Als Chinezen in Volendammerspakjes

Toeristisch ten top en tegelijkertijd volkomen traditioneel: dat was ons weekend. Met z’n drieën verlieten we Cusco op zaterdagochtend heel vroeg: met de taxi, want openbaar vervoer gaat er niet naar Patabamba, de kleine gemeenschap waar wij ons weekend gingen doorbrengen. We lieten ons vertellen dat die taxi een behoorlijke luxe is, want de Patabambanen leggen de route door de bergen te voet af! Na een prachtige autorit door een deel van de Sacred Valley stapten we uit in een dorpje, waar de taxichauffeur ons vertelde dat we het laatste deel lopend zouden afleggen. We werden opgepikt door een jonge Peruaan met een paard, die ons voorging richting ons huis. Tot onze verbazing lieten we echter alle huizen achter ons en we begonnen ons steeds meer af te vragen waar we eigenlijk heen gingen en waar dat paard voor bedoeld was. De overtuigende ‘si’ van ons 14-jarige gidsje als antwoord op de vraag of het nog ver was, bereidde ons voor op een lange tocht: als zelfs een Peruaan dat zegt, dan ben je er niet bijna. Inmiddels waren we er dus achter dat niet alleen de bewoners van de dorpjes lopend naar huis gaan, maar dat ook wij dat aan het doen waren! We voelden ons behoorlijk schuldig tegenover het jongetje met topconditie over het feit dat het voor ons nodig was iedere twintig stappen uit te rusten: al zijn we al steeds meer gewend aan de hoogte van de regio, een berg beklimmen blijft een behoorlijk vermoeiende aangelegenheid en het paard bleek goed van pas te komen voor het tillen van de liters water en de reisgidsen die we mee hadden genomen. Tegelijkertijd vonden we het een bijzonder gevoel dat we naar een dúsdanig afgelegen dorpje onderweg waren, dat er geen weg was die ons daar naartoe kon leiden. Na ruim drie uur lopen – of eigenlijk: onderweg te zijn geweest, want ik denk dat we bijna de helft van de tijd hebben uitgerust! – bereikten we het dorp. Stomverbaasd kwamen we aan, want door het dorp liep een quasi-geasfalteerde weg, er waren veel taxi’s en... onze eigen taxichauffeur! Al voelden we ons ietwat voor de gek gehouden, het was een prachtige wandeling en een groot deel van de dorpsbewoners is inderdaad gewend om deze afstand te voet af te leggen. We werden hartelijk ontvangen in de prachtige logies van het dorpje, waar de cocathee al voor ons klaarstond en in de keuken op houtvuur hard werd gewerkt aan de lunch. Nadat we beide smakelijk tot ons hadden genomen, was het tijd voor het eerste programma-onderdeel: een rondleiding door het dorp en de natuur eromheen. Dat mocht echter niet gebeuren zonder wat voelde als een heus verkleedpartijtje: de felgekleurde rokken, doeken en hoeden die hier traditioneel gedragen worden staan de Peruanen weliswaar prachtig, voor echte Hollanders bleken ze niet gemaakt. Zeker de combinatie met spijkerbroeken en bergschoenen maakte het er niet veel beter op, maar dat mocht de pret niet drukken! Als “Chinezen in Volendammerspakjes” – mooie vergelijking, Mara! – begaven we onszelf naar buiten en lieten we ons uit- (of toe-..?) lachen door de dorpsbewoners. De rondleiding was educatief van aard, want we kregen alles – voor zover we het begrepen! – te weten over het gebruik van de verschillende planten en bloemen, die voornamelijk worden benut voor het verven van wol. Deze natuurlijke kleuren hebben heel andere tinten dan de felle doeken die in de stad voornamelijk te zien zijn en de geweven figuren hebben allerlei betekenissen: sommige religeus van aard, andere niet. Uiteraard kwam daarna het ietwat ongemakkelijke moment dat ze hun waren uitstalden en het de bedoeling was dat wij de portemonnee zouden trekken. Doordat ons net uitgebreid was laten zien hoe veel werk er in gaat zitten om de wol te prepareren en er vervolgens mee te weven, leken al deze producten ons onbetaalbaar, maar we vonden ze eigenlijk te mooi om er niet naar te vragen. De ervaring leert echter dat als je eenmaal interesse toont, je niet meer van de verkopers afkomt en aangezien we hier nog de rest van het weekend zouden blijven, vonden we dat een tikkeltje gewaagd. Desalniettemin deden we een poging heel subtiel naar de kosten ‘in het algemeen’ te vragen en toen we erachter kwamen dat de etuitjes, portemonneetjes en wanten amper duurder waren dan op de markt in Cusco, besloten we alledrie om iets aan te schaffen. Het voelde goed om direct aan de mensen te kunnen betalen die hun tijd en energie erin hebben gestoken, want als je in de stad dingen koopt, schijnt de opbrengst ervan vaak niet naar de juiste personen te gaan. We vonden onze aankopen zo behoorlijk fairtrade, al vraag ik me af of de arbeidsomstandigheden van deze mensen door de internationale