Werkcollege week 3 Romeinsrecht

D. 3,6,42 (Labeo, Nagelaten geschriften, samengevat door Javolenus VI) 

Vraag 1a 

Welke actie komt volgende labeo toe aan de derde die de schuld van een ander heeft betaald tegen degene voor wie hij heeft betaald? 

Vraag 1b

Wanneer is het in ieder geval duidelijk dat de schuldenaar er geen belang bij had dat het geld werd betaald? 

Casus 1 

A verhuurt zijn huis aan G. Op de dag dat de huur ingaat, staat G, op de stoep van het huis, maar detoegang wordt hem geweigerd. G begint volgens een actie uit huur tegen A. Na de procesovereenkomst brandt het huis ten gevolge van overmacht tot de grond af, zodat A geen huurgenot meer kan verschaffen. Aulus wil daarom de procedure stopzetten en beroept zich op overmacht.

Heeft dit beroep kans van slagen? 

Vraag 2 

Verklaar de mogelijkheid voor de schuldenaar van de zoon of de slaaf om het volledige bedrag van zijn vordering op de zoon of de slaaf in verrekening te brengen.

Vraag 3 

D. 45, 1,37 (Paulus, op Sabinus XII) 

Is de opvatting van Paulus in strijd met het adagium genus non perit? 

Casus 2 

L en P willen met elkaar trouwen. P doet een aanzienlijke schenking aan L. Op de dag van het feest kom L haar vriend M tegen. Zij gaat er dezelfde avond met hem vandoor, ze ziet van het huwelijk af. P is razend en hij besluit zich te beroepen op de huwelijksbelofte. Tevens vordert hij de schenking terug. 

casus 2a 

Heeft P een rechtsmiddel tot zijn beschikking inzake de niet nagekomen huwelijksbelofte en zo ja, welk?

Casus 2b

Heeft P een rechtsmiddel om de schenking terug te krijgen en zo ja, welk?

Antwoordindicatie

Vraag 1a 

Zaakwaarneming, immers heeft hij betaald voor de ander. Dit wil hij terugvoreren dus geen sprake van schenking. 

Vraag 1b

Dit is duidelijk wanneer dit ook duidelijk wordt verklaard. 

Casus 1 

Aulus is in verzuim omdat hij het huurgenot niet verschaft. Daarom heeft het beroep geen kasn van slagen. Verzuim bestendigt immers de verbintenis.

Vraag 2

De slaaf / de zoon kan meer lenen dan hoogte van pecullium. De eigen/vader kan echter slechts voor het bedrag van het pecullium aansprakelijk worden gesteld. Het bedrag daarvan is wel een schuld; als natuurlijke verbintenis. 

Vraag 3 

Dit is niet in strijd met het adagium genus non perit. Geld is een soortzaak en niet een specieszaak. Maar hier is sprake van bepaalde muntstukken, dus toch een species zaak. Hierdoor is er geen sprake meer van strijdigheid. 

Casus 2a 

Beloftes zjin nooit afdwingbaar, dit geldt tevens voor de huwelijksbelofte. 

Casus 2b 

Geen sprake van een onverschuldigde betaling. Deze schenking was een voorwaardelijke schenking, nu er eeen sprake is van een huwelijk is er sprake van een ongerechtvaardigde verrijking. De oorzaak is niet verwezenlijkt waardoor een actie kan worden ingezet. 

 

 

 

Access: 
Public
Follow the author: lisacelineh
More contributions of WorldSupporter author: lisacelineh
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.