Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.
College 11: Dyslexie & dyscalculie: wat doen we eraan? (deel 1)
Behandeling en interventie
Er is een verschil tussen behandeling en interventie. Bij een interventie wordt er hulp geboden binnen de school en bij behandeling wordt er zorg geboden buiten de school. Interventies op school moeten minimaal 2 keer 12 weken plaatsvinden buiten reguliere lessen. Pas daarna mag een behandeling uitgevoerd worden. Zie sheet 10 voor schema onderwijs/behandeling.
Wet- en regelgeving
1.Dyslexiezorg omvat zorg in verband met ernstige dyslexie aan kinderen van zeven jaar of ouder die basisonderwijs volgen
2.De leeftijd waarop dyslexiezorg niet meer onder de verzekering valt, is toegenomen. Sinds 2013 wordt de zorg niet meer verzekerd indien deze aanvangt op of na het bereiken van dertienjarige leeftijd.
Verzekering
De zorgverzekeraar vergoed diagnostiek en behandelingen bij aantoonbare enkelvoudige, ernstige dyslexie. (sinds 1 januari 2009). Interventies op school worden dus niet vergoed.
Verlengde armconstructie (mocht tot januari 2013 uitgevoerd worden)
Behandeling overdragen aan iemand die niet geregistreerd is. In principe mag dit niet meer. Maar wie controleert het? Een voorbeeld van iemand die geregistreerd is: hoofdbehandelaar. Een voorbeeld van iemand die niet geregistreerd is: remedial teacher.
Protocol diagnose en behandeling dyslexie
Is er sinds maart 2007. Gericht op kinderen in de basisschoolleeftijd. Het is ontwikkeld door Leo Blomert.
Als achterstanden op school blijven ondanks de hulp op school dan wordt er een beslisproces in gang gezet voor een indicatiestelling dyslexie en dyslexiebehandeling (sheet 12 en 13) ->indicatie analyse
Indicatie analyse:
Stap 1: Is er sprake van ernstige lees- en spellingsproblemen?
Laagste 10 % van het normgemiddelde lezen OF
<16 % lezen + laagste 10 % op het normgemiddelde spellen
Stap 2: Zijn er aanwijzingen voor dyslexie?
Differentiaal diagnostisch onderzoek
Stap 3: Is er sprake van een dyslexie typerend cognitief profiel?
Fonologische verwerking: accuratesse en snelheid
Grafeem-foneemassociatie: accuratesse en snelheid
Snel serieel benoemen: letters en cijfers
->Criterium: testprestatie in de laagste 10 % op ≥ 2 van de 6 dyslexie indicatoren = positieve indicatie dyslexie.
Stap 4: Is er sprake van alternatieve verklaringen?
Bijvoorbeeld: Is het kind ziek geweest en heeft het veel lessen gemist? Heeft het kind slecht onderwijs gehad?
Behandeling van leerstoornissen
Het begrip behandeling van leerstoornissen is gereserveerd voor een gespecialiseerde cognitieve aanpak van problemen (afwijkend van het onderwijscurriculum). Het doel is om beperkingen op te heffen in het informatieverwerkend systeem betrokken bij lezen, schrijven en rekenen. De behandelingen worden niet door de school, maar door de gezondheidszorg uitgevoerd in bijvoorbeeld een leeskliniek.
Bij de beoordeling van cognitieve behandeling zijn de volgende thema’s relevant:
Spelen gespecialiseerde cognitieve behandelingen in op informatieverwerkingsprocessen die aantoonbaar problematisch zijn?
Hebben deze cognitieve behandelingen aantoonbare effecten?
“Evidence based”
Controlegroepen zijn belangrijk bij evidence-based onderzoek.
Is er sprake van specifieke effecten. Oftewel, zijn de effecten van de behandeling niet op andere wijze te bereiken?
Of is het Dodo Bird Verdict van toepassing? Oftewel, worden dezelfde resultaten bereikt door verschillende behandelingen ondanks het verschil in specifieke componenten.
Voldoet de behandling aan het credo: primum non nocere (richt geen
schade aan)? Gaat gangbare stelling “baat het niet dan schaadt het niet” wel op?
