Samenvatting Social cognition: How individuals construct social reality (Bless, Fiedler & Strack)

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


Hoofdstuk A Introductie in sociale cognitie

 

Het construeren van sociale realiteit

Het begrijpen van sociale situaties lijkt in eerste instantie vaak simpel, maar is in werkelijkheid niet zo eenvoudig. Zo kan dezelfde stimulus input resulteren in verschillende interpretaties. Individuen construeren namelijk hun eigen subjectieve realiteit, afhankelijk van de perceptie die ze van de input hebben. Het is deze constructie van een subjectieve realiteit die het gedrag bepaald in een complexe sociale wereld, en niet de objectieve input. Sociale cognitie houdt zich bezig met het bestuderen van sociale kennis en de cognitieve processen die gebruikt worden door individuen wanneer ze hun subjectieve realiteit construeren.

 

Verschillende perspectieven op de sociale denker

De consistentie zoeker

In de geschiedenis van het sociale cognitie onderzoek zijn verschillende perspectieven van de manier waarop mensen hun sociale realiteit construeren naar voren gekomen. Een eerste perspectief is dat van de sociale denker als iemand die consistentie zoekt tussen zijn ideeën en opvattingen over de wereld en zijn interpretatie van een specifieke, nieuwe situatie. Uit onderzoek is gebleken dat de noodzaak voor consistentie een belangrijke invloed heeft op de manier waarop individuen hun sociale realiteit construeren. Dit idee komt naar voren in vele theorieën, waaronder de cognitieve dissonantietheorie van Festinger. In werkelijkheid is de nieuwe informatie niet altijd consistent met de opvattingen van een individu. Het lijkt dan ook eenvoudig om een incorrecte constructie te maken, maar dat is in sociale interacties vaak niet adaptief.

 

De naïeve wetenschapper

Een tweede perspectief is dat van de sociale denker als een persoon die wil dat zijn perceptie van zijn sociale wereld accuraat is. Dit houdt in dat een individu alle relevante informatie onselectief en onbevooroordeeld construeert tot een sociale realiteit. Dit perspectief komt met name naar voren in attributietheorieën. Deze theorieën gaan over de manier waarop mensen hun gedrag en bepaalde gebeurtenissen verklaren. Onderzoek toont aan dat individuen onder bepaalde omstandigheden handelen als naïeve wetenschappers. Meestal zijn ze echter niet gemotiveerd genoeg omdat er te veel informatie verwerkt zou moeten worden, zelfs voor simpele sociale interacties. Ook hebben ze soms de mogelijkheid niet om zo te handelen, bijvoorbeeld door tijdgebrek.

 

Cognitive miser

Om het verwerken van informatie te versimpelen maken individuen vaak gebruik van heuristieken. Dit komt naar voren in het derde perspectief van de sociale denker als cognitive miser. Dit houdt in dat individuen wel streven naar een accurate constructie, maar dat ze gebruik maken van strategieën die sneller zijn en minder inspanning vergen. Over het algemeen werken deze strategieën erg goed in het dagelijkse leven, al zorgen ze niet altijd voor een accurate constructie.

 

 

 

 

De gemotiveerde tacticus

Het is ook mogelijk dat individuen vrij flexibel zijn in hun strategieën wanneer ze hun sociale realiteit construeren. In het vierde perspectief, dat van de sociale denker als gemotiveerde tacticus, komt deze flexibiliteit naar voren. In dit perspectief wordt gesteld dat individuen verschillende strategieën hebben die kunnen worden toegepast afhankelijk van de beperkingen van de situatie.

 

De cognitieve en sociale componenten van sociale cognitie

Wetenschappers die onderzoek doen naar sociale cognities zijn steeds meer geïnteresseerd in de cognitieve processen van de constructie van de sociale realiteit. De afgelopen twee decennia heeft de focus in sociale cognitieonderzoek dan ook gelegen op de manier waarop sociale informatie gecodeerd wordt, hoe sociale kennis wordt gerepresenteerd en gestructureerd, en welke processen betrokken zijn bij oordeelsvorming en het maken van beslissingen.