organisaties als dusdanig worden gezien... Daarna lieten we ons bij onze gastfamillie aan tafel ook het avondeten uitstekend smaken. Gesprekken voerden we echter alleen met de vader des huizes, want de rest van de familie sprak amper Spaans! Het meisje dat ons ’s middags had rondgeleid, was gedurende de hele middag onze tolk geweest: al hebben de meeste mensen hier wel een behoorlijke basis in het Spaans, vooral de vrouwen zijn veel meer geoefend in het Quechua, de taal uit de tijd van de Inca’s. De volgende ochtend – na weer een heerlijke maaltijd, met een soort pannenkoekaardappelspinazieomeletten! – kregen we een rondleiding door de school van het dorp. Op het gebied van huisvesting voor scholen in de dorpjes rondom Cusco is de laatste jaren enorm veel verbeterd. Dat was ook hier duidelijk te zien: aan het [millenniumdoel](httppublic://blog/979977_491714044243420_2124561260_o_0.jpgwww.ncdo.nl/artikel/millenniumdoel-2) om alle kinderen naar school te krijgen is hier hard gewerkt! Er is voldoende meubilair en er zijn genoeg docenten om de klassen niet te laten overlopen. De kinderen krijgen vier uur per dag les en hoeven daarvoor niet te betalen, alleen voor de twee maaltijden die op school worden geconsumeerd wordt een bijdrage gevraagd. Daarvoor betalen ze maandelijks ruim één euro per persoon – en dat is voor veel gezinnen een heel bedrag! – waardoor er maar erg weinig budget is om een fatsoenlijke maaltijd op tafel te zetten. Voor ons was het echter lastig in te schatten hóe moeilijk dat precies is: een groot deel van de ingrediënten komt namelijk van eigen land, waardoor er niet direct voor hoeft te worden betaald. [Extreme armoede](httppublic://blog/979977_491714044243420_2124561260_o_0.jpgwww.ncdo.nl/artikel/millenniumdoel-1) is internationaal gedefinieerd als de situatie waarin iemand minder dan 1,25 dollar per dag te besteden heeft, maar hoe zit dat als al het eten van eigen land komt, men haar eigen huizen bouwt, men zelf de kleren weeft en de overheid betaalt voor het (basis)onderwijs..? Ons bezoek werd afgesloten met een feestmaal dat grotendeels uit de eigen tuin afkomstig was, waar de grond wordt bemest met de as van gecremeerde schapen en van werkelijk ieder type blaadje wel een gerecht of thee kan worden gemaakt (inclusief bonenthee!). De maaltijd die voor ons in de maak was, wordt alleen gegeten op bijzondere dagen zoals verjaardagen, vader- en moederdag en... een bezoek van drie Nederlanders. Het is genaamd ‘Pachamanka’ en bekent iets als ‘gerecht van de aarde’. Hoe die naam zo tot stand is gekomen, daar kwamen we later achter... Het ritueel begon met het bouwen van een oven van stenen, waar gedurende twee uur een vuur in is aangehouden om de stenen op te warmen. Na het wassen van alle aardappels en wortels, het ontdoppen van de bonen en de geruststellende mededeling dat de kip al geslacht was, leek het ons een logisch vervolg om alle ingrediënten op een soort plaat in de oven te schuiven. Dat was echter iets te modern gedacht, want de Peruanen hielden er een heel ander idee op na! Tot onze grote verbazing werd de oven namelijk afgebroken, waarna de verschillende soorten aardappels in de as op de grond werden gesmeten. De hete stenen bleven echter niet ongebruikt, want deze werden bovenop de aardappels gelegd, waarna het rauwe vlees als in een soort lasagne daar weer bovenop kwam te liggen. Vervolgens werd dit geheel met een half bos aan takken en bladeren afgedekt, waarin de bonen, bananen en een stuk kaas kwamen te liggen. Om de warmte niet te laten ontsnappen werden doeken en zeilen gebruikt en het geheel werd afgesloten met een dik pakket aarde. Daar lag al ons voedsel dan: als in een graf weggestopt onder het zand. Zo dachten de kokkinnen er ook over, dus er werd een kruis van bloemen bovenop het geheel geplaatst. Terwijl een andere kip wat rondscharrelde en in de bult begon te pikken alsof hij op zoek was naar z’n vriendje, wachtten wij een half uur af tot alles gaar was. Vervolgens werd het hele proces in omgekeerde volgorde herhaald en was het tijd voor lunch! Al hadden we verwacht dat alles naar as en rook zou smaken: niets was minder waar. Alles was heerlijk krokant en gaar en het was de beste maaltijd die we hier tot nu toe hebben gehad!

Selected Categories
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Blog of AnnaVanderveen
Content
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Image
Image
Statistics
2
Promotions
JoHo Insurances - Expert internationale verzekeringen

Sta jij op het punt om je internationale droom waar te maken? JoHo Insurances ondersteunt je met advies op maat bij de belangrijkste administratieve keuzes rond verzekeringen.