Effectieve jeugdinterventies (NJI)
Tegenwoordig zijn er 186 geregistreerde jeugdinterventies. Deze zijn bekeken door onafhankelijke erkenningscommissies. Voorbeelden van programma’s die geregistreerd zijn: Cogmed (cognitieve controle) en Opstapje (VVE). In totaal zijn er nog maar 5 interventies bewezen effectief! De interventies moeten theoretisch goed onderbouwd zijn en bewezen effectief. Er wordt bij het NJI geen onderscheid gemaakt tussen interventies en behandelingen.
Achterstanden in ontluikende leesvaardigheden
Kinderen met dyslexie hebben moeite met het begrijpen van boekentaal. Ze hebben achterstanden in woordenschat, zinswendingen en uitdrukkingen. Kinderen met dyslexie hebben als ze kleuter zijn meer moeite met rijmen dan kinderen die geen dyslexie hebben. Bij het herkennen van de eindklank hebben alle kleuters moeite. Pas in groep 3 zie je dat kinderen zonder dyslexie hoger scoren dan kinderen met dyslexie.
VVE-programma’s
Er wordt vroeg gestart met voorlezen (Boekenpret). Het belang van voorlezen is dat de kans groter is dat je een moeilijk woord/ moeilijke zinswendingen tegenkomt dan in gesproken taal. Er kan ook gebruik gemaakt worden van interactieve of gedigitaliseerde prentenboeken.
Spelen met letters
Om alfabetische kennis te bevorderen kunnen leerlingen spelletjes doen. Voorbeelden hiervan zijn: Lettermuur, Educatieve computerprogramma’s (LIB = Letters In Beweging). In computerprogramma’s staat de naam van het kind centraal, kunnen leesproblemen soms voorkomen worden. Deze computerprogramma’s zijn bedoeld voor risicogroepen en ze zijn meestal web-based.
Leesproblemen in de fase van conventioneel lezen
Achterblijven kennis van letter-klank regels
Niet vloeiend lezen
Graphogame
Dit is een computerprogramma voor kinderen van groep 3 om letter-klank regels te oefenen. Er worden vallende ballen getoond met daarop een orthografische stimulus (letter of syllabe). De snelheid wordt opgevoerd. Het doel is dat het kind een automatische connectie kan leggen tussen een orthografische en auditieve stimulus. De doelgroep: zwakst presterende 30 % van groep 3. De duur is: 3x per week 15 minuten gedurende 28 weken. Het Finse resultaat was: verschil met mainstream groep in letterkennis en woorden lezen verdwijnt.
Zowel bij letters benoemen als bij het accuraat lezen van woorden zijn de resultaten van de Graphogame (Carri) een stuk beter dan die van Regular Reading Interventions (RRI). Er is een significant verschil tussen de mainstraingroep en RRI-groep.
Positieve elementen van interventie
Vroege interventie: vóór sprake is van grote achterstanden in lezen
Voorkomt Mattheuseffect -> Als je weinig kennis hebt van vaardigheden op het moment dat je instructie krijgt, kun je minder leren van de instructie. Hierdoor raak je steeds verder achter. Wanneer er geen vroege interventie plaatsvindt, kan dit effect optreden.
Adaptief programma
Veel herhaling
Werkt het ook voor Nederlandse kinderen?
Problemen na de fase van aanvankelijk lezen
Trage woordherkenning (<50 woorden per minuut)
Afnemende motivatie om te lezen
Hoe snel moet je lezen?
Na 30 maanden onderwijs 1 woord per seconde (losse woorden)
Verloop tussen zien en uitspreken is 1000ms
Na groep 5 alleen lichte versnelling
Vuistregel: <50-60 woorden per minuut -> leesproblemen
Lees- en spellingvaardigheid en leeskilometers (BO en VO)
Leerlingen zijn vaardiger in leestechniek en spellen wanneer ze veel lezen.
Veel niet-lezers in VO
Laagste leesfrequentie van de 55 deelnemende landen
Totaal niet-lezers in NL 49% (v.s. 37 % in andere landen)
Nederland staat 10e qua leesvaardigheid
Interactie: tijd en cohort
In groep 5/6 is de leesattitude hoger dan in groep 7/8.
College 12: Dyslexie & dycalculie: wat doen we eraan? (deel 2)
In de kleuterperiode zie je al veel verschil in woordenschat tussen kinderen die wel of geen dyslexie hebben.
