Sociale krachten in de ontwikkeling van sociologische theorieënPolitieke revoluties: De Franse revolutie. Vooral de negatieve zijde ervan trok vele theoretici aan, en juist niet de positieve kanten. Er was grote interesse in sociale wanorde. Vooral Comte, Durkheim en Parsons waren daarin geïnteresseerd.De industriële revolutie en de opkomst van kapitalisme: Er kwamen veel reacties op de industriële samenleving die was ontstaan. Er kwam reactie van de werkende klasse die zich richtte op de industrie en op het kapitalisme dat ontstond door de industriële samenleving. De opkomst van het socialisme: Aan de ene kant had je Marx, fel voorstander van het socialisme en aan de andere kant, de tegenstanders, Weber en Durkheim. Marx was fervent voorstander van het omverwerpen van het kapitalisme om het te vervangen door het socialisme. Weber en Durkheim vreesden het socialisme meer dan het kapitalisme. Hoewel ze de gevaren van het kapitalisme wel inzagen, dachten ze dat het binnen het kapitalisme wel was op te lossen. Later blijkt dat veel sociologische theorieën zich ontwikkelden door zich tegen de Marxistische en socialistische ideeën afzetten. Feminisme: In de meest liberalistisch momenten van de historie (1780-1790) is er veel feminisme. Deze stroming werd al gauw aan de kant gezet door de mannen die bezig waren sociologie te organiseren als een professionele...

Access options

The full content is only visible for Logged in World Supporters.

More benefits of joining WorldSupporter

  • You can use the navigation and follow your favorite supporters
  • You can create your own content & add contributions
  • You can save your favorite content and make your own bundles
  • See the menu for more benefits

Full access to all pages on World Supporter requires a JoHo membership

  • For information about international JoHo memberships, read more here.

 

Support JoHo and support yourself by becoming a JoHo member

 

Become a Member

 

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Social Science Supporter
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Samenvatting: Classical Sociological Theory (Ritzer)

Samenvatting: Classical Sociological Theory (Ritzer)

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


1. Introductie

 

Sociale krachten in de ontwikkeling van sociologische theorieën

Politieke revoluties: De Franse revolutie. Vooral de negatieve zijde ervan trok vele theoretici aan, en juist niet de positieve kanten. Er was grote interesse in sociale wanorde. Vooral Comte, Durkheim en Parsons waren daarin geïnteresseerd.

De industriële revolutie en de opkomst van kapitalisme: Er kwamen veel reacties op de industriële samenleving die was ontstaan. Er kwam reactie van de werkende klasse die zich richtte op de industrie en op het kapitalisme dat ontstond door de industriële samenleving.

 

De opkomst van het socialisme: Aan de ene kant had je Marx, fel voorstander van het socialisme en aan de andere kant, de tegenstanders, Weber en Durkheim. Marx was fervent voorstander van het omverwerpen van het kapitalisme om het te vervangen door het socialisme. Weber en Durkheim vreesden het socialisme meer dan het kapitalisme. Hoewel ze de gevaren van het kapitalisme wel inzagen, dachten ze dat het binnen het kapitalisme wel was op te lossen. Later blijkt dat veel sociologische theorieën zich ontwikkelden door zich tegen de Marxistische en socialistische ideeën afzetten.

 

Feminisme: In de meest liberalistisch momenten van de historie (1780-1790) is er veel feminisme. Deze stroming werd al gauw aan de kant gezet door de mannen die bezig waren sociologie te organiseren als een professionele machtsbasis. De vrouwen werden weggedrukt uit de sociologie.

 

Urbanisatie: De toename van de urbanisatie, het groeien van de steden en migratie vonden Weber en Simmel interessant, vanwege de problemen die het met zich meebracht.

 

Religie: Voor sommigen werd religie belangrijk in het beschrijven van de samenleving. Met name Comte, Durkheim en Weber vonden dat religie en moraliteit een sleutelrol vervulden in de sociologie.

 

Groei van de wetenschap: Vele wetenschappen ontwikkelden zich. Sociologen hielden dat nauw in de gaten en vonden dat sociologie ook een wetenschap is in het rijtje van biologie en andere fysieke wetenschappen.