 

Het cognitieve component

Om de essentie van sociaal gedrag te begrijpen heb je begrip nodig van interne cognitieve processen die mediëren tussen een stimulus en een gedragsrespons. Sociale cognitie onderzoekers zijn van mening dat theorieën van mentale processen kunnen leiden tot testbare hypotheses. Ze gaan hiermee in tegen de visie van de behavioristen, die van mening waren dat je gedrag het beste kon observeren in termen van reinforcement en nabijheid. De bovenstaande assumptie van sociaal cognitieonderzoek is gebaseerd op het werk van de Gestaltpsychologie. Volgens deze stroming is het niet altijd de stimulus zelf die ons gedrag beïnvloed, maar juist onze perceptie van de stimulus. De respons op een stimulus wordt bepaald door de context waarin het zich bevind. De context van een bepaalde stimulus kan twee vormen aannemen. In de eerste plaats kan dit contrasteren doordat er andere stimuli aanwezig zijn in de context. In de tweede plaats kan er verschil zijn omdat er gebruik wordt gemaakt van kennis die al aanwezig was om de stimulus te interpreteren. Deze contextgevoeligheid is geen beperking van het sociale beoordelingsvermogen, maar van adaptieve waarde in een complexe wereld. Als de cognitieve link die deze contextgevoeligheid veroorzaakt genegeerd zou worden, zou dat menselijk gedrag beperken tot starre biologische routines. Menselijk gedrag gaat echter voorbij deze routines, en om sociaal gedrag te kunnen begrijpen en verklaren is deze cognitieve link dus van belang.

 

Het sociale component

Er is een grote overlap tussen sociale cognitie en de cognitieve psychologie. Er zijn echter twee belangrijke verschillen aan te wijzen: de natuur van de stimulus en de natuur van het verwerken. Deze twee aspecten hangen sterk samen, maar worden toch apart beschreven in het onderstaande gedeelte.

 

De sociale natuur van de stimulus

In de eerste plaats draait sociale cognitieonderzoek om sociale natuur van de stimulus en zijn relatie tot de ontvanger. Er zijn verschillende aspecten waarbij het doel van sociale perceptie anders is dan het doel van niet-sociale perceptie. Zo kunnen mensen hun omgeving beïnvloeden, en niet-levende objecten niet. Bovendien kunnen ze veranderen als ze zich er bewust van zijn dat ze geobserveerd worden, in tegenstelling tot niet-levende objecten.

Een ander aspect, wat het meest genoemd en misschien het belangrijkste is, is dat individuen de stimulus attributen van hun sociale omgevingen kunnen observeren. In de sociale cognitie moeten individuen ook kennis hebben over attributen die niet direct waargenomen of objectief geobserveerd kunnen worden. Omdat deze attributen niet waargenomen kunnen worden, is er veel meer constructieve verwerking voor nodig dan bij niet-levende objecten. Twee andere aspecten zijn direct gerelateerd aan de onobserveerbaarheid van attributen. Zo is het lastig om na te gaan of de sociale beoordeling accuraat is. Bovendien kunnen de attributen zelf ook niet goed of duidelijk gedefinieerd zijn. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat ideeën over de sociale wereld soms lastiger worden aangepast dan ideeën over de niet-sociale wereld.

 

De sociale natuur van het verwerken

Het verwerken van sociale informatie is een sociaal proces. Zo is het construeren van sociale realiteit een gemeenschappelijk proces: de sociale realiteitsconstructie van een individu wordt beïnvloed door de realiteitsconstructie van anderen, en beïnvloed ook de realiteitsconstructie van anderen. Bovendien heeft de constructie van deze sociale realiteit een sterke relatie met de zelfconceptie van een individu. In de eerste plaats verwerken individuen informatie die persoonlijke relevantie en belangen heeft beter, omdat de hoeveelheid van verwerken verhoogd wordt zodat de accuraatheid wordt veilig gesteld. In de tweede plaats verandert niet altijd enkel de hoeveelheid verwerking, maar soms ook de richting hiervan. Het verwerken van informatie kan gebiased of gemotiveerd worden in een bepaalde richting, om een bepaalde positie te behouden.

De natuur van sociale cognitie komt ook naar voren door tijdsbeperkingen: soms hebben individuen weinig tijd om ergens op te reageren. De verwerkingstijd moet dan verminderd worden, maar nog steeds adequaat genoeg zijn om succesvol te kunnen handelen in sociale situaties. Sociale cognitie moet dus adaptief en gevoelig zijn voor de benodigdheden van de situaties. Het belang van de sociale component komt naar voren in het onderzoek van Schaller (1992), Wason (1966) en Cosmides (1989).

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount] 1
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.