Tutorlezen
Een kind uit een lage groep leest samen met een leerling uit een hoge groep. Over het effect van tutorlezen is weinig bekend.
Hoe wordt lezen op school bevorderd?
1.Ralfi lezen
3 keer in de week 20 minuten
Korte tekst van ongeveer 60 tot 100 woorden
Verloopt volgens stappenplan (zie sheets)
2.Computeriseerde avi-boekjes: Leesdas -> kinderen oefenen zonder begeleiding
Lezers volgen de tekst 50% van de tijd.
Woordherkenning verbetert, maar minder dan na zelf lezen van dezelfde tekst. Het wordt wel als plezieriger ervaren dan zelf lezen.
3.RAP = Reading Acceleration Program
Van links naar rechts verdwijnen de letters. Zo worden de leerlingen gedwongen om 10-20% sneller te lezen dan hun normale leestempo.
Om te checken of de leerling het goed gelezen heeft, worden er na afloop vragen gesteld. Bijvoorbeeld om de zin af te maken.
De gemiddelde leessnelheid neemt af
Alternatieve behandelingen voor dyslexie waarvoor de evidentie ontbreekt
Prismabrillen, Hemstim, Davismethode (beelddenken), Motorische trainingen, Training van auditieve perceptie van kortdurende klanken, Voedingssuplementen, Visolie etc.
Prismabrillen kunnen soms de samenwerking tussen de ogen verstoren.
Elementen van de neuropsychologische behandeling volgens Bakker
Het HEMSTIM computerprogramma -> woorden worden geflitst voor linker- of rechterhersenhelft (aan de hand van diagnose bepaald)
De Tastkast -> Op een voelbord worden woorden aangeboden die het op de tast verklankt worden
Perceptueel verzwaarde teksten -> Het kind krijgt leesteksten aangeboden waarbij het kind zich extra moet inspannen om te decoderen wat er staat omdat de woorden
gedrukt zijn in verschillende lettertypes
Auditieve stimulering ->Het kind krijgt via koptelefoon op het linkeroor verbale informatie en op het rechteroor muziek te horen
Hemisfeerspecifieke behandeling van dyslexie
Is een cognitieve behandeling
Maar geënt op andere visie op leesproblemen dan die ten grondslag ligt aan LEXY-behandeling
Aanname is dat toenemende automatisering leidt tot verschuiving naar linker hemisfeer (Orton, 1925)
Niet alle dyslectici hebben zelfde probleem maar er zijn probleemtypes: raders en spellers
Spellers: onvoldoende verschuiving naar linker hemisfeer (P-type)
Raders: te vroege verschuiving van activiteit naar linker hemisfeer (L-type)
Doel van behandeling: normalisatie van de lateralisatie en dus van het lezen
Er zijn een aantal kritiekpunten op de hemisfeerspecifieke behandeling. Één hiervan is dat lang niet alle dyslectici eenduidig kunnen worden ingedeeld in P- of L-types. Een andere is dat de assumpties niet meer passen bij uitkomsten van nieuwere hersenonderzoeken. (voor andere kritiekpunten: zie sheets).
Dore programme
Dyslexie is het gevolg van een stoornis in het cerebellum. Er worden nauwelijks automatische verbindingen gemaakt, dus zal hij/zij langzaam lezen.
Het cerebellum integreert zintuiglijke waarneming met motorische output
Oefeningen om nieuwe zenuwbanen te vormen -> brein gaat ook beter functioneren bij lezen en schrijven
De oefeningen worden 2X per dag gedurende 5-10 minuten gedaan
Medicatie is niet geïndiceerd
Een dyslectisch brein
Een dyslectische lezer maakt veel meer gebruik van het gebied van Broca en veel meer van de rechterhersenhelft dan ‘normale lezers’.
Erkende behandeling door IWAL behandelingsinstituten
Lexy: Programma voor oudere leerlingen (>10 jaar) met dyslexie
Doel: bewuster omgaan met letter-klank relaties (letten op context) en inzicht krijgen in de klankstructuur van woorden (klankvoeten, klemtoon).
de leerlingen krijgen meer regels aangereikt dan in het regulieren onderwijs.