 

De doorbraak van sociologische theorieën

De Verlichting: De prominente denkers die het meest geassocieerd zijn met de Verlichting zijn Montesquieu en Rousseau. De invloed van de Verlichting op de sociologie was meer indirect en negatief dan direct en positief. De denkers van de Verlichting waren beïnvloed door wetenschap en door filosofie. Eerst produceerde men grote abstracte systemen en later werden die steeds vaker gecombineerd met empirisch onderzoek, zodat ze bruikbaar werden voor sociologen. In de Verlichting kwam men tot het inzicht dat de fysische wereld om ons heen wordt gedomineerd door natuurwetten.

 

Het was dus aannemelijk voor de denkers van toen dat er ook wetten waren voor de sociale wereld. Het was aan de denkers om theorieën en onderzoek met elkaar te gaan combineren om de sociale wetten te ontdekken. Marx en Alexis de Tocqueville zijn het meest direct en positief beïnvloed door de Verlichting.

 

De conservatieve reactie op de Verlichting

De Franse sociologie werd door de Verlichting rationeel, empirisch, wetenschappelijk en veranderingsgeoriënteerd. Het werd een oncomfortabele mix pro-Verlichtings- en anti- Verlichtingsideeën. De meest extreme vorm van oppositie tegen de Verlichting kwam vanuit de Franse katholieke antirevolutionaire filosofie. Met name de Bonald en de Maistre waren fel tegen de Verlichting, maar ook vooral tegen de revolutie. Ze wilden het liefst terug naar de vrede en harmonie van de middeleeuwen. De Bonald botste vooral met het idee dat er redenen en wetten voor allerlei dingen werden gezocht, terwijl in zijn visie de samenleving was gemaakt door God. Deze “conservatieve reactie” werd gekenmerkt door juist dingen als traditie, emotie en religie belangrijk te vinden in de samenleving. Ze noemden de opkomst van het zoeken naar wetten (de opkomst van de Verlichting) naïef rationalisme.

 

Het ontwrichte de samenleving. De conservatieve reactie is vooral gekenmerkt door juist aandacht voor grootschalige fenomenen terwijl de Verlichting het individu belangrijk vond. Volgens de conservatieven was het juist de samenleving die belangrijker is, omdat dat het individu heeft gevormd. Individuen waren slechts rollen die gespeeld werden, aldus de conservatieven. Omdat delen van de samenlevingen afhankelijk van elkaar zijn moeten veranderingen met grote zorg worden gedaan (dus geen revoluties e.d.). De conservatieven vonden dat door de sterk veranderende en ontwrichte samenleving er sociale wanorde ontstond. De grootschalige sociale structuren in de samenleving werden gezien als nuttig voor zowel de samenleving als de individuen daarbinnen. Daardoor was er weinig aandacht voor de negatieve effecten van bestaande sociale structuren en sociale instituties. Kortom, de conservatieven wilden een hiërarchisch systeem waarin religie en traditie een grote rol spelen.

 

De Franse sociologie

Saint-Simon (1760-1825)

Saint-Simon staat tussen de positivistische, conservatieve Comte en de radicale Marxistische ideeën in. Hij wilde absoluut niet terug naar de middeleeuwen, zoals de Bonald. Saint-Simon was een positivist, hij wilde dezelfde manier van studie voor sociale wetenschappen als voor natuurwetenschappen. Aan de radicale kant zag hij dat er economische hervormingen nodig waren. Hij geloofde echter niet volledig in het idee van Marx dat de arbeidersklasse de macht zou gaan overnemen.

 

Comte (1798-1857)

Comte werd geïnspireerd door Saint-Simon, hij werkte zijn ideeën wat verder uit. Net als vele tijdgenoten was hij voor een zelfde aanpak van studie voor sociale wetenschappen als voor natuurwetenschappen (positivistisch). Hij noemde het positivisme een negatieve en ontwrichtende factor van de Verlichting. Comte was ook beïnvloed door het katholieke anti-Verlichtingsdenken van de Bonald en de Maistre, maar net als Saint-Simon wilde hij niet terug naar de middeleeuwen. Hij was ook een man die social physics onder de harde wetenschappen wilde plaatsen. Ook vond hij social dynamics interessanter dan social statics. Dynamiek (social change) vond hij belangrijker omdat Comte altijd wel vond dat verandering goed was. Het was eenRead more