Cel tot Molecuul HC2: Genoomorganisatie
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?In dit college wordt de globale indeling van het genoom besprokenWelke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuurWelke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?Verschillende manieren chromosomen af te beeldenWelke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?Er zijn geen opmerkingen gemaakt over het tentamenWelke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?Er zijn geen potentiële tentamenvragen besproken Nucleotiden (desoxyadenosinemonofosfaat) zijn de bouwstenen van DNA. Het centrum van een nucleotide bestaat uit een suikergroep. Deze suikergroep heeft genummerde C-atomen met daaraan verschillende groepen:Op 1’ (C-atoom 1) zit een baseOp 3’ (C-atoom 3) zit een OH-groepOp 5’ (C-atoom 5) zit een fosfaatgroep Deze is negatief geladen → zorgt voor polariteitEen DNA-streng ontstaat doordat meerdere nucleotiden aan elkaar worden gekoppeld:De ruggengraat van een DNA-molecuul heet de “suikerfosfaatbone”De twee DNA-strengen lopen antiparallel aan elkaar: de 5’ kant van het ene molecuul zit aan dezelfde zijde als de 3’ kant van het andere molecuulDNA-strengen komen samen in een dubbele helix → deze bestaat dus uit twee polynucleotideketens:Deze ketens worden via de bases met elkaar verbonden. Er ontstaan verbindingen tussen tegenoverliggende bases door waterstofbruggen:Adenine (A) vormt een paar met thymine (T)Hierbij zijn 2 H-bruggen betrokken → minder stevigGuanine (G) vormt een paar met cytosine (C)Hierbij zijn 3 H-bruggen betrokken → stevigAdenine en guanine zijn purines (2 ringen)Thymine en cytosine zijn pyrimidines (1 ring)Hiermee wordt de basis voor...
Add new contribution