Middel:
Complexe set regels aanleren
Leren denken vanuit klankstructuur i.p.v. afzonderlijke fonemen
Algoritmische set van uitzonderingsregels (b.v., als de syllabe eindigt op lange vocaal /oo/ wordt o geschreven)
Verwachte inhaalslag o.i.v LEXY treedt niet op:
• bij woorden lezen gaan ze minder vooruit dan normgroep,
• bij spellen gaan ze evenveel vooruit (Spelling was direct na de behandeling hoger dan de normgroep. Daarna terugval en wel iets omhoog. Dit betekent dat het gelijk blijft aan de normgroep).
Het is niet helemaal bewezen effectief, want de controlegroep ontbreekt.
Nut van complexe letter-klank regels?
Beginnersset van regels vergemakkelijkt het leerproces (Juel)
David Share: maakt ‘self-teaching’ mogelijk
Maar:
Beginnersset geeft onvoldoende houvast aan zwakke lezers. Normale lezers kunnen dan zelf aan de slag. Er is dan ook een variant ontwikkeld voor dyslectici.
‘Self-teaching’ komt niet automatisch in gang
Rekeninterventies/Behandelingen
Geen dyscalculieprotocol
Geen vergoeding voor buitenschoolse behandeling door zorgverzekeraar
Wel additionele (computer)programma’s in ontwikkeling bruikbaar binnen onderwijs: Rekentuin, Number Race
Kernprobleem bij dyscalculie: getalbegrip
Getalbegrip:
1.Meer van minder onderscheiden
2.Niet-symbolische hoeveelheden vergelijken of ordenen
Connecties leggen tussen hoeveelheden en exacte getallen:
1.Symbolen koppelen aan hoeveelheden
2.Getallen vergelijken en op getallenlijn plaatsen
->Echter, ook als je een goed getalbegrip hebt, kunnen er problemen ontstaan.
Training van mentale representatie van getallen
Lineaire bordspelletjes
Number Race
Rescue Calcularis
->lineair effectiever dan rond
Number Race: computerprogramma
Hoeveelheden vergelijken
Symbolen en hoeveelheden matchen en vergelijken
Getallen koppelen aan afstand/ruimte
Tellen
Steeds kortere aanbieding -> tijd dat ze hebben, wordt aangepast aan hoeveel fouten die ze maken.
Resultaten:
Verbetering in vergelijken van symbolen (wat is meer: 2 vs. 8 of twee vs. acht)
Geen verbetering in vergelijken van niet-symbolische hoeveelheden
Rescue Calcularis
Raketsommen. Resultaat komt op getallenlijn -> helpt niet echt om het getalbegrip te bevorderen.
Rekenproblemen
6% en misschien zelfs meer heeft rekenproblemen maar verdienen alle problemen de typering rekenstoornis of dyscalculie?
Meest voorkomend probleem: geen rekenfeiten en juist wel omslachtige oplossingsstrategieën gebruiken.
Oorzaak: geheugenproblemen?
Informatie vervaagt snel of inhibitie van foute oplossingen is gebrekkig
Rekenproblemen Pieter (voor alle problemen zie sheets)
Hij kan hoeveelheden niet schatten. Simpele schattingen (groter/kleiner dan) lukt wel. Wat kunnen we hem aanbieden? Rekentuin. De plantjes moeten onderhouden worden. Als het goed gaat, groeit het plantje. Uiteindelijk komen er meerdere plantjes en komen er dus ook meer domeinen bij.
Casus meisje 10 jaar (uitgebreid overzicht -> zie sheets)
Hardnekkige (hoofd)rekenproblemen ondanks:
Veel extra oefenen (thuis met handcomputer en RT van buitenschools instituut)
Volgt op school individuele rekenlijn
Indicatiestelling:
Continuering RT (te groot probleem voor
school)
Herstellen van achterstanden
1.Rekenfeiten
2.Meer kapitaliseren op ruimtelijke voorstelling dan op verbaal memoriseren?
3.Abacus
Compenseren
1.Meer via cijferend rekenen dan omwegen (zwak werkgeheugen)
2.Rekenmachine
- for free to follow other supporters, see more content and use the tools
- for €10,- by becoming a member to see all content
Why create an account?
- Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
- Once you are logged in, you can:
- Save pages to your favorites
- Give feedback or share contributions
- participate in discussions
- share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
- 1 of 2161
- next ›
Add new contribution