT plasma glucose ≥11,1 mmol/l

 

Wanneer iemand diabetes heeft, is er maximaal 10% residu activiteit van de pancreas.

 

Vormen van diabetes mellitus

Diabetes mellitus type I

DM type I is een (auto)immuun reactie tegen de pancreatische beta cellen. Het is een samenspel tussen genetische aanleg (HLA DQ2 DQ8) en omgevingsfactoren. De erfelijke factoren houden zich echter niet aan de wetten der genetica. Welke omgevingsfactoren uiteindelijk de trigger is, is nog niet precies duidelijk. Mogelijk spelen virussen (rubella, Coxsackie B4, bofvirus), chemische stoffen en voeding (koemelk, additieven) een rol, er is geen doeltreffende preventie. De ontstekingsreactie die ontstaat, zorgt ervoor dat de beta cellen vernietigd worden met als gevolg een absolute insuline deficiëntie. De onset is acuut en er wordt vaak diabetische ketoacidose gezien.

 

De behandeling wordt gedaan door een multidisciplinair team bestaande uit een diabetesverpleegkundige, diëtiste, kinderarts en is sommige gevallen een psycholoog. De behandeling bestaat uit een dieet, insuline en educatie, hierbij is het vooral belangrijk dat de maaltijden gepland worden. Het doel van de behandeling is metabole normalisatie, normale groei, normale puberteitsevolutie en normale psychosociale ontwikkeling.

 

Controle parameter is het geglyceerd hemoglobine (HbA1c) dat in fysiologische toestand aanwezig is, maar indien verhoogd wijst op pathologie.

 

 

Glucose mmol/l voor de maaltijd

Glucose mmol/l ’s nachts

HbA1c

< 6 jaar

5,5 - 10

6 - 11

7,5 – 8,5%

6 - 12 jaar

5 - 10

5,5 - 10

< 8%

13-19 jaar

5 - 7

5 - 8

< 7,5%

 

Diabetes mellitus type II

Ook bij type II spelen genetische en omgevingsfactoren een rol. Erfelijkheid speelt bij type II een grotere rol dan bij type I. De omgevingsfactoren zijn obesitas, dieet, activiteit en leeftijd (puberteit). De hoge concentraties hormonen in de puberteit hebben een anti-insuline werking. Type II diabetes heeft een meer sluimerende onset. In eerste instantie is er een verminderde gevoeligheid voor insuline en glucose. Vervolgens vindt er steeds meer insuline secretie plaats. Uiteindelijk raken de beta cellen in de pancreas ongevoelig en faalt de insuline secretie. Dit resulteert in diabetes. Een diabetische ketoacidose wordt vrijwel nooit gezien. Een groot deel van de DM type II kan voorkomen worden. Hierbij moet gelet worden op het gewicht, voldoende beweging en regelmatig en gezond eten.

 

MODY

Maturity-Onset Diabetes of the Young, een autosomaat dominante vorm van diabetes. Het gaat hierbij om een aanleg fout in de pancreas tijdens de embryonale ontwikkeling. Hoewel type I diabetes meer voorkomt bij kinderen, lijkt MODY meer op type II diabetes. Er zijn verschillende vormen MODY en de behandeling verschilt per vorm.

 

Andere vormen

Een andere vorm van diabetes is steroïd geïnduceerde diabetes, veroorzaakt door hoge dosis prednison. Bij CF kan ook diabetes ontstaan door stase door ingedikte secretie.

 

Hypoglycemie

Men spreekt van een hypoglycemie bij een glucose < 2,5 mmol/l of < 4 met klinische verschijnselen. Klinische verschijnselen zijn:

  • Niet lekker, duizelig

  • Honger

  • Convulsies

  • Bewusteloos

Uitlokkende factoren zijn inadequate sport, inadequaat spuiten, maaltijden overslaan en gebruik van alcohol.

 

Complicaties

  • Retinopathie

  • Nefropathie – microalbuminurie is het eerste teken van nefropathie, 30-300mg albumine in 24 uurs urine

  • Neuropathie

  • Aantasting grote en kleine vaten

Hoe hoger het glyHb, des te groter de kans op bovenstaande complicaties. Een zo normaal mogelijk glucose vermindert de incidentie van complicaties. In de praktijk blijkt dat normoglycemie alleen bereikt kan worden met minstens 3 insuline injecties per dag of een insuline pomp.

IARC 4 Geslachtsdifferentiatie

 

Disorders of sexual development kunnen bij de geboorte een afwijkend genitaal geven maar dat hoeft niet. Kinderen die geboren worden met Klinefelter of het syndroom van Turner hebben een normaal uitwendig genitaal. Indien er bij de geboorte sprake is van een afwijkend genitaal, moet er altijd (bij een duidelijk en onduidelijk geslacht) aanvullend onderzoek verricht worden.

 

Embryologie

In de eerste 6 weken groeit het embryo ongedifferentieerd, buizen van Muller en Wolff zijn beide aanwezig. Tussen de 6e en 10e week van de ontwikkeling vindt er differentiatie plaats. Differentiatie vindt plaats door de aan- of afwezigheid van het Y-chromosoom, voornamelijk het SRY-gen. Na differentiatie, en dus na de 10e week, vindt er uitgroei plaats.

 

Normale differentiatie man

Aanwezigheid van het SRY-gen zorgt ervoor dat de gonaden testes worden. In de testes zitten sertoli en leydig cellen. Sertoli cellen zorgen voor de secretie van Mullerian inhibiting factor (MIF of AMH), dit zorgt voor het verdwijnen van de buis van Muller. Leydig cellen produceren testosteron welke zorgen voor de ontwikkeling van de Wolffse structuren. Uit de Wolffse structuren ontwikkelt zich het inwendig genitaal; epididymis, vas deferens en vas seminale (paracrien). Het uitwendig genitaal (glans penis, schacht en scrotum) differentieert ook in mannelijke richting onder invloed van testosteron en het afgeleide dihydrotestosteron (endocrien).

 

Normale differentiatie vrouw

Wanneer het SRY-gen afwezig is, zullen de gonaden zich ontwikkel tot de ovaria. MIF wordt niet geproduceerd, dus de Mullerse structuren persisteren. Hieruit ontwikkelen zich uiteindelijk de eileiders, uterus en het bovenste deel van de vagina. Doordat er geen testosteron is, is er regressie van de Wolffse buizen. Door de afwezigheid van testosteron vindt er uitgroei van het vesico-vaginaal septum plaats. Het uitwendig genitaal (clitoris en labia) blijft ongeveer in de ongedifferentieerde toestand. Voor een goede ovariële ontwikkeling zijn twee X-chromosomen nodig.

 

 

 

Tuberculum genitale

Urethrale plooien

Urogenitale spleet

Labioscrotale zwelling

Meisje – geen androgenen

Clitoris

Labia minora

Urethra

Labia majora

Jongen - androgenen

Glans penis

Corpus penis

Urethra

Scrotum

 

Pathologie

Uitwendige afwijkingen van het genitaal kunnen gestadiëerd worden met de Prader stadia.

Bron: Ogilvy-Stuart AL, Brain CE. Easy assessment ambigue genitalia. Archives of disease in childhood2004;89:401-407

 

Wat ook pathologisch is

  • ‘jongen’ met hypospadie en slechts 1 gonade

  • ‘jongen’ zonder palpeerbare gonaden

  • ‘meisje’ met gonaden in de lies

 

46 XX disorder of sexual development

Vrouwelijk pseudohermafroditisme; erfelijke kenmerken en inwendige geslachtsorganen van een vrouw, uitwendig geslachtsorgaan ambigue of mannelijk. Oorzaak is de blootstelling van een vrouwelijke foetus aan hoge concentraties mannelijke hormonen nadat de inwendige geslachtsorganen zijn aangelegd. Er is dus enkel virilisatie van de uitwendige geslachtsorganen. Oorzaken zijn androgenen via de moeder of adrenogenitaal syndroom. Klinische verschijnselen bij geboorte zijn clitorishypertrofie en vergroeide labia. Aanvullend onderzoek bestaat uit een echo abdomen (vraagstelling: normaal aangelegde uterus?) en labonderzoek naar bijnierandrogeen.

 

46 XY disorder of sexual development

Mannelijk pseudohermafrositisme; erfelijke kenmerken en inwendige geslachtsorganen van een man, uitwendig geslachtsorgaan ambigue of vrouwelijk. Doordat er geen testosteron is, of een ongevoeligheid voor testosteron zijn de buizen van Wolff slecht aangelegd. De sertoli cellen zijn echter wel werkzaam, er zijn dus geen Mullerse resten. Oorzaken zijn leydig cel hypoplasie, testosteronbiosynthese defect of androgeenongevoeligheid. Soms worden er wel Mullerse resten gevonden, er is dan sprake van testisdysgenesie. Aanvullend onderzoek bestaat uit echo abdomen (vraagstelling: uterus of testis aanwezig?) en labonderzoek naar testosteron.

 

Echo abdomen

Waarom maak je de echo?

Wat zie je op de echo?

Niet werkzaam testosteron

Geen uterus, wel testis

Testosteronbiosynthese defect

Geen uterus, wel testis

Dysgenesie gonaden

Kleine, slecht aangelegde uterus

Jongetje met AGS

Grote bijnieren, geen uterus

Meisje met AGS

Grote bijnieren, wel uterus

 

Hermafroditisme

Écht hermafroditisme wordt ook wel ovotesticulair disorder of sexual development genoemd. Karyogram is 46XX, 46XY of mozaïekvorm. De patiënt heeft testis en ovarium of ovotestes. Ook worden er Wolff en Mullerse resten gevonden. Het uitwendig genitaal is ambigue of vrouwelijk.

 

 

Chromosomen

Chromosoomonderzoek helpt bij het stellen van de diagnose, het is echter geen beslissende geslachtskeuze. Geslacht wordt vaak gekozen op basis van functionaliteit. Dit impliceert dat snel een gespecialiseerd team nodig is of uitstel bij de gemeente aangevraagd moet worden.

 

Genderproblematiek

Genderidentiteit het gevoel man of vrouw te zijn

Genderrol gedrag dat als vrouwelijk of mannelijk wordt ervaren

Genderdysforie ontevredenheid met biologische sekse

Crossgendergedrag genderrolgedrag dat niet bij de biologische sekse hoort

IARC 5 Kindermishandeling

 

Kindermishandeling is elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.

 

Ongeveer 100.000 kinderen worden per jaar in Nederland mishandeld.